Voor u uitgelegd
We weten wie verliest aan deze energiecrisis. Een nieuw rapport leert wie eraan wint
We weten allemaal wie verliest aan de hoge elektriciteitsprijzen. U en ik. Een nieuw rapport van energiewaakhond CREG leert wie eraan wint in ons land. Vooral de uitbaters van gascentrales, zo blijkt. Kerncentrales zijn geen goudmijn.
Gascentrales
De energiewaakhond schat de operationele winst van een gemiddelde Belgische gascentrale tussen 39 en 46 miljoen euro voor 2021. In België staan negen gascentrales (zogenaamde STEG’s). In totaal loopt de winst dus op tot 414 miljoen euro.
Voor Zandvliet Power, de gascentrale die chemiereus BASF en Engie samen uitbaten, zou de winst zowat 51 miljoen euro bedragen. Voor de gascentrale in Seraing van EDF Luminus zou het goed 66 miljoen euro zijn. De CREG “verwacht dat ook in 2022 de bestaande gascentrales dergelijke winsten zullen boeken”.
De historische winsten van de gascentrales hebben alles te maken met ‘asset-backed trading’. De energiebedrijven die gascentrales uitbaten in België hebben langetermijncontracten voor de bevoorrading van hun installatie. Door de spectaculair gestegen aardgasprijzen is het voor de uitbaters nu financieel interessanter om het aardgas dat ze voor lage prijzen hebben aangekocht niet om te zetten in elektriciteit, zoals gebruikelijk, maar om het zelf door te verkopen tegen de hoge prijzen van vandaag.
De elektriciteit die uitbaters van gascentrales verschuldigd zijn aan hun klanten kopen ze aan op de elektriciteitsmarkt. Op die manier boeken de uitbaters uitzonderlijke winsten, zonder dat ze hun gascentrales laten draaien. Die liggen vaak gewoon stil.
Windmolens op zee
Volgens de CREG zijn er “op dit ogenblik geen overwinsten” voor de uitbaters van de windmolens op zee. De oudere offshoreparken C-Power, Belwind, Northwind en Nobelwind krijgen vaste ondersteuning van de overheid (tussen 90 en 107 euro per megawattuur). Daarnaast ontvangen ze nog inkomsten uit de verkoop van elektriciteit zelf.
Op het eerste gezicht zouden deze windparken vandaag, dankzij de energiecrisis, gouden zaken moeten doen. Maar de CREG stelt vast dat de uitbaters van deze parken deels vasthangen aan langetermijncontracten voor de verkoop van elektriciteit. Het gaat om contracten die onderhandeld zijn in 2016 of eerder. Toen stonden de prijzen laag.
Wat de meer recente offshoreparken Rentel, SeaStar, Mermaid en NW2 betreft: zij krijgen een variabele overheidssteun die automatisch aangepast wordt aan de omstandigheden op de markt en hebben volgens de CREG “geen voordeel bij de recent gestegen prijzen”.
Kerncentrales
De Vivaldi-regering heeft zich vorige week uitgesproken voor een levensduurverlenging van de jongste twee kerncentrales in België. Een cruciaal punt in de onderhandelingen met uitbater Engie Electrabel wordt de taks die ons land wil opleggen om de toekomstige winsten van de twee kerncentrales af te romen.
Over de situatie vandaag stelt de CREG dat er geen overwinsten worden geboekt door Engie Electrabel. Dat is opmerkelijk aangezien nucleaire installaties relatief goedkoop elektriciteit kunnen produceren. Elektriciteit die ze nu tegen hoge prijzen kunnen verkopen.
De belangrijkste reden dat de CREG toch niet over uitzonderlijke winsten wil spreken, is omdat Engie Electrabel financieel best magere jaren achter de rug heeft. Dat komt onder meer omdat veel kerncentrales de laatste jaren met technische problemen hebben gekampt. “Niettegenstaande de grote winsten die op dit ogenblik en in de nabije toekomst worden verwacht, kan worden vastgesteld dat ze in de periode 2016-2024 een iets hoger percentage bijdragen dan voorzien in de diverse reglementeringen ter zake”, stelt de CREG.
In de periode 2016 tot 2021 roomde de overheid ongeveer 60 procent van de winstmarge af van de kerncentrales Doel 3, Doel 4, Tihange 2 en Tihange 3. Het gaat om 720 miljoen euro op een totaal van 1,18 miljard.
De energiewaakhond doet wel nog een suggestie aan de politiek. “Als de federale overheden de verwachte winsten toch als buitensporig beschouwen, kunnen ze beslissen tot een aanvullende uitzonderlijke bijdrage, zoals dat bijvoorbeeld het geval is in Frankrijk.”
Energieleveranciers
Wat met de energieleveranciers zelf? In september 2021 stelde de CREG vast dat de prijsstijging in de contracten van sommige energieleveranciers groter was dan de prijsstijging op de markt zelf. Wat meteen de vraag opriep of deze verhogingen geen buitensporige winsten voor de leveranciers opleveren? Kort en bondig gesteld: of ze de energiecrisis niet aan het misbruiken zijn?
De CREG oordeelt uiteindelijk van niet. De leveranciers volgen de markt en wanneer ze daar toch boven zitten, is dat om de eigen economische risico’s in te dekken.
Het zit zo: consumenten hebben vandaag de mogelijkheid hun energiecontracten op te zeggen mits ze een opzegtermijn van één maand respecteren. Als de prijzen dalen, hebben consumenten die momenteel kiezen voor een nieuw contract met een vaste prijs er financieel alle belang bij het contract te verbreken.
In dit geval kan het zijn dat energieleveranciers de elektriciteit en gas die zij hebben gekocht om hun verkopen tegen vaste prijs te dekken, op de markten moeten verkopen tegen een lagere prijs dan hun aankoopprijs. Dergelijke verkopen van elektriciteit of gas tegen lagere prijzen zouden volgens de CREG kunnen leiden tot “grote verliezen voor de leveranciers”.