InterviewKris Verburgh ('De voedselzandloper')
‘We staan aan het begin van een revolutie. Het doel: 150-jarigen die eruitzien én denken als 40-jarigen’
Toen Kris Verburgh (34) als 26-jarig broekje met zijn bestseller De voedselzandloper de voedingsdriehoek op zijn kop zette, oogstte hij veel nijd: 350.000 verkochte exemplaren and still counting, dat riep reacties op als: ‘Dit boek is ronduit gevaarlijk!’ Intussen is de voedingsdriehoek grondig herzien én stapelt het wetenschappelijk bewijs voor Verburghs voedingsadviezen zich op. Heette zijn vorige boek uit 2015 nog Veroudering vertragen, dan kijken wij graag een stapje verder: ‘Als je de hersenen van een 80-jarige verjongt tot die van een 30-jarige, zou het kunnen dat het jeugdige vuur terugkeert.’
Verburgh is nog altijd als onderzoeker verbonden aan de VUB, maar werkt ook voor de Singularity University Benelux, de lokale afdeling van een in Silicon Valley opgericht instituut dat de kennis rond innovatieve technologieën wil verspreiden. Hij is ook adviseur bij het Longevity Vision Fund, dat in technologie investeert die veroudering kan vertragen of bestrijden. Het fonds - goed voor 100 miljoen dollar - wil met de Longevity XPRIZE het eerste wetenschappelijke team belonen dat erin slaagt veroudering om te keren.
Interview gaat door onder de video
Is het nog nodig om onderzoek naar veroudering te stimuleren? Er gaat toch al veel geld naartoe?
“Als je tien jaar geleden zei dat je veroudering bestudeerde, werd je bijna weggelachen. Veroudering werd nooit als een ziekte gezien, en dus ook niet als iets waar je onderzoek naar moest doen om er medicijnen tegen te ontwikkelen. Nog altijd hebben overheden niet door dat de beste manier om verouderingsziekten te behandelen het aanpakken van veroudering zélf is.”
Waarom richten we ons beter op veroudering dan op hart- en vaatziekten, die nog steeds de belangrijkste doodsoorzaak zijn in westerse landen?
“Stel dat we hart- en vaatziekten kunnen genezen, dan leven mensen gemiddeld 2,8 jaar langer. Ze gaan een paar jaar later dood aan een andere verouderingsziekte. Veroudering aanpakken en níét de individuele ziekten kan nochtans perfect. Studies met muizen hebben uitgewezen dat ze veel minder snel hart- en vaatziekten, diabetes of overgewicht ontwikkelen als ze genetisch zo worden gemanipuleerd dat ze minder snel verouderen.”
Volgens u zullen de ontwikkelingen in de biotechnologie een zeer grote impact hebben op onze levensduur en onze gezondheid.
“Ik denk inderdaad dat we aan het begin staan van een revolutie. In de biotechnologie is er een tweede tijdperk aangebroken. Het eerste startte in de 18de eeuw, toen we ontrafelden hoe het lichaam werkt. We konden toen weinig veranderen aan onze gezondheid, en zelfs vandaag kunnen artsen de meeste ziekten niet genezen. Aan hart- en vaatziekten, alzheimer, multiple sclerose en beroertes kunnen we zeer weinig doen.”
“In het tweede biotechtijdperk zullen artsen eindelijk de gereedschappen hebben om in te grijpen in het menselijk lichaam. Vergelijk het met de digitale revolutie van de twintigste eeuw: de opkomst van de pc, het internet en de smartphone. Maar in de plaats van digitale software te schrijven, zullen we nu onze biologische software, ons DNA, schrijven en herschrijven.”
Eén van de technieken waarvan veel wordt verwacht, is crispr.
“Het is een vrij nieuwe techniek waarmee je genen kunt manipuleren, zodat bepaalde ziekten of eigenschappen zich niet of juist wél ontwikkelen. In tegenstelling tot vroegere technieken, die alleen bij embryo's konden worden toegepast, werkt crispr ook bij volwassenen. Crispr is bovendien veel sneller, nauwkeuriger en goedkoper. Wilde je in de jaren 90 een gen wijzigen, dan kostte dat twee jaar en honderdduizenden euro's. Nu kan het in één dag, voor 80 euro. Je hebt ook geen hoogtechnologisch labo nodig, het kan aan de keukentafel. Met dat soort gene editing zullen we honderden of zelfs duizenden ziekten kunnen behandelen. Nu worden we geboren met een set genen waarmee we het ons hele leven moeten doen, als in een genetische loterij. In de toekomst zullen we kunnen beslissen welke genen we willen aanpassen.”
