'We spelen veel te weinig'
Gesprek met auteur en illustrator Gerda Dendooven
> Debuteerde in 1989 als illustrator met IJsjes, waarvoor ze meteen haar eerste Boekenpauw won (er volgen er nog twee).
> Illustreert vanaf dan voor heel wat schrijvers, zoals Ed Franck, Bart Moeyaert, Ron Langenus, Edward van de Vendel, Toon Tellegen enz.
> Deelt in 2001 als eerste illustrator in de Gouden Uil voor het prentenboek Luna van de boom (samen met Bart Moeyaert en Filip Bral).
> Ontvangt in 2004 de Prijs van de Vlaamse Gemeenschap Jeugdliteratuur voor Mijn mama, een door haar geschreven én geïllustreerd boek.
> Door haar inleving in de wereld van kinderen, haar gevoel voor humor en haar durf verbeeldt ze op een heel persoonlijke manier de gevoelens van haar personages. Haar werk wordt sterk gewaardeerd in binnen- en buitenland.
Op basis van haar flamboyante verhalen en tekeningen verwacht je een spring-in-'t-veld, een flapuit, een 'zotte madame'. Maar het veelvuldig gelauwerde dubbeltalent Gerda Dendooven is een stuk ingetogener dan haar creaties doen vermoeden. Een echte praatvaar is ze wel, met een ferme dosis humor ook. Aan een halve vraag heeft ze genoeg om erop los te associëren. Of te filosoferen. Over freaks, menselijke relaties, en de ravijn tussen de borsten van haar tante.
Door Patrick Jordens
Vorige week ging de kermisvoorstelling Sensazione van het gezelschap Laika in première, waarvoor u 'tekstleverancier' was. Hebt u zelf goede herinneringen aan kermis?
"Nee, helemaal niet. En eerlijk gezegd, dat is echt totaal mijn wereld niet. Ik ben een veel te solitair persoon om mij daar met gemak in te bewegen. Maar als iemand mij zo'n voorstel doet (in dit geval Jo Roets, artistiek leider van Laika, PJ), dan word ik nieuwsgierig en wil ik daar graag mijn eigen ding van proberen te maken. Dan probeer ik iets nieuws te doen met zo'n cliché. Ik ben vooral gevraagd om voor een aantal stille en poëtische momenten te zorgen. Er zit veel actie in, de acteurs en het publiek drijven allerlei machines aan, een soort alternatieve kermismolens. Het leek mij wel spannend om te midden van al dat brute geweld af en toe terug te vallen op een verhaal, of de nostalgie die rond kermisfiguren hangt."
(na ons gesprek maakte ik de performance mee en die 'stillere' momenten zijn toch ook bijzonder hilarisch en geestig geworden. Dendoovenpoëzie pur sang, kortom, PJ)
De figuren in uw prentenboeken doen mij soms wel denken aan 'freaks', mensen die we vroeger op de kermis gingen uitlachen.
"Vind je? Freaks zou ik ze niet echt noemen. Het zijn zeker geen doorsneemensen, dat klopt. Als ik op een terras zit, dan gaat mijn aandacht altijd meteen naar de minst gewone personages. Niet vanuit een vorm van voyeurisme, maar omdat die mensen me nu eenmaal interessanter lijken en enorm op mijn verbeelding werken. Ik vraag mij dan onmiddellijk af: met wie heeft die een afspraak en waarom? Hoe woont die? Wat is zijn/haar verdriet? Etcetera. Ja, er moet wel een foutje aan zijn om mij te kunnen boeien. Ik ben pas geïnteresseerd in een held als ik zijn défautje te zien krijg, als hij weer mens wordt in feite. Weet je, ik las ooit: 'Over een goeie relatie schrijf je niet, over een slechte daarentegen...'
"En dat die figuren er wat vervormd of verwrongen uitzien, is soms ook een manier om weer te geven dat er iets krom zit aan de binnenkant. Met tekst kun je letterlijk beschrijven wat er aan de hand is in het innerlijk van een personage, maar als ik mij bedien van tekeningen moet ik het via de vorm wat uitvergroten."
Er zitten ook opvallend veel dynamiek en humor in uw tekeningen.
