Zondag 02/04/2023

'We moeten terug naar het preïndustriële tijdperk' Eugene, stad van anarchisten en ecoterroristen

Sinds gemaskerde jongeren eind vorig jaar tijdens de top van de Wereldhandelsorganisatie in Seattle de ruiten van een handvol winkels ingooiden, vraagt Amerika zich af wie de anarchisten zijn. De beschuldigende vinger wijst richting Eugene, een studentenstad in Zuid-Oregon. Demonstraties tegen Nike en de G7-conferentie liepen hier uit op vernielingen en politiegeweld. 'In dertig jaar is het aantal zelfmoorden onder jongeren verdrievoudigd, scholieren schieten elkaar dood, kinderen van twee zitten al onder de Ritalin en Prozac. Men moet maar eens nadenken over wat wij zeggen.'

Hélène Schilders

De hand verdwijnt in een plastic tas en komt weer tevoorschijn met een koekje. "Ik voelde me op school al een buitenstaander tussen al die rijke tieners", zegt Jamie. Stoned hangt ze in de versleten stoel. Haar ogen achter de brillenglazen staan glazig. "Ik was toen nog geen anarchist. Pas toen ik LSD ging slikken, besefte ik dat ik niet zoals de rest hoefde te zijn. Ik zag opeens dat alles een kaartenhuis was. Dat als je de waterkraan dicht zou draaien de zaak ineen zou storten." Maal-maal doen haar kaken. "Toen zag ik een folder waarop stond: Ronald Reagan is de duivel. In San Francisco kwam ik die weer tegen. Het waren allemaal kruimels. In Eugene vond ik opeens de cake." Er verdwijnt weer een koekje in haar mond. "Dat was koffiehuis Icky's, een verzamelplaats voor mensen met dezelfde ideeën. Mensen die geen nieuwe kleren en auto's kochten en geen tv keken."

Een van hen was Steven. Met zijn vuist onder zijn kin ligt hij op de vloer. "Icky's werd gesloten omdat duistere krachten zich tegen ons keerden", vult hij aan. Steven werkt drie dagen per week. Daarvan betaalt hij de huur. "Mijn eten krijg ik van een anarchistencollectief. Massa's mensen in deze buurt halen voedsel uit de afvalcontainers. Het is onze manier om om te gaan met een heel ziek systeem. Dit land is zo smerig rijk. Wij zijn de parasieten bovenaan de voedselketen. En ondanks al hun spullen zijn Amerikanen niet eens gelukkig."

Jamie heeft al jaren geen gewone baan gehad. "Ik kan er niet tegen om me op te doffen en naar een sollicitatiegesprek te gaan", zucht ze. "Ik verkoop marihuana. Eigenlijk zou ik het liefst nooit meer geld gebruiken. Mensen zeggen tegen me dat ik dan mijn eigen voedsel moet verplanten. Maar dat vind ik overheersing van de planeet." Ze kauwt gedachteloos op het koekje. "Als ik echt zou leven naar mijn opvattingen", zegt ze ten slotte, "zou ik maar wat rondbanjeren en insecten eten."

De wijk Whiteaker is een bonte verzameling van goedkope houten huizen in paars, groen en blauw, langs de spoorlijn in de Amerikaanse stad Eugene. Het is een arbeidersbuurt waar zesduizend mensen wonen. In de tuinen groeit alles door elkaar heen. Op folders bieden buurtbewoners elkaar cursussen aan in politiek, tuinieren en het beveiligen van wapens. Overal rijden fietsers. De 'veryuppificering' die in Eugene begint door te dringen, heeft de wijk tegen weten te houden door de ruiten van nieuwe zaken in te gooien en ondernemers zo weg te jagen. 'Revolt Now!' staat op een deur gekalkt. Hier bestormden dertien agenten het huis van de toen vijftienjarige Brenton Gicker. Terwijl zijn ouders onder schot werden gehouden, nam de politie een computer, posters en de archiefkast van Brenton in beslag. Hijzelf werd op school gearresteerd: zijn vingerafdrukken waren aangetroffen op een protestbord met een anarchistenteken erop. Het is een van de talrijke botsingen die zich de laatste twee jaar in Whiteaker voordoen. De bewoners klagen dat ze niet eens schuin de straat kunnen oversteken zonder te worden aangehouden. Laatst betrapten ze nog een FBI-agent in zijn auto. Hij zat te kijken wie er naar binnen ging bij Tiny's Tavern, het houten keetje waar mensen op woensdagavond naar de uitzending van de alternatieve tv gaan kijken. Want niemand hier heeft kabel.

