AchtergrondTerreurproces 22 maart
‘We zijn aan pagina 117’: ellenlange akte van beschuldiging wordt uitdaging op terreurproces
Op dag twee van het terreurproces begonnen de aanklagers met het voorlezen van de ellenlange akte van beschuldiging. Alvast niet aanwezig daarbij: Osama Krayem. Die verdachte besloot in zijn cel te blijven, al had hij tijdens het onderzoek wél meegewerkt. ‘Omdat ze begrepen dat ze erbij waren en dat alles naar de kloten was, hebben Ibrahim El Bakraoui, Khalid El Bakraoui en Najim Laachraoui beslist om te sterven’, zo legde Krayem het eind 2019 uit aan de onderzoeksrechter.
“We zijn aan pagina honderdzeventien”, zo beëindigde voorzitster Laurence Massart dinsdagnamiddag iets na vijven de voorleessessie door beurtelings aanklagers Paule Somers en Bernard Michel. Aan dit tempo lijkt het voorlezen van de 469 pagina’s lange akte van beschuldiging moeilijk te gaan lukken binnen de daarvoor uitgetrokken drie dagen.
‘Kunnen lezen en schrijven’ is dan wel een van de basisvereisten om in een assisenjury te zetelen, toch verloopt de hele procedure mondeling. Zoals ze dat ook begin 19de eeuw was, toen er nog behoorlijk wat analfabetisme voorkwam. Dat betekent dat de volumineuze aanklacht ook anno 2022 woord voor woord integraal moet worden voorgelezen.
Koptelefoon
Dag twee van het terreurproces begon met een derde leeg gebleven stoel op de achterste rij bij de jurybanken. Een assisenproces vereist 12 effectieve juryleden. Met nog 21 in plaats van 24 plaatsvervangers lijkt onrust voorbarig, maar het proces moet nog voorbij het griepseizoen, de eindejaarsperiode en de fase waarin juryleden worden geconfronteerd met close-ups van de menselijke ravage na de explosies op de luchthaven van Zaventem en in metrostation Maalbeek.
Ook de Zweedse IS-strijder Osama Krayem doet niet meer mee. Hij weigert sinds dinsdag zijn cel in de kelders van het verbouwde vroegere NAVO-hoofdkwartier te verlaten. Te verwachten valt dat dat ook zijn attitude zal blijven voor de rest van het proces. Maandag protesteerde Mohamed Abrini, de zogenaamde ‘man met het hoedje’, tegen de ‘satanische muziek’ uit de koptelefoon die bij elk transport op zijn hoofd wordt gezet. Hij dreigde ermee “geen enkele vraag te beantwoorden” en zei dat hij zich tijdens het terreurproces in Parijs wel met respect behandeld voelde.
Volgens Vincent Leurquin, advocaat van verdachte Hervé Bayingana Mihurwa, “wordt er gewerkt aan een oplossing”. Eerder zinspeelden andere advocaten op het inspannen van een kortgeding, wat een risico kon inhouden op een nieuwe onderbreking van het proces.
Ibrahim Farisi, die net als zijn broer Smail, als verdachten 9 en 10, het proces in vrijheid meemaakt, onderging in 2016 tijdens zijn voorarrest bij elk transport van gevangenis naar rechtszaal en terug dezelfde procedure. “Wij ervaarden het als een vorm van foltering”, vertelt hij. “Bij mij waren het altijd twee heavy metal-nummers door elkaar. Je bent ook geblinddoekt en de muziek wordt enkel onderbroken door een stem die door die koptelefoon beveelt: ‘Vooruit, achteruit, opzij…’ Het maakt je angstig. Je hart gaat er harder van kloppen.”
‘Naar de kloten’
De akte reconstrueert het ontstaan van Islamitische Staat (IS) in april 2013 en de inname van de Iraakse stad Mosoel, ruim een jaar later. Het is de periode waarin heel wat Brusselse jongeren het hoofd op hol wordt gepraat in moskeeën, en waarin ze fysieke trainingen volgen in onder meer sportzaal Queensbury in Schaarbeek. Onder de Belgische IS-strijders die eind 2012 en begin 2013 als eersten naar Syrië afreizen zitten Bilal El Makhouki, een van de verdachten op het proces, en ook de latere kamikaze Najim Laachraoui en Soulaimane Abrini, de broer van Mohamed Abrini.
Als hij en Osama Krayem het proces zouden boycotten, is hun attitude in de rechtszaal erg verschillend van tijdens het vooronderzoek. De akte laat zien dat zij, in tegenstelling tot Salah Abdeslam en Sofien Ayari, tijdens hun eerste verhoren na hun arrestaties erg actief met het onderzoek meewerkten en de speurders een inkijk boden in het functioneren van de Europese IS-terreurcel na de aanslagen in Parijs.
Zij benoemden Najim Laachraoui, de man die met IS in Raqqa communiceerde, als feitelijke leider. Tweede in bevel was Mohamed Belkaid, die op 15 maart 2016 zou omkomen tijdens een vuurgevecht met de politie in de safehouse in de Driesstraat in Vorst. Hierdoor, zeggen Abrini en Krayem, werd afgezien van een aanslag in Parijs tijdens het EK voetbal. In de akte wordt Osama Krayem geciteerd tijdens een verhoor door onderzoeksrechter Isabelle Panou op 4 november 2016: “Omdat ze begrepen dat alles naar de kloten was hebben Ibrahim El Bakraoui, Khalid El Bakraoui en Najim Laachraoui beslist om te sterven.”
Een teruggevonden aankoopbon laat zien hoe Najim Laachraoui op donderdag 17 maart iets voor een ’s middags touw, tape, elektrische kabels, batterijen en schakelaars gaat kopen bij Capitani, een doe-het-zelfzaak langs de Haachtsesteenweg in Schaarbeek. Het is het begin van een dagenlang koortsachtig chemische producten, koffers en rugzakken shoppen en TATP-poeder aanmaken in het safehouse in Schaarbeek. Tijdens het vooronderzoek legden Abrini en Krayem uit dat ze nooit van plan waren om zich mee op te blazen. Van Krayem en Ayari is geweten dat ze zich op 13 november 2015, de dag van de aanslagen in Parijs, op Schiphol bevonden. Vermoedelijk beladen met explosieven. Het proces in Parijs leverde daaromtrent geen nieuwe informatie op. Het Brusselse zal dat ook niet doen, zo lijkt het.
Woensdag is er een tweede voorleesdag. Tegen donderdagavond zou de laatste, 469ste pagina voorgelezen moeten zijn.