SUPERSOLDATEN
Met gene editing kun je niet alleen ziekten voorkomen, maar ook gezonde mensen verbeteren en hun denkvermogen, spiermassa of uithoudingsvermogen opkrikken.
“Dat klopt. We gaan naar een toekomst waarin de grens tussen medische behandeling en de verbetering van mensen zal vervagen. Je kunt bijvoorbeeld genen veranderen zodat mensen immuun worden voor hiv. Is dat nog geneeskunde, of ben je dan al mensen aan het upgraden? Het ís al gebeurd: eind 2018 heeft een Chinese wetenschapper embryo's ontwikkeld die immuun zouden zijn voor hiv. Dat veroorzaakte toen grote controverse.”
“Er zijn ook steeds meer biohackers: mensen die gene editing op zichzelf toepassen. Een bekend voorbeeld is Josiah Zayner, de kunstenaar-wetenschapper die zich live op YouTube met DNA injecteerde om meer spieren te kweken.”
Is het niet gevaarlijk om thuis aan je genen te prutsen?
“De technologie is nog niet goedgekeurd - in biotech duurt dat minstens tien jaar - en ze is ook gevaarlijk. Crispr werkt nog niet zeer precies en kan op onbedoelde plaatsen in het DNA mutaties veroorzaken.”
Je zou er ook, zoals Vladimir Poetin al in 2017 in een speech opmerkte, supersoldaten mee kunnen creëren die geen angst of pijn kennen, weinig slaap nodig hebben en over een groot uithoudingsvermogen beschikken.
“Dat is perfect mogelijk. Je zou ook genen in de hersenen kunnen veranderen, zodat soldaten blind bevelen opvolgen of zich geen morele vragen stellen. Dat is al moeilijker, maar het zou kunnen met optogenetica, een techniek waarbij met licht bepaalde genen in de cellen aan- en uitgezet worden. Zo heeft men muizen heel agressief kunnen maken.”
“Een nog veel groter gevaar is bioterrorisme. Je zou met die nieuwe technologie een bacterie kunnen bewerken zodat ze resistent wordt tegen antibiotica, of een verkoudheidsvirus ontwikkelen dat longkanker kan veroorzaken - dat hebben wetenschappers trouwens al gedaan. Mensen als Elon Musk en wijlen Stephen Hawking vreesden dat artificiële intelligentie onze soort zou kunnen vernietigen, maar ik denk dat biotech een veel groter gevaar is. Een biohacker zou een supervirus kunnen ontwikkelen dat enorm besmettelijk is, en even dodelijk als de Spaanse griep of ebola.”
“Nog gevaarlijker zijn gene drives: genetische ketens die ingeplant kunnen worden in ons DNA en van generatie op generatie worden doorgegeven. Zo kun je volledige diersoorten doen verdwijnen. Met gene drives wil men nu malaria uit de wereld helpen door muggen zo te manipuleren dat ze de malariaparasiet niet meer kunnen overbrengen. Een eigenschap die ze dan aan al hun nakomelingen overdragen.”
Kunnen we bioterreur vermijden?
“Het Amerikaanse leger heeft al een lijvig rapport geschreven waarin het zich ernstige zorgen maakt over de risico's van biotechnologieën voor de VS, maar ook voor de mensheid in het algemeen. Ik ben dus niet de enige die er wakker van ligt.” (lacht)
“Corona heeft ons er nog eens aan herinnerd dat de grootste bioterrorist nog altijd de natuur is, en dat er niet veel nodig is om de hele wereld plat te leggen. De huidige pandemie was eigenlijk nog een heel zachte wake-upcall. De Hongkonggriep uit 1997, die gelukkig niet zeer besmettelijk was, was dodelijk voor 50 tot 60 procent van de slachtoffers. Daarmee vergeleken is de 2 procent van Covid-19 bijna niks. Mocht zo'n virus opnieuw de kop opsteken, dan zou dat miljoenen doden en een totale ineenstorting van het systeem kunnen veroorzaken. En zo'n virus zál vroeg of laat opduiken.”
Kan gentech geen rol spelen? Kunnen we onszelf immuun maken tegen virussen als corona?
“Bij dieren doen we dat nu al. Varkens kunnen met gentherapie tegen de varkensgriep worden beschermd. Het moet dus ook mogelijk zijn bij mensen. Zo wil het team van de bekende Harvard-professor George Church mensen via gene editing immuun maken voor álle virussen. Dan zijn we in één klap verlost van corona, influenza, herpes en andere vervelende ziekten.”
Volgens popster-denker Yuval Noah Harari zou er door de gentechnologie een biologische bovenklasse kunnen ontstaan van rijkelui die geld genoeg hebben om zich slimmer, sterker en jonger te maken.
“We moeten inderdaad opletten dat economische ongelijkheid voor het eerst in de geschiedenis van de mens niet vertaald wordt in biologische ongelijkheid. In de Caraïben zijn er nu al privéklinieken waar mensen met veel geld zich met stamcellen laten inspuiten. Dat kost 30.000 dollar per behandeling. Ik heb ook weet van een bedrijf in Zuid-Amerika dat gentherapie voor verjonging aanbiedt voor 70.000 dollar.”
“Nu, we zien vaak dat nieuwe technologieën in het begin alleen voor de happy few bestemd zijn, maar tien jaar later voor iedereen betaalbaar worden. Met antibiotica was het net hetzelfde: in de jaren 40 waren ze superduur - men ving zelfs de urine van patiënten op om ze te kunnen hergebruiken - en vandaag kosten ze twee keer niks.”
Vóór mensen gaan denken dat het allemaal verre toekomstmuziek is: er lopen nu al studies waarbij crispr wordt gebruikt om bepaalde kankers en bloedziekten en een vorm van erfelijke blindheid te behandelen.
“Er zijn tal van crispr-bedrijven. Sommige zijn miljarden dollars waard. En crispr is nog maar het begin. Het menselijk genoom (het totaalplaatje van iemands DNA, red.) waar die crispr-medicijnen op werken, is een beetje een teleurstelling gebleken. Toen het genoom in 2003 werd ontrafeld, dachten we dat we alle ziekten zouden kunnen behandelen. Maar het is slechts het topje van de ijsberg. Daarnaast zijn er het epigenoom en het transcriptoom, die zorgen voor een veel verfijndere afstelling van de genen. Medicatie die op het epigenoom en transcriptoom inwerkt, boekt al zeer spectaculaire resultaten. Die ontwikkelingen zullen ook leiden tot op maat van de patiënt gemaakte geneesmiddelen. Vorig jaar werd een medicijn ontwikkeld voor een meisje met een zeer zeldzame erfelijke hersenziekte, dat zeer snel achteruitging. In tien maanden hadden artsen het gen geïdentificeerd en een transcriptomisch geneesmiddel gemaakt.”
Is dat de medicatie van de toekomst?
“Dat denk ik wel. Men zal van iedereen het genoom in kaart brengen, maar ook het epigenoom, het transcriptoom én het microbioom - de verzameling bacteriën in de darmen. Zo zal men veel beter kunnen voorspellen welk risico iemand loopt op bepaalde ziekten en welke medicatie het meest geschikt is. Bepaalde chemo- of hormoontherapieën voor borstkanker werken bij sommige vrouwen heel goed, en bij andere helemaal niet. Hetzelfde geldt voor cholesterolverlagers.”
ZOMBIECELLEN
Artificiële intelligentie (AI) zal de ontwikkeling van al dan niet gepersonaliseerde medicijnen in een stroomversnelling brengen.
“Met AI kun je miljarden combinaties van werkzame stoffen en eiwitten bekijken en patronen zien die mensen onmogelijk kunnen herkennen. Vooral de combinatie met quantumcomputers wordt zeer boeiend. Ze staan nog in de kinderschoenen, maar zulke razendsnelle computers zouden ideaal zijn om totaal nieuwe medicijnen te ontwikkelen. We zien nu al dat AI volledig nieuwe concepten bedenkt: bijvoorbeeld materialen die veel sterker zijn, in vormen die geen menselijke ingenieur ooit zou hebben bedacht. Er zijn al bedrijven die AI gebruiken om medicatie te ontwikkelen die veroudering kan vertragen.”
Wat mogen we verwachten van technologie die ziekten tijdig opspoort of zelfs kan voorkomen?
“Eerst zullen we een toename zien van de wearables: biosensoren in je kledij, horloge, contactlenzen of autostuur, die je hartslag, hartfrequentie en bloeddruk meten. Ze zullen voortdurend onze gezondheid kunnen monitoren. Dokters krijgen nu op een consultatie alleen een snapshot van een patiënt. Zodra apparaten de patiënt dag in, dag uit kunnen volgen, kunnen dokters een diagnose stellen op basis van veel meer gegevens. Toen ik geneeskunde studeerde, was een elektrocardiograaf een grote machine die je op een kar moest rondduwen. Nu zit die hele machine in een smartwatch.”
“Nu, die wearables meten vooral zaken die bij de meeste mensen weinig afwijkingen vertonen, zoals bloeddruk en hartritme. Interessanter zijn de volgende generatie meettoestellen: de insideables. Die meten zaken ín het lichaam, zoals de bloedsuikerspiegel, ontstekingen of de elasticiteit van de bloedvaten.”
“Ook de smartphone kan een geneeskundig apparaat worden. Er zijn nu al bedrijven die je stemgeluid analyseren om je risico op hartziekten en dementie in te schatten. Alzheimer of parkinson zijn vaak al tien of twintig jaar aan de gang vóór de eerste duidelijke symptomen zich manifesteren. De heel lichte veranderingen in het stemgeluid of de reukzin kunnen wearables en AI wél oppikken. De selfiecamera in je telefoon kan je oogbewegingen volgen om het risico op alzheimer in te schatten. Ook je swipegedrag kan geanalyseerd worden, om na te gaan hoe vatbaar je bent voor psychische ziekten.”
“Ook hier duiken ethische problemen op. Stel: je belt naar je verzekeraar, of je gebruikt zijn app. Als die je stemgeluid of swipegedrag kan analyseren, kan hij meteen berekenen hoeveel kans je hebt op parkinson, alzheimer of een hartaanval.”
Naast insideables zullen we in de toekomst ook steeds meer implantaten moeten verdragen.
“Er zijn nu al hersenimplantaten voor de behandeling van parkinson en zeer zware depressies, maar men is ook bezig met implantaten in en op de hersenen waarmee je apparaten kunt besturen met je gedachten. Neuralink, een bedrijf van Elon Musk, werkt aan hersenimplantaten die het mogelijk moeten maken om met je gedachten teksten te typen, of met een computer of andere machines te werken. Ook Facebook heeft tientallen ingenieurs in dienst die daarop werken.”
In Veroudering vertragen meldde u al dat er ook gewerkt wordt aan een vaccin tegen veroudering. Dat zou eiwitten moeten afbreken die zich in het lichaam opstapelen.
“Bij de Amerikaanse Food and Drug Administration loopt nu een aanvraag voor de goedkeuring van een antilichaam tegen eiwitopstapeling.”
“Het is al duizenden jaren de wens van de mens om langer te leven en langer gezond te blijven. Voor het eerst hebben we nu echt de kennis en de gereedschappen. Het mooie is dat nu een paar dingen samenkomen. Via gene editing kunnen we sneller en makkelijker dan ooit genen herschrijven. Superkrachtige computers en artificiële intelligentie helpen ons dan weer om patronen te zien in gigantische hoeveelheden data, zoals het DNA of het microbioom. Die toepassingen zullen er dus sowieso komen: omdat het een evolutionaire drang is, maar ook omdat het de beste manier is om mensen gezond te houden. Verouderingsziekten moet je bij de wortel aanpakken. Een treffend voorbeeld is het onderzoek naar alzheimer: er worden miljarden aan uitgegeven, maar de onderzoeken falen allemaal, omdat ze zich richten op een zeer klein radertje in de complexe machinerie die de ziekte veroorzaakt.”
“Volgens sommige wetenschappers komen die medicijnen er al binnen vijf à tien jaar. Dat zullen waarschijnlijk stoffen zijn die zich op 'zombiecellen' richten: die stoppen met zich te delen, maar gaan niet dood. Ze kunnen zich overal in het lichaam opstapelen, en scheiden stoffen af die de omliggende gezonde cellen beschadigen. Als je veel van die cellen in je huid hebt, zal die sneller verouderen. Zitten er veel in je bloedvaten, dan krijg je een hoge bloeddruk. In de hersenen veroorzaken ze ontstekingen, waardoor je een verhoogd risico op alzheimer hebt.”
“Sinds enkele jaren weten we alvast dat het bij muizen mogelijk is om het verouderingsproces niet alleen te vertragen, maar ook om te keren. Muizen met een grijze vacht met kale plekken, osteoporose en verminderde hersenvermogens werden epigenetisch geherpogrammeerd, waarna ze een gezonde zwarte vacht kregen en veel actiever werden. Onder andere de universiteiten van Harvard en Stanford ontwikkelen die techniek nu ook voor mensen. De komende vijftien jaar zouden we daarvan de eerste concrete toepassingen moeten zien. Het doel is niet om mensen 120 of 150 jaar te laten worden en hen 50 jaar in een rolstoel te laten zitten. De bedoeling zal zijn om 150 te worden en er nog uit te zien als een 40-jarige, en misschien zelfs nog jonger.”
Is dat realistisch?
“We hebben altijd gedacht dat je veroudering in het beste geval kunt vertragen, maar blijkbaar zit de informatie om jong te blijven nog altijd ergens in ons lichaam opgeslagen; het kan die echter minder goed interpreteren of omzetten. Om het lichaam opnieuw in een jongere toestand te brengen, heeft het een zetje nodig. Als het bij dieren lukt, zal het hoogstwaarschijnlijk ook bij mensen werken.”
“De natuur is ons al voor geweest. Walvissen hebben veel minder kanker dan mensen, wat merkwaardig is: ze wegen vele tonnen en hebben veel meer cellen dan wij. Ze zouden dus veel meer risico moeten lopen dat één cel een kankercel wordt. Dat ze veel beter beschermd zijn tegen kanker, hebben ze te danken aan enkele genen die DNA-schade signaleren. Je zou die bij mensen kunnen inprogrammeren. Met crispr zou je verschillende genen tegelijk kunnen manipuleren om mensen langer gezond te houden.”
EEUWIG LEVEN
Staat er een grens op de leeftijd die we kunnen bereiken? Volgens de Britse gerontobioloog Aubrey de Grey zouden we zelfs 1.000 jaar oud kunnen worden.
“De biologische grens van onze soort is ongeveer 120 jaar. Die is genetisch bepaald. Met de nieuwe biotechnologieën zullen we zeer waarschijnlijk die grens kunnen doorbreken. Dé vraag is of we ons voortdurend kunnen blijven verjongen. De natuur speelt het in elk geval klaar. Er zijn walvissen die 200 jaar kunnen worden, sommige haaien zelfs 500. Er zijn ook diersoorten die met het verstrijken der jaren niet ouder worden. Sommige organismen uit de diepzee lijken zelfs omgekeerd te verouderen: hoe ouder ze worden, hoe vruchtbaarder, en hoe kleiner hun kans om te sterven. In de natuur zijn er dus soorten die de verouderingsmechanismen op de één of andere manier hebben omzeild. Vergelijk ons met een muis: we hebben 98 procent van onze genen gemeen, maar muizen worden gemiddeld twee jaar oud, wij tot vijftig keer ouder. We hoeven dus misschien niet zo veel genen te veranderen om onze levensduur drastisch te verlengen.”
“Het interessante is dat elke cel in ons lichaam het gevolg is van een delingsproces dat al bijna vier miljard jaar bezig is. Een cel kan niet ontstaan uit het niets. Elke cel komt altijd uit een andere cel voort. Het leven op aarde is 3,8 miljard jaar geleden ontstaan. In het begin waren dat bacteriën en ééncelligen, die in de loop der tijd samenklonterden en allerlei organismen vormden, waarvan de cellen op hun beurt bleven delen. Elk organisme op deze planeet bestaat dus eigenlijk uit cellen die al miljarden jaren aan het delen zijn.”
“Het toont aan dat de natuur erin is geslaagd om leven, in de vorm van oneindig verder delende cellen, miljarden jaren te laten bestaan. Er is dus geen enkele reden waarom een organisme niet eeuwig zou kunnen bestaan.”
Maar het eeuwige leven is toch niet het doel?
“Het eerste doel is veroudering vertragen, en met onze toenemende kennis zal dat zeker lukken. Eén optie om jong te blijven is telkens de organen te vervangen. Men kweekt in varkens nu al organen die niet door de mens afgestoten kunnen worden. Met stamceltechnologie zou je ook stamcellen kunnen injecteren die nieuwe weefsels aanmaken. Met de hersenen is dat echter moeilijk, omdat onze herinneringen erin zitten. Als we nieuwe hersenen transplanteren, zijn we die allemaal kwijt. Maar zelfs daar proberen wetenschappers een mouw aan te passen. Het idee is verjongde hersencellen te ontwikkelen en die in de hersenschors te injecteren, waarna ze zich verspreiden en connecties aangaan met andere hersencellen. Zo zou je heel geleidelijk de hersenen kunnen verjongen. Er lopen ook experimenten waarbij men de hersenen van muizen epigenetisch jonger probeert te maken.”
“Het grootste gevaar is dat mensen de biotechrevolutie die eraan komt, onderschatten: ze zal onze soort enorm veranderen, al is het dan traag. De digitale revolutie ging heel snel omdat je in een paar weken een programma of een app kunt ontwikkelen; bij biotech zit tussen het idee en de goedgekeurde toepassing minstens tien jaar. Maar bekijk je het in een breder perspectief, dan zullen we in een oogwenk - want dat ís vijftig of honderd jaar - zeer interessante veranderingen zien op het vlak van onze gezondheid, levensduur, en zelfs van wat ons nog mens maakt.”
De vraag is of iedereen het wel zo'n aangenaam vooruitzicht vindt om 150 te worden. Veel mensen hebben het lang vóór hun 100ste al gehad met het leven.
“We moeten ons afvragen waarom mensen zo denken. Als je aan oudere mensen vraagt of ze nog veel langer willen leven, is het antwoord vaak negatief, maar het zijn ook oude hersenen die dat zeggen. Die werken anders: jonge hersenen willen de wereld ontdekken, hebben veel meer dopamine en serotonine, stoffen die nieuwsgierigheid, motivatie en exploratie stimuleren. Het is dus logisch dat oudere mensen sneller zeggen dat ze het wel gezien hebben. Als je de hersenen van een 80-jarige verjongt tot die van een 30-jarige, zou het kunnen dat het jeugdige vuur terugkeert.”
“Veel mensen denken ook dat langer leven betekent dat je langer achter de geraniums zit, terwijl het de bedoeling is dat je heel oud wordt én heel actief blijft. Als je mensen vraagt of ze 120 jaar willen worden terwijl ze zich als een 40-jarige blijven voelen, zullen velen het wél zien zitten.”
Een andere reden zou kunnen zijn dat mensen vrezen dat ze op hun 150ste alles al een keer te vaak hebben gedaan, en dat ze zich een paar decennia dood zullen vervelen.
“Er is al medicatie in ontwikkeling die de aanmaak van dopamine en endorfine bevordert, zodat de interesse van mensen wordt opgekrikt, of hun depressie onderdrukt. Met technologieën als virtual en augmented reality kunnen dan weer nieuwe werelden gecreëerd worden die mensen tot in het oneindige kunnen verkennen. Technologie zal voor een groot en gevarieerd aanbod aan entertainment zorgen. Omdat er meer vraag naar zal zijn, zal de entertainmentindustrie geweldig boomen.”
Nog een reden waarom we allemaal beter géén 150 jaar worden, is de dreigende overbevolking.
“Binnen pakweg honderd jaar zal de bevolking inderdaad toegenomen zijn van bijna acht naar ongeveer elf miljard mensen. Maar over honderden jaren zou er misschien zelfs onderbevolking kunnen optreden. Het wereldwijde geboortecijfer is ongeveer 2,36 kinderen per vrouw. Dat is heel laag. Volgens sommige simulaties zullen er over driehonderd jaar tien keer minder Europeanen zijn dan vandaag. Sommige wetenschappers vrezen dat de menselijke soort niet zal uitsterven door een vulkaanuitbarsting of een meteorietinslag, maar door onderbevolking.”
Het pensioenstelsel zal ook moeten veranderen.
“De pensioenen worden een gigantische ramp. Politici zijn daar totaal niet mee bezig, omdat de meesten geen visionaire leiders zijn. Het zijn in het beste geval managers, en dan nog vooral kortetermijnmanagers. Ik verwacht niet nog een pensioen te hebben als ik 80 ben. Ik begrijp dat mensen niet happig zijn op een verhoging van de pensioenleeftijd, maar het zal niet anders kunnen. Elke tien jaar neemt de levensduur toe met ongeveer 2,5 jaar. De pensioenen zijn bedacht in de 19de eeuw. Toen heeft men de pensioenleeftijd op 60 jaar gezet, omdat de gemiddelde levensverwachting 65 was. Uit alle data blijkt dat het huidige systeem, zeker op de lange termijn, onhoudbaar is. We kunnen misschien doen zoals in Denemarken: daar is de pensioenleeftijd de gemiddelde levensduur minus 14 jaar. Als de gemiddelde levensduur 84 is, kunnen mensen pas op hun 70ste met pensioen.”
