Weer wijst verdronken kind de wereld op geweld
Een foto van een Myanmarese peuter die verdronk op de vlucht voor geweld roept internationale verontwaardiging op. Net zoals die van de Syrische peuter Aylan Kurdi die in 2015 verdronk. In Myanmar gaat het om een boeddhistische overheid die een moslimminderheid vervolgt.
Hij ligt met zijn gezichtje naar beneden in de modder aan de oever van een rivier: Mohammed Shohayet, 16 maanden. Zijn familie behoort tot de Rohingya-moslimminderheid in Myanmar en probeerde gewelddadige vervolging te ontvluchten. Het gezin waagde de oversteek naar buurland Bangladesh via de Naf-rivier. Maar Mohammed, zijn broertje van drie, zijn moeder en zijn oom kwamen om.
Tegen CNN getuigt de vader Zafor Alam vanuit een vluchtelingenkamp in Bangladesh hoe hun dorp begin december werd beschoten vanuit helikopters en hoe zijn grootouders levend verbrandden. Met zijn gezin zocht hij beschutting in de jungle. Hij raakte gescheiden van zijn gezin, bereikte de Naf-rivier en werd opgepikt door vissers uit Bangladesh. Zo kon hij een boot regelen om zijn familie over te zetten. "Maar toen de politie zag dat mensen de rivier probeerden over te steken, openden ze het vuur", aldus Alam.
De Myanmarese regering doet het verhaal in een schriftelijke communicatie af als "vals" en "propaganda". Het is onmogelijk te checken omdat de deelstaat Rakhine waar de Rohingya wonen zeer ontoegankelijk is.
Maar net zoals dat bij de foto van de verdronken Syrische peuter Aylan Kurdi in 2015, vestigt de foto van het dode kind wereldwijd de aandacht op een conflict waarover nauwelijks wordt bericht. Net daardoor moest de overheid nu wel al toegeven dat een filmpje waarop is te zien hoe agenten Rohingya-mannen afranselen en op het hoofd schoppen echt is. Het is het eerste onweerlegbare bewijs van de wreedheden en de regering zegt stappen te ondernemen om de agenten te straffen.
Groeiend Rohingya-verzet
De Rohingya zijn etnisch en religieus verwant aan de Bengalezen. Ze zijn met een miljoen in het overwegend boeddhistische Myanmar en worden er veracht en als illegale migranten beschouwd. In 2012 brandden boeddhistische menigten talloze van hun dorpen plat en belandden meer dan 100.000 Rohingya in zwaar bewaakte kampen. Vluchtroutes naar buurlanden zijn door die buurlanden afgesloten. Mensenrechtenorganisaties en de VN berichten al langer over executies en verkrachtingen. Volgens VN-functionaris John McKissick is het leger van Myanmar bezig met een "collectieve afstraffing."
Maar onder de Rohingya broeit gewelddadig verzet, waarvan enkele experts vrezen dat IS er zich mee zal verbinden. Op 9 oktober voerden honderden Rohingya-strijders van een nieuwe islamitische guerrilla-organisatie die voor hen opkomt simultane aanvallen uit op drie politieposten. Ze maakten daarbij wapens en duizenden kogels buit.
Sindsdien houdt de overheid een klopjacht op de strijders. Diezelfde overheid beweert dat enkel de rebellen opgespoord worden, maar volgens mensenrechtenorganisaties gaat dat echter al te vaak gepaard met moordpartijen, verkrachtingen en mishandeling. De VN stellen dat sinds oktober al 34.000 mensen op de vlucht sloegen. Ook heeft Human Rights Watch satellietbeelden verspreid waarop te zien is dat hele dorpen zijn platgebrand en is er nu dat filmpje dat de mishandeling door politie-agenten toont.
Met de internationale aandacht neemt ook de kritiek toe op regeringsleider Aung San Suu Kyi, die de Nobelprijs voor de vrede won. Zij onderneemt, onder andere volgens de International Crisis Group én volgens een rist andere Nobelprijswinnaars veel te weinig om het geweld te stoppen. Een speciale commissie van de overheid gaf ondertussen ook een rapport vrij waarin ze stelt geen bewijs te vinden van genocide, misbruik en verkrachting tegen de Rohingya.