Reportage
“We waren uit het dal aan het raken. En dan dit”: Molenbeek na de bewogen nieuwjaarsnacht
“In Woluwe brandde er op oudejaarsnacht ook een auto, toch? In Schaarbeek is zelfs een man vermoord.” 2019 kon niet dramatischer beginnen voor de shithole genaamd Molenbeek. Maar er is ook in 1080 altijd nog een glas dat halfvol is, eerder dan halfleeg.
“Het was een gevoel”, zegt Oussama Karam Ziani. “Ik was op weg naar huis, ik moest voorbij Zwarte Vijvers (wijk rond het gelijknamige metrostation, red.). Ik hoorde de sirenes, de alarmen. Ik zag een paar van die jongens, sprak ze aan. Echt, die waren niet van Molenbeek. Oké, sommigen wel. Maar volgens wat ik ervan kon maken, kwam driekwart uit buurgemeenten. Anderlecht, Koekelberg of Sint-Agatha-Berchem.”
Oussama is 20 en verantwoordelijke bij zaalvoetbalploeg Espoir Molenbeek. De spelers gaan eens per week bejaarden bezoeken in een home, worden collectief vrijwilligers bij de opvang van vluchtelingen. Op 14 oktober vergaarde Oussama 218 stemmen als zeventiende op de lijst cdH-CD&V.
Hij had die nacht zelf al meteen begrepen dat ook dit nieuwe jaar zou worden ingezet met een stortvloed aan analyses over de shithole waarin hij woont, de zie-je-wel-tweets van de Britse mediafiguur Katie Hopkins.
“Eigenlijk wil je er het liefst niets over zeggen”, vertelt hij. “En als je zegt dat er die nacht ook in Sint-Joost-ten-Node vitrines zijn stukgeslagen of dat er ook in Brussel-stad erge dingen zijn aangericht, dan ben je aan het minimaliseren.”
Geldautomaten
Het centre medicale, goedkope medische zorg voor allen, naast de apotheek in de Zwarte Vijverstraat, was een van de eerste mikpunten van de casseurs. Aan de zijkant van het gebouwtje zijn er drie Belfius-geldautomaten naast elkaar. Geldautomaten zijn al jaren een bron van frustratie voor de mensen in Molenbeek, of toch in elk geval in dit deel van de gemeente. Algoritmes hebben rijke bankiers in ivoren torens ooit doen besluiten dat gemeenten met een eerder arme bevolking niet zo’n nood hebben aan geldautomaten.
Jef Van Damme, schepen voor sp.a in de nieuwe coalitie rond Catherine Moureaux (PS), stelde er vorig jaar nog een parlementaire vraag over. Hij zag daarmee zijn onbehagen cijfermatig bevestigd: in Molenbeek zijn er 36 geldautomaten voor 96.629 inwoners, tegenover – een voorbeeld, slechts – 125 voor 86.244 inwoners van Elsene.
“Het komt erop neer dat je als Molenbekenaar minder meetelt”, zegt een dame onder een overbodige paraplu op het plein aan Zwarte Vijvers. “Je voelt het aan kleine dingen. Postkantoren die sluiten. We hebben er nog twee nu, voor heel Molenbeek. Langer in de rij staan, altijd weer. Ik ga niet zeggen dat ik die gasten begrijp of ondersteun, maar dat ze zich gefrustreerd voelen, dat begrijp ik wel.”
Nu is er aan Zwarte Vijvers nog één functionele Belfius-geldautomaat. Op viraal gegane filmpjes kun je zien hoe de jongelui die nacht met stenen op de twee beeldschermen hebben staan beuken. Als gesterkt in een volstrekt onzinnig geloof dat er misschien geld zal uitkomen. De aanval op de geldautomaten verbindt sommigen, net als Oussama, in de gedachte dat zeker niet alle casseurs uit Molenbeek kwamen.
Het is een troostende gedachte. Misschien zeggen mensen het tegen elkaar omdat je ergens toch ook met een opbeurende noot dat nieuwe jaar in wil.
“Zag je dat”, zegt een klant in het geplunderde IT-winkeltje Dream-Links van Hassan Zenagui, met een van de die nacht gemaakte filmpjes op z’n smartphone. “Tussen die gasten waren er een paar die van die hygiënische monddoekjes droegen. Eén droeg zelfs een wit carnavalsmasker. Je kunt dat gewoon zien op die beelden. Waarom zou je daar op oudejaarsavond mee op pad gaan?”
Een Molenbeekse schepen zucht: “In Woluwe brandde er op oudejaarsnacht ook een auto, toch? In Schaarbeek is zelfs een man vermoord. Ik wil niets goedpraten, maar de aandacht van de media voor Molenbeek is toch wel een beetje uit evenwicht. Het is geframed. Ik begrijp het. Hoe het komt, en waarom het gebeurt. Maar het blijft geframed.”
Foute inschatting
Bij de politiezone Brussel-West zijn ze niet zo bezig met postcodes. “De jongeren zelf nog minder”, zegt een leidinggevende. “Het zou zeker kunnen dat er gasten uit Koekelberg, Laken of weet-ik-veel-waar bij waren. Ze kennen elkaar van school, van de straat, van families. Sociale media laten toe om in minder dan een kwartier een groep van vijftig in beweging te krijgen. Zoiets is die avond gebeurd.”
