Blik op BelgiëMechelen
‘We zijn elkaar aan het opeten’: de nieuwe Delhaize in Mechelen illustreert waarom een supermarktstop geen slecht idee zou zijn
De malaise bij Delhaize duurt nu al tien dagen. Intussen illustreert Mechelen waar het fout loopt in ons supermarktlandschap. Alleen al in een straal van een kilometer rond een nieuwe Louis Delhaize liggen een zestal supermarkten.
“We geloven erin.” Zo lazen Mechelaars eind januari op de regionale pagina’s van een grote krant. Aan het woord was een winkelbediende van de toen net geopende buurtwinkel van Louis Delhaize in de nieuwe stadswijk Keerdok. De nieuwe winkel, die niet tot de grote Delhaizegroep behoort maar onder eigen vlag vaart, zou in Mechelen de handschoen opnemen tegen de reuzen van de supermarktwereld.
Of het om dezelfde medewerkster gaat die ons vandaag met een grap binnenlaat, weten we niet. Aangezien de directie van Louis Delhaize het winkelpersoneel een spreekverbod oplegde, wil de vrouw niet met haar naam in de krant. Wel zegt ze dit, niet gespeend van enig sarcasme: “U mag altijd binnenkomen, maar de rode loper gaan we niet uitrollen. Dat hebben ze voor ons ook niet gedaan.”
Lees ook
De gedachte. Bart Eeckhout: ‘Wie straffe tweets kan versturen tegen de vakbond, mag ook de moed hebben om mensen te zeggen dat ze het maar met minder centen moeten doen’
De kassierster is samen met de rest van het personeel overgekomen van de Match (zelfde groep als Louis Delhaize) in het centrum, die vorig jaar na bijna twee decennia de deuren sloot. Concurrent Colruyt kocht het pand en gaat er een nieuwe Spar in onderbrengen. Terwijl het centrum van Mechelen al twee Spars rijk is.
De Louis Delhaize-werknemers lijken erop vooruitgegaan. Het is een knappe winkel: de rekken baden in het licht en het zicht op de oude vesten van de binnenstad is magnifiek. Het zoemde aan de Dijle echter al een tijdje van de geruchten dat de nieuwe Louis Delhaize om klanten verlegen zit. Drie keer zullen we tijdens onze reportage binnenwandelen, en inderdaad: behalve drie scholieren rond het middaguur valt er geen koopvolk te bespeuren tussen de goedgevulde schappen.
Kwart meer oppervlakte
Vlaanderen en Brussel alleen tellen een kwart meer supermarktoppervlakte dan tien jaar geleden. De forse toename leidt tot moordende concurrentie en dalende winstmarges. En nu al tien dagen tot de loopgravenoorlog bij Delhaize. Mechelen lijkt een goede illustratie van wat er fout loopt in ons supermarktlandschap. Enkel in een straal van een kilometer rond de nieuwe Louis Delhaize liggen een zestal supermarkten. In het meest nabijgelegen warenhuis, een Delhaize, is het erg kalm vanochtend. De winkel lijkt haar wonden te likken van de laatste stakingsdag. Iets verderop, in de Aldi, is het drukker, maar niet veel. Enkel in de Albert Heijn van de Ahold Delhaizegroep in het winkelcentrum Malinas is het over de koppen lopen. Het winkelpersoneel vult in groten getale de rekken bij.
Aan de andere kant van het winkelcentrum ligt sinds anderhalf jaar ook nog eens een Lidl. Hoewel daar deze middag nauwelijks volk is, houdt de winkelmanager de moed erin. Dat het stevig bikkelen is om supermarktklanten ontkent ze niet. In het begin zwaaide Albert Heijn met grote acties, “maar onze vaste klanten zijn stilaan terug”, beweert de vrouw. Van de nieuwe Louis Delhaize in de nochtans nabijgelegen parkeertoren weet ze niets. “Ah, is er alweer een supermarkt bijgekomen?”
‘Vol is vol’
Werner Verhoeven staat met een productscanner tussen de rekken van zijn Carrefour Express. “We zijn elkaar aan het opeten”, jammert de filiaalhouder van de buurtsupermarkt op de Battelsesteenweg. Zijn winkel doet het goed, mede door een actieve buurtwerking, zoals zwerfvuilacties die op veel goodwill van bewoners kunnen rekenen. Maar, waarschuwt hij: “Als hier morgen in de straat nog een supermarkt opent, kan ik het wel vergeten als bescheiden zelfstandige. Er kan echt geen winkel meer bij in deze stad: vol is vol.”
De Carrefour-uitbater is voorstander van een ‘supermarktstop’, zoals vier Kempense gemeenten hebben ingevoerd. Het aantal supermarkten per vierkante kilometer is er beperkt. Voor experten gaat dat in tegen het vrij ondernemerschap. Maar het idee vindt steeds breder ingang. De christelijke vakbond ACV is een vurige verdediger geworden. De retailverantwoordelijke van het ACV, Kristel Van Damme, groeide op in de Kempen maar kent de situatie in Mechelen goed. Ook in de centrumstad aan de Dijle zou een supermarktstop een goed idee zijn, zegt zij. “Het kan er sociale drama’s helpen voorkomen.” En zorgen dat de winnaars van de supermarktoorlog opnieuw de rode loper voor hun klanten kunnen uitrollen.