“Een andere mogelijkheid is het multistage portfolio life. Nu hebben veel mensen een three stage life: studeren, werken, pensioen. Misschien evolueren we naar een leven waarin mensen eerst studeren, dan werken en vervolgens een paar jaar met micropensioen gaan. Daarna volgen ze een nieuwe studie, doen ze een andere job, en gaan ze opnieuw met micropensioen.”
Veroudering aanpakken is ook nodig om de stijgende gezondheidskosten niet uit de hand te laten lopen.
“Nu gaat 86 procent van de gezondheidsuitgaven naar verouderingsziekten. Om die kosten te beperken, móéten we de veroudering zelf gaan aanpakken. Politici beperken zich tot de kruimels: we besparen hier 50 euro, en geven daar enkele euro's subsidie, maar de grote problemen, zoals de vergrijzing, de pensioenen en de gigantische verspilling in de gezondheidszorg, worden niet aangepakt. We hebben visionaire leiders nodig die de nieuwe ontwikkelingen snappen en erop inspelen.”
“Volgens sommigen is er een nieuwe Koude Oorlog gaande tussen het Westen en vooral China, waarbij de inzet niet nucleaire bewapening is, maar artificiële intelligentie en biotechnologie. De landen die er het best in slagen om de bevolking zo lang mogelijk gezond en productief te houden - en dus de gezondheidskosten laag en de pensioenen betaalbaar - zullen zeer succesvol zijn. Landen die de biotechrace verliezen, zullen serieus in de problemen komen.”
Wat kunnen we, in afwachting van de nieuwste ontwikkelingen in de biotech, zelf doen om zo lang mogelijk gezond te blijven?
“Het krachtigste instrument blijft onze voeding. Elk atoom in ons lichaam wordt om de twintig jaar vervangen. Met de zuurstof die we inademen en de voeding die we tot ons nemen, bouwen we ons lichaam voortdurend op. We zien ook dat het leven van proefdieren het best kan verlengd worden met voeding, en niet met beweging.”
“Gezonde voeding draait om drie eenvoudige zaken. Eén: beperk de consumptie van dierlijke producten zoals vlees, kaas en eieren. Wil je toch dierlijk eten, vervang dan rood vlees zoveel mogelijk door wit vlees – kip of kalkoen – of door vette vis zoals makreel of haring, en vervang dierlijke eiwitten zoveel mogelijk door plantaardige. Twee: minder koolhydraten. Klassieke diëtisten focussen altijd op suikers, zoals in cola en koeken, maar ook het zetmeel in brood, pasta of rijst veroorzaakt suikerpieken in het bloed en versnelt de veroudering. Vervang zetmeelproducten door groenten, peulvruchten, paddenstoelen... Drie: eet meer gezonde vetten afkomstig van noten - zeker walnoten - olijven, avocado's en vette vis. Ook aan te raden is wat minder eten en wat meer vasten. Elk seizoen drie dagen vasten heeft ook allerlei gezonde effecten.”
“Nu, beweging is ook belangrijk. We weten dat de hersenen veel langer gezond blijven bij mensen die regelmatig wandelen. Ook slaap heeft een grote invloed op de gezondheid. Afvalproducten die zich overdag in de hersenen opstapelen, worden in de slaap letterlijk weggespoeld.”
“Tot slot: happiness. Als je interviews leest met honderdplussers, valt op dat ze dikwijls heel positief in het leven staan, terwijl ze vaak verschrikkelijke dingen hebben meegemaakt in de oorlog. Ook sociale contacten spelen een rol. Mensen die veel sociale contacten hebben, leven langer.”
Uw jongste boek is alweer vijf jaar oud.
“Ik heb zeker nog stof voor enkele boeken in mijn hoofd, maar het leven is écht te kort. Ik denk dat onze nazaten zullen vinden dat wij toch wel heel kort leefden, en we in de schaarse tijd die ons werd toebedeeld, wel héél weinig konden doen. Ik heb hetzelfde gevoel.”
© HUMO