“In onze analyses over die avond kunnen we ook zien dat er wel degelijk een dispositief van vier patrouillewagens aanwezig was aan Zwarte Vijvers. Iets voor middernacht was er de brand in de Ribaucourtstraat en kwamen er berichten dat brandweermensen daar werden bekogeld met stenen. De vier wagens zijn daar naartoe gereden. Zodra de jongelui dat zagen, zijn ze die apotheek beginnen te plunderen.
“Er zijn indicaties dat dit gepland was, zeker. Dat er vooraf stenen zijn klaargelegd achter een garagepoort. Maar ook zonder doordacht plan hoeft er niet zo gek veel te gebeuren voor zo’n groep zich vormt. Dat is interactie. De ene slaat iets kapot, de andere volgt.”
Na de belegering van de apotheek was het voor de bewoners in het appartementsblok daarboven 45 minuten wachten op de eerste blauwe zwaailichten. Er waren wel enkele agenten, maar veel te weinig om iets te kunnen ondernemen.
Volgens onze bron bij zone Brussel-West nam dienstdoend korpschef Jacques Gorteman de achteraf lastig te begrijpen beslissing om hulp in te roepen van de federale politie. Terwijl er vanuit de omliggende politiezones Zuid en Brussel-Elsene veel sneller extra ordehandhavers ter plaatse hadden kunnen zijn. “Iemand moet de leiding nemen over een dispositief dat hij niet kent”, zegt de bron. “Er moet dan een briefing worden georganiseerd. Dat vergt gewoon tijd. Zeker drie kwartier. Achteraf praten is natuurlijk ook altijd makkelijk.”
SaraLou
Op sociale media gaat op woensdag SaraLou viraal. Het Molenbeekse YouTube-fenomeen, met hoofddoek en namens de MolemSisters, richt zich in een zelfgemaakt filmpje tot de relschoppers: “Bravo jongens! Als extreemrechts een campagne van 1 miljoen euro had opgezet, hadden ze nooit het niveau kunnen bereiken van wat jullie voor hen hebben gerealiseerd. Er zijn mensen die al twintig en dertig jaar keihard werkten zodat je ouders konden leren lezen, jij kon studeren, je kon lanceren in het leven. En jij hebt in één uur, waarin je verder helemaal niks te doen had, dat jarenlange werk verprutst.”
In geen tijd haalt SaraLou, in het echte leven Sara Oualad (26) en weldra moeder van twee, 100.000 views. Ze verwoordt haarfijn hoe de meeste Molenbekenaren zich voelen.
“Ik woon er zelf niet meer”, zegt ze. “Ik ben onlangs met mijn man Zaki naar Dilbeek verhuisd, maar ik breng er nog altijd de kleine naar de crèche, mijn moeder heeft een kledingzaak op de Gentsesteenweg. Ik werk er, en breng er driekwart van mijn tijd door. Ik werk heel vaak in de Phare du Kanaal (een coworkingcafé, red.)
“De aanslagen waren het absolute dieptepunt voor Molenbeek, het dal waar we uit moesten. En dat was aan het gebeuren. Echt waar! Allerlei initiatieven om te werken aan wat wij l’enseignement poubelle noemen: scholen waarvan iedereen weet dat het diploma je aan geen enkele baan gaat helpen. Er ontstonden zoveel prachtprojecten om het tij te keren. En dan gebeurt dit.
“Dit is de apotheek waar mijn mama haar medicatie haalt. Die computerwinkel is die waar ik mijn oude pc liet nakijken. Wat die jongelui hebben gedaan, raakt het hart van Molenbeek. Er staan intussen meer dan duizend commentaren onder mijn filmpje.”
In enkele commentaren wordt Sara een vorm van collaboratie verweten met het Systeem. Zij en Zaki werden door de Brusselse dienst voor arbeidsbemiddeling (Actiris) – samen met Vincent Kompany en socialemediafiguur Abdel en Vrai – ingehuurd voor een campagne om jongeren ertoe aan te zetten Nederlands te leren.
Iemand attendeert haar in een commentaar op de doelwitten, maandagavond. De symboliek: “Reclamezuilen, bushokjes, een metrolift, een apotheek, een geldautomaat en – vooral – de politie.” Allemaal zaken die jonge Molenbekenaren als vijandig ervaren, net als Actiris. Nog een commentaar: “Als gele hesjes dit doen, wil iedereen begrijpen waarom. Als het Brusselse jongeren zijn, geraakt niemand verder dan termen als idioten en crapuul.”
Sara Oualad zegt dat ze het allemaal niet gelezen krijgt. “Ik werk trouwens niet voor Actiris”, laat ze weten. “Ze vroegen mij als ambassadrice. Ik help hen hun doelgroep te bereiken. De bedoeling is dat gasten met beperkte kansen op de arbeidsmarkt meerdere talen aanleren. Dat we van onderuit vechten tegen de discriminatie.