Sinds gemaskerde jongeren eind vorig jaar tijdens de top van de Wereldhandelsorganisatie (WHO) in Seattle de ruiten van een handvol winkels ingooiden, vraagt Amerika zich af wie de anarchisten zijn. De beschuldigende vinger wijst richting Whiteaker. Een broeinest van politiek extremisme en subversiviteit, menen de autoriteiten. Niet dat er onder de 117.000 inwoners van Eugene, een studentenstad in Zuid-Oregon, zoveel anarchisten zijn; in Seattle, San Francisco en Los Angeles leven er meer. Maar die in Eugene hebben hun acties drastisch opgevoerd. Demonstraties tegen Nike en de G7-conferentie liepen hier uit op vernielingen en politiegeweld. Tijdens een protest tegen de aanleg van een parkeerplaats spoot de politie zelfs peperspray op hun geslachtsdelen, zeggen de anarchisten. Ze vormen een losse groep van oudere intellectuelen, randgroepjongeren en jonge mensen die de middenklasse-idealen van hun ouders verwerpen. Het enige waarover ze het eens zijn, is dat alle eigendom moet worden vernietigd. Maar verder zijn ze onderling sterk verdeeld, vooral over de tere coalities met de vakbonden en het gebruik van internet als actiemiddel.

'Sommige zogenaamde anarchisten willen alleen maar het bestaande systeem hervormen", snuift John Zerzan. Het intellect van de meest radicale tak is een magere man met een baard en een bril. Hij woont in een perzikkleurig huis, verstopt aan een paadje in Whiteaker. Op een bord voor de deur is een sticker geplakt: 'De situatie is onder controle. Unabomber.' De 56-jarige schrijver van anarchistische boeken, afgestudeerd in politieke wetenschappen en Amerikaanse geschiedenis, zit in een korte broek tussen een volgestapeld bureau en een boekenwand van plastic kratjes. Met monotone stem, waarachter ingehouden woede schuilt, brandt hij los: "Eugene is het nieuwe Berkeley. Daar was ik tijdens de sixties-revolutie, maar ik ben tot de conclusie gekomen dat die niet ver genoeg ging. Voor wezenlijke verandering moet niet alleen de staat, maar ook de technologie worden uitgeroeid. De hele structuur van de moderne beschaving moet op de helling. We moeten terug naar het preïndustriële tijdperk, waarin mensen zelfvoorzienend leefden."

Een meisje met dreadlocks en een hond klopt op de deur; Zerzans huis is een zoete inval voor jonge aanhangers van zijn primitivisme-ideologie. Met een doodernstig gezicht deelt ze aan Zerzan, Jamie en Steven kopieën uit van het geruchtmakende artikel dat Bill Joy, medeoprichter van Sun Microsystems, in april in Wired publiceerde en instemmend door de primitivisten is ontvangen. Joy bekent schoorvoetend dat Ted Kaczynski, de Unabomber die begin jaren negentig een reeks dodelijke aanslagen pleegde, misschien gelijk had: robots, genetische manipulatie en nanotechnologie zouden de mens wel eens tot een bedreigde soort kunnen maken. Dat deze technogoeroe zulke gedachten koestert, vindt Zerzan veelbetekenend. "Dit is nota bene een van de mensen die het allemaal mee heeft helpen bedenken", zegt de schrijver, die regelmatig correspondeert met Kaczynski in de gevangenis. "Ted is heel blij met de anarchisten en de WHO-demonstraties. Hij is zeker niet krankzinnig, al hebben zijn advocaten dat wel aangevoerd. Zijn manifest is volkomen logisch: het is onmogelijk om werkelijk vrij te zijn onder een technologisch systeem."

De allesoverheersende technologie aan de Amerikaanse westkust, gaat hij voort, belichaamt kapitaal en daardoor de diepste waarden van dat economische stelsel: arbeidsspecialisatie, efficiëntie en productiviteit. Nu windt Zerzan zich op: "Mensen zijn vervreemd geraakt en dat proces gaat steeds sneller naarmate de technologie zich ontwikkelt. Je kunt niet eens meer kiezen: alle scholen hebben computers. In dertig jaar is het aantal zelfmoorden onder jongeren verdrievoudigd, scholieren schieten elkaar dood, kinderen van twee zitten al onder de Ritalin en Prozac. Men moet maar eens nadenken over wat wij zeggen. Otherwise you can kiss it all goodbye!"

In hun zichtbaarheid ligt de kracht van de Eugene-anarchisten, meent Michael Dreiling, hoogleraar sociologie aan de Universiteit van Oregon en gespecialiseerd in sociale bewegingen. In zijn volgepropte kamer in het universiteitsgebouw slaat hij een been met een enkellaarsje over zijn knie en steekt geestdriftig van wal: "Hoewel ze zich in de marge ophouden, zijn ze effectief. Ze functioneren als een motor die een groot blok ontevreden Amerikanen aandrijft en de linkervleugel dwingt om zijn grenzen opnieuw te definiëren."

Dat de sociale onrust onder de Amerikanen groot is, werd duidelijk tijdens 'The Battle of Seattle' rond de WHO-top. Die markeerde de verrijzenis van de antiglobalisatiebeweging. Veertigduizend demonstranten vormden niet eerder vertoonde allianties: vakbondsleden liepen zij aan zij met anarchisten en milieuvoorvechters. Seattle is only the beginning, waarschuwden graffiti. "Links is nog maar aan het trainen", zegt Dreiling. "De gