InterviewGeert Top
‘We vaccineren zo snel als mogelijk’: Geert Top verdedigt de Vlaamse strategie
Te traag, voorzichtig, afwachtend. Onze vaccinatiestrategie ligt onder vuur. Geert Top, specialist ter zake bij het Vlaamse Agentschap Zorg en Gezondheid, verweert zich. ‘We konden niet beter voorbereid zijn.’
De vaccinatiecampagne voor het coronavirus is nog maar net van start gegaan en ze wordt al van alle kanten onder vuur genomen. De opstart gaat volgens sommigen niet snel genoeg, het zijn de verkeerde groepen die als eerste een prik krijgen en de uitrol van de massavaccinatie blijft onduidelijk.
Bij het Agentschap Zorg en Gezondheid, dat in Vlaanderen verantwoordelijk is voor de vaccinatiecampagne, is expert Geert Top verbaasd over al die kritiek. “Ik ben zeker niet altijd optimistisch geweest tijdens deze pandemie. Maar nu heb ik veel vertrouwen. Sterker nog, ik krijg elke dag meer vertrouwen. Het gaat de goede kant uit. Met de vaccins gaan we écht vooruit geraken.”
Kan het niet nog sneller gaan?
“Nee, dat denk ik niet. Ik ben het niet eens met de kritiek dat we te traag zijn. We hebben vlak voor Nieuwjaar, zoals andere Europese staten, de eerste symbolische vaccins gekregen en toegediend. Het is maar sinds deze week dat Pfizer is beginnen leveren. Er konden niet al meer mensen gevaccineerd zijn. Ja, misschien had die eerste levering van 5.000 vaccins iets sneller toegediend kunnen worden. Maar dat gaat niet over grote aantallen van mensen.
“De versnelling waarvan nu sprake is, komt er omdat Pfizer dinsdag meer garanties en duidelijkheid gaf over de leveringen. Daardoor moesten we geen twee dosissen meer in stock houden. Met dat goedehuisvaderprincipe was niets mis. We wilden zeker zijn dat mensen die een eerste dosis krijgen ook drie weken later op hun tweede dosis kunnen rekenen. Die veiligheidsmarge is nu niet meer nodig, waardoor er meer mogelijk wordt.”
Vindt u de kritiek, dat er geen tijd te verliezen is met 70 covidoverlijdens per dag, niet terecht?
“Dat kan je zeggen. Maar er wordt zo snel gewerkt als mogelijk. Overhaast te werk gaan en veel vaccins verliezen, is ook niet goed.
“Het is makkelijk om te stellen: de diepvriesvaccins zijn er, rol de mouwen meteen omhoog en trek de spuitjes. Zo simpel is het niet. Die vaccins moeten heel secuur ontdooid worden, correct bewaard ook. Dan is er nog het transport tussen de ziekenhuishubs die de spuitjes klaarmaken en de woon-zorgcentra die de juiste aantallen moeten doorgeven en personeel beschikbaar moeten hebben om ze te plaatsen. Dat is organisatorisch best complex. Vergeet niet dat we over personeel praten dat in de kerstperiode voor het eerst sinds lang eens op adem is kunnen komen.
“We gaan in het tempo dat we moeten en kunnen gaan. Waren de vaccins een week later erkend door het EMA (Europees Geneesmiddelen Agentschap, red.), dan hadden we ze nu ook nog niet.
“Het is trouwens een tempo waar de ziekenhuizen op aandrongen, omdat ze iets heel nieuws in de vingers moeten krijgen en de nodige kwaliteit willen garanderen.”
Een resem ziekenhuizen zeggen net meer te kunnen doen dan nu mag.
“De planning die we opstellen, komt er in overleg met alle ziekenhuishubs, waarbij de ziekenhuisapotheken ons aangeven welk tempo ze zelf haalbaar vinden. Wij staan daar niet op een rem – waarom zouden we? We stemmen de mogelijkheden van die apotheken af op de gewenste data van de woon-zorgcentra.”
Gaan we na het proefdraaien doorpakken en in het weekend ook vaccineren?
“Er zijn in de opstartweek al woon-zorgcentra gepland in het weekend. Maar dat is een keuze die de centra zelf maken. Sowieso zal een en ander afhangen van de distributie. Als vaccins op een vrijdag uit de vriezer gehaald worden en pas op maandag geleverd worden, verlies je belangrijke tijd. Na het ontdooien moeten alle vaccins binnen vier dagen toegediend zijn, anders ben je ze kwijt.”
We weten al lang dat er vaccins aankomen die moeilijk te bewaren zijn. Hadden we niet beter voorbereid kunnen zijn?