“Ik heb geen seconde moeten nadenken over dat filmpje. Ik was zo ontzettend kwaad, het rolde er vanzelf uit. Ik dacht: misschien komt het via-via wel bij de betrokken jongelui terecht. Is er eindelijk eens iemand die hen luid en duidelijk zegt wat ze hebben gedaan. Want dat gebeurde vroeger te weinig. En ook dat gaan we veranderen.”
150 agenten te weinig
Oud-korpschef Johan De Becker van zone Brussel-West zei bij zijn afscheid in Humo: “Molenbeek opkuisen vraagt nog minstens tien jaar werk.”
Dat was anderhalf jaar geleden.
De Becker werd opgevolgd door Bertrand Vols, door vriend en vijand beschouwd als de geknipte man voor de job, maar na zes maanden koos die voor een veel lucratievere loopbaan bij de Europese Commissie. Het is het eeuwige probleem van de politiezone Brussel-West. Zodra er zich een kans aandient, is iedereen zo snel mogelijk weer weg.
Bron bij zone Brussel-West: “De dienstdoende korpschef, Jacques Gorteman, komt uit Ganshoren. Daar heeft hij altijd gewerkt. Ganshoren is een gemeente met een overwegend bejaarde tot hoogbejaarde bevolking. Intern is de inschatting dat Gorteman nieuwjaarsnacht wat heeft onderschat. Problemen zijn er elk jaar, dat weten we. In de hele kanaalzone is dan altijd héél veel volk op straat.”
“Doorgaans weet onze preventiedienst vooraf in te schatten waar de risico’s het grootst zijn. Als er op sociale media wordt gemobiliseerd om aan Zwarte Vijvers bagarre te gaan maken, dan zal er altijd wel één straathoekwerker zijn die daar tijdig iets over heeft opgevangen. Deze keer niet. Misschien is er onvoldoende geluisterd.”
Politiezone Brussel-West dekt naast Molenbeek en Ganshoren ook nog Jette, Sint-Agatha-Berchem en Koekelberg. “In vier van de vijf gemeenten lukt het ons probleemloos om wijkagenten te vinden die wonen waar ze werken”, heet het. “In één gemeente niet: Molenbeek. Politie en een groot aantal inwoners komen uit verschillende werelden. Voor een jonge politieagent is Molenbeek slopend. Hij of zij zal zo snel mogelijk andere oorden opzoeken.”
Voor de korpsleiding is het een voortdurend zoeken naar nieuwe rekruten. De achterstand van 150 agenten op het theoretische personeelskader is nog altijd wat het was toen deze hele analyse eind 2016 ook al in het lang en in het breed werd gedaan. Dat was na de vanuit Molenbeek georchestreerde IS-aanslagen in Parijs.
Bloemen
Het is donderdag, marktdag in Molenbeek. De dag waarop onbekende cameraploegen tot ieders grote irritatie beelden schieten van de overwegend Noord-Afrikaans ogende mensenmassa op het gemeenteplein.
Vanuit de Ribaucourtstraat vertrekt Oussama Karam Ziani met een tiental jeugdvoetballertjes van Espoir Molenbeek en een boeket bloemen naar de apotheek. Hij heeft die nacht op het plein staan argumenteren met herrieschoppers: “Sommigen heb ik kunnen overtuigen om gewoon naar huis te gaan. Ik heb hen gezegd dat de framing op Molenbeek weer zo gigantisch gaat zijn dat het nog dagenlang enkel hierover zal gaan. Dat het finaal hun ouders zullen zijn die de rekeningen gepresenteerd zullen krijgen.”
“Ik heb hen toegeroepen dat de medicijnen waarmee ze als kind ooit zijn genezen van hun kinderziekten door hun ouders in deze apotheek zijn besteld. Bij wijze van spreken, natuurlijk.”
De apothekeres wil er geen media bij. Ze wil dat alles weer kan worden als voor 2019. Ze volgde in deze zaak haar moeder op in 1982. Ze is Joodse én Molenbeekoise. Beide identiteiten lijken haar erg dierbaar te zijn.
Op Facebook post ze: “Ik ben geboren in Molenbeek. Ik werk er elke dag, ik heb een goede band met m’n buren en ik denk dat dat wederkerig is. Ik heb geen makkelijke baan. Ik ga om met de wanorde in mensenlevens, met ziektes, met overlijdens. Ik ben betrokken bij de vreugde na een geboorte, bij families die zich vormen en bij kinderen die opgroeien. Kortom, ik hou van wat ik doe en waar ik het doe.”
De apotheek gaat over enkele dagen alweer open. Het is de bedoeling dat er over die vreselijke nieuwjaarsnacht niet meer de hele tijd wordt nagepraat.
Na de overhandiging van de bloemen zegt Oussama dat hij zich opgelaten voelt. “We zeiden tegen haar dat als er zich ooit nog eens problemen zouden voordoen, ze ons mag bellen. Wij, les jeunes du quartier. Dat wij met haar begaan zijn. Ze heeft de bloemen op de toonbank gezet. Voor als de apotheek weer opengaat.”