"Ik heb graag dat het er op het eerste gezicht heel beweeglijk en zelfs vrolijk uitziet, om pas nadien, als je wat beter kijkt, te merken dat er details zijn die ook een andere kant suggereren. Een soort tristesse of zo. Ik hou wel van een zekere dubbelzinnigheid, waar je verschillende kanten mee uit kunt. Maar ik wil toch altijd liever eerst verleiden met de lach. 'A spoon full of sugar helps de medicine go down', zong Mary Poppins.
"Het is voor mij een manier om te overleven. Zelfs mijn eigen pijnen en verdrieten vind ik soms zo ridicuul en belachelijk, vergeleken met echte menselijke drama's."
Galgenhumor?
"Nee, want er zit tegelijk veel mildheid in mijn manier van kijken, hoop ik. Noem het een overdreven ontwikkeld gevoel voor relativering misschien? Of een bescherming tegen de pijn van het zijn?"
U bent een heel productief tekenaar en schrijver. Tussendoor zien we u vaak opduiken in de theaterwereld. Ontstaat uw fantasie vanuit een soort onvoldaanheid met de realiteit?
"Nee, integendeel. De alledaagsheid fascineert mij enorm, maar ik vind dan ook bijna niets alledaags. Behalve dan misschien mensen die krampachtig naar een hen opgelegde norm willen leven. En dan nog, als je lang genoeg aan die boom zou schudden, dan zullen er zeker nog allerlei interessante dingen uitvallen. Maar mijn fantasie geeft me wel een soort veiligheid. Van buitenaf naar het leven kijken maakt het makkelijker voor mij om eraan deel te nemen. Meelopen met de stroom beangstigt mij enorm. Ik ben me hyperbewust van het leven en koester de waanidee dat ik het leven zelf kan sturen. Ik maak mijn wereld zoals ik hem wil zien. Ik vraag me vaak af of mijn leven dan begint te gelijken op datgene wat ik creëer of omgekeerd.
"Ik hoop dat kinderen die mijn wereld te zien krijgen een op zijn minst aangenaam moment beleven, waardoor ze misschien wat weggeraken van hun angsten, of hun verdriet. Dat ze misschien leren hoe om te gaan met die angsten ook, zoals in Slimme Krol, mijn laatste boek waarin een jongetje zelf de spoken en monsters oproept. Angst is voor mij de motor van elk handelen."
Ging u zelf als kind al op zoek naar die 'veiligere wereld'?
"Ik was vooral een einzelgänger, ik ging heel sterk mijn eigen weg. En ik ben altijd een buitenstaander geweest, een observator. Met veel oog voor detail. Een van mijn levendigste herinneringen is bijvoorbeeld de spleet tussen de borsten van mijn tante. Zo gigantisch, precies een ravijn. Ik had daar ook fantasieën bij. Alles wat seksualiteit of erotiek uitstraalde, fascineerde mij al van jongsaf heel erg, misschien omdat ik zo puriteins ben opgevoed, omdat het zo verboden was. Ik heb mij daardoor wel vaak een koekoeksei gevoeld, in het verkeerde nest terechtgekomen. Mijn opvoeding heeft wat dat betreft een compleet averechts effect op mij gehad. Alles wat onbekend was, was beangstigend."
Terwijl u blijkbaar net naar het onbekende toe wordt gezogen.
"Ja, ik ben heel nieuwsgierig naar mijn eigen grenzen. Overmoedig misschien, zo kun je het ook noemen. En ik verveel me snel. Behalve in mijn hoofd. Ik ga dat onbekende dus wel opzoeken, maar uiteindelijk ook om het te kunnen controleren."
De moederfiguur is erg aanwezig, zeker in uw recente werk. Mijn mama lijkt wel één grote hommage aan een soort ideale moeder. In Soepkinders zijn de twee hoofdfiguren wanhopig op zoek naar hun verdwenen mama. Schrijven als therapie?
"Therapie niet zozeer, eerder als een overlevingsmechanisme."
Ervaart u 'de wereld' dan echt als zo bedreigend?