“Nee. Daarvoor moet je gedetailleerde informatie hebben over de vaccins, maar Pfizer heeft die maar vrijgegeven eind december, toen ze dicht bij de erkenning stonden. Voor dat moment hebben we gedaan wat we konden. We hebben onder meer een proefsessie gedaan met nepmateriaal. De grote test kon maar de laatste week van december, toen de echte vaccins er waren. Overal in het land is dat op dezelfde manier verlopen.”
Er zijn toch regionale verschillen: in Vlaanderen zouden deze week 6.600 mensen het vaccin krijgen, Wallonië mikt op 12.000 gevaccineerden.
“Onze vraag is om die horizon verder te leggen dan de opstartweek. We moeten ons daar niet op blindstaren. Het kan dat Wallonië en Brussel nu sneller starten, maar over enkele weken kan die verhouding weer helemaal anders zijn. De vergelijking is niet fair.
“Het is geen kwestie van weken hé, dat vaccineren. We vertrekken voor een lange tijd, dit gaat over vele maanden.”
Is het niet begrijpelijk dat mensen bezorgd zijn over de snelheid? Eerder liep het al moeizaam met het beschermingsmateriaal en de contacttracing.
“Daar wil ik niet op ingaan. Ik ga geen analyse maken van wat er in de eerste golf is misgelopen, ik wil over vaccinatie praten. Ik blijf erbij dat we goed voorbereid zijn in Vlaanderen: al het materiaal om vaccins te zetten is voorzien. Voor de distributie is er een plan en we proberen de woon-zorgcentra zo goed als mogelijk te begeleiden. Hetzelfde gaan we doen voor andere zorginstellingen, de risicopatiënten en brede bevolking. Focussen op wat misgelopen is of doemdenken over wat komt, heeft geen zin.
“Iedereen doet zijn uiterste best. Ook de mensen in de administratie hebben dag en nacht gewerkt. Het is niet dat we gewoon onze uurtjes hebben geklopt. Je wilt niet weten hoeveel er is overgewerkt.”
Hoe weegt u zelf onze vaccinatiestrategie?
“Ik ben blij dat we via de Europese Commissie werken. Dat zorgt ervoor dat het fair verloopt. Er is geen mentaliteit van ikke, ikke, ikke en de rest kan stikken. We gaan voluit voor een eerlijke en gelijkmatige bedeling op basis van het aantal inwoners en met evenveel kansen voor rijk en arm. De rest van de wereld zou daar een voorbeeld aan mogen nemen.”
Zijn er foute keuzes gemaakt?
“De grootste fout die ons land maakte is door in de zomer alles los te laten. Eén iemand mocht vijftien verschillende mensen per week zien. Op die manier zorgden we ervoor dat in een paar dagen tijd zeker tweehonderd personen indirect contact hebben met elkaar. En dan zijn politici verwonderd dat die tweede golf snel opkwam. Ik snap heel goed dat de wetenschappers op een bepaald moment zeiden: ‘leg het zelf maar uit’.”
Wat vindt u van de roep om zorgpersoneel eerst te vaccineren?
“Het personeel eerst, de jongeren eerst. Iedereen heeft een idee daarover. We hebben dat al uitgebreid bediscussieerd, met als resultaat dat we eerst voor de meest vatbare, frêle bevolkingsgroep gaan. Ik sta volledig achter de keuze om bewoners voorrang te geven.
“Dat het rusthuispersoneel nu naar voor wordt geschoven, vind ik een goede zaak. Ik heb zelf altijd bepleit om die groepen samen te vaccineren, omdat dat organisatorisch het meest logische was. Maar tot voor kort kon dat niet omdat we geen garanties hadden over het aantal vaccins.
“De rusthuisbewoners laten stikken en het personeel eerst nemen, vind ik onredelijk. Die laatste groep loopt relatief weinig risico op zware complicaties, omdat ze een pak jonger zijn.”
We hebben dat personeel toch broodnodig, niet alleen voor de zorg, maar ook voor de vaccinatie?
“Als we de kwetsbare groep van rusthuisbewoners eerst vaccineren, zal er ook minder ziekte zijn. Dat is eveneens een verlichting voor het personeel.”
Zal er nog van de vaccinatievolgorde worden afgeweken?
“Als blijkt dat andere, besmettelijkere virusvarianten voor grote problemen zorgen, dan zouden we dat kunnen doen. Maar dan nog, de maatregelen bij andere varianten zijn exact dezelfde als bij het gewone coronavirus: handen wassen, afstand houden, mondmaskers dragen. Als we die zaken loslaten, zitten we pas écht in de problemen.
“De varianten zijn de laatste weken erg in het nieuws, maar ze bestaan veel langer. Er waren er al in China. En in Europa. Belangrijk gaat zijn om te zien hoe de vaccins op die virussen inwerken. Maar zelfs als ze werken, dan moeten we nog de hygiëneregels volhouden. Die zullen nog heel lang, ook met vaccins, het allerbelangrijkste blijven.”
Het blijft onduidelijk hoe de uitrol van vaccins na de woon-zorgcentra precies zal gebeuren.
“Je kan die uitrol nu nog niet concreet maken. Je weet immers nog niet wanneer de rest van de vaccins zullen komen. Het is niet omdat je geen vaccinatiecentrum in de bouwsteigers ziet staan, dat er niets voorbereid wordt. We zijn hier heel erg mee bezig. In Vlaanderen kiezen we ervoor om dit met de zestig eerstelijnszones en de lokale besturen te organiseren. We zullen vooral bestaande structuren gebruiken. En wellicht moeten er ook nieuwe zaken opgebouwd worden.”
Begint de tijd niet heel erg te dringen?
“Alles is dringend in de aanpak van deze gezondheidscrisis, ook nu zal er snel gewerkt moeten worden. In de vaccinatiestrategie zijn de fases bepaald, de voorbereiding voor de vaccinatiecentra is volop bezig zodat die straks opgericht kunnen worden en klaar zijn voor wanneer ze nodig zijn. Het zal in latere fases belangrijk zijn om zoveel mogelijk gebruik te maken van de logistiek en de kanalen die we al langer kennen. Is er een groepspraktijk van artsen die de jaarlijkse griepvaccinatie in een schooltje toedient? Wel, maak daar dan ook straks gebruik van voor de covidvaccins.”
Dus geen grote vaccinatiecentra bij ons?
“Je hebt landen die daarop inzetten. Maar dat zijn landen waarvan de burgers er niet om malen om driehonderd kilometer te rijden. Wij hebben zo'n cultuur niet. Sommige mensen vinden vijftig kilometer al te ver.
“Nu zeggen: kom straks allemaal maar naar het Sportpaleis voor een prik, dat gaat niet werken. Dat is voor veel mensen een te-ver-van-mijn-bedshow. Logistiek is dat niet te onderschatten. Het is niet de tijd om massa-evenementen te organiseren. Je moet social distancing kunnen garanderen. Mensen moeten daarbij een kwartier ter plekke kunnen blijven, om zeker te zijn dat er geen nevenwerkingen optreden. Dit gaat niet zo makkelijk zijn als mensen testen door hen in hun auto een wattenstaafje in hun neus te duwen.
“De enige plek waar zo’n groot centrum zou werken is Brussel, omdat je daar met veel mensen op een zakdoek samenwoont. Maar in Vlaanderen, betwijfel ik het. Zeker niet als het wat landelijker gaat. In West-Vlaanderen of Limburg moet je heel lokaal kunnen werken.”
Is een vaccinatiegraad van 70 procent nog voldoende? Moet die, door de nieuwe, besmettelijke varianten, niet hoger?
“Zeventig procent is belangrijk om een serieuze impact te hebben. Maar over die graad ben ik niet zo bezorgd. Ik ben dat veel meer over de algemene maatregelen die te snel gelost zouden worden. Want zodra er meer mensen gevaccineerd worden, riskeer je dat ze denken dat ze niet besmettelijk zijn en geen handen meer moeten wassen of mondmasker dragen. Net zo geef je die nieuwe, besmettelijke varianten van het virus een kans. Daar zit het grootste gevaar.”
Tot slot: hoe bezorgd bent u over een nakende derde golf?
“Ik hoop dat die er niet snel of volledig gaat doorkomen. Dat sommige stellen dat die al begonnen is, vind ik overdreven. De cijfers nemen nog steeds af. Ik kan me voorstellen dat die golf er komt. Alleen als we verstandig blijven en de maatregelen blijven volhouden, kunnen we de impact daarvan beperken. Ik kan alleen maar hopen dat ons dat lukt. 2020 was op zijn zachtst gezet een klotejaar.”
Wie is Geert Top (60)
- Studeerde geneeskunde aan de KU Leuven en het Instituut voor Tropische Geneeskunde
- Is sinds 2000 verbonden aan het Agentschap Zorg en Gezondheid, waar hij aanspreekpunt voor vaccinaties is. Hij volgt het vaccinatieproces op, houdt zich bezig met openbare aanbestedingen en bestellingen en de vaccinatiedatabank Vaccinet.
- was tot 2020 voorzitter van de Vlaamse vaccinatiekoepel