"(denkt lang na) Goooh. Ik denk dat het vooral te maken heeft met hoe je je zelf verhoudt ten opzichte van die wereld. We zijn uiteindelijk vooral onze eigen grootste vijand, we zijn bedreigend voor onszelf, ook op maatschappelijk niveau. Al die bizarre en gevaarlijke figuren waar de kinderen in Soepkinders mee af te rekenen hebben, dat zijn op een bepaalde manier hun eigen demonen. We zijn enorm op onszelf gericht, zo opportunistisch, heel hard met zelfbehoud bezig. Op zich misschien niet zo dramatisch allemaal, als we ons er maar van bewust zijn. Maar ik zie mensen wel vaak allerlei strategieën toepassen om hun eigenlijke intenties en angsten te camoufleren. Dat vind ik wel problematisch. Fascinerend hoor, maar ook gevaarlijk. Ik kan soms wel ongelukkig worden van hoe mensen met mekaar omgaan, en ik vorm daar zelf geen uitzondering op."
Is het misschien ook daarom dat uw werk zo sterk kinderen aanspreekt, omdat u de strategieën van sommige volwassenen ontmaskert en er ook mee lacht?
"Misschien wel, al denk ik niet dat kinderen op dat vlak per se anders zijn. De meeste kinderen zijn vaak ook heel opportunistisch, toch. Maar ze gaan er meestal wel directer mee om, ze zeggen waar het op staat, proberen zich niet zo hard te verstoppen."
Bent u bewust bezig met uw lezerspubliek als u iets maakt?
"Niet zozeer met 'de kinderen' want die bestaan toch niet, maar wel met mijn eigen manier van kijken naar de dingen toen ik zelf een kind was. Ik val graag terug op die 'oorspronkelijke' nieuwsgierigheid. Als ik iets maak voor kinderen, kijkt een andere ik met mij mee. Mijn 'kind-ego', bestaat dat? In ieder geval is er dan een wezen op mijn schouder dat graag mee wil zijn in het verhaal, dat het wil kunnen begrijpen, en daar hou ik wel rekening mee. Maar ik blijf het wel hebben over dingen die mij als volwassene heel erg bezighouden. Ik zoek alleen naar een grote helderheid omdat het referentiekader van kinderen zoveel kleiner is, ze hebben nog niet die bagage op basis van verschillende ervaringen. En ik hoop toch dat mijn boeken ook volwassenen helpen in hun kijk op de wereld."
Ik associeer de speelsheid van uw werk wel makkelijker met kinderen dan met volwassenen. Spelen we te weinig?
"Ja, absoluut. Hoe komt dat toch? Ik vraag me af wanneer we dat kwijt zijn geraakt. Nee, eigenlijk denk ik dat volwassenen die niet meer kunnen spelen nooit hebben gespeeld, ook niet als kind. Dat die totaal geen fantasie hadden. Ik denk dat saaie volwassenen ook gewoon saaie kinderen waren."
U kaapte zo ongeveer alle prijzen weg. Zijn er nog uitdagingen voor Gerda Dendooven?
"Jawel! Ik leg net de laatste hand aan een prentenboek voor peuters, over alweer een zoektocht naar een thuis, op vraag van het ministerie van Cultuur in Frankrijk nog wel. Heel spannend! En ik ben ook bezig met de binnenaankleding van een nieuwe bibliotheek in Beveren, een angstaanjagend nieuwe ervaring voor mij. Maar mijn ultieme droom is ooit eens een film maken. Mijn fantasie visualiseren tot levende beelden. Een beetje zoals Tim Burton, liefst lekker obscuur en bevreemdend, natuurlijk. Heerlijk!"
> 'Sensazione' van Laika en Time Circus is te zien op de Zomer van Antwerpen, nog tot 24 juli, van donderdag tot maandag, telkens van 17 tot 21uur. Info en reserveren: 03/209.91.50.
'Ik denk dat saaie volwassenen ook gewoon saaie kinderen waren'
'Ik hou wel van een zekere dubbelzinnigheid, waar je verschillende kanten mee uit kunt. Maar ik wil toch altijd liever eerst verleiden met de lach. 'A spoon full of sugar helps de medicine go down', zong Mary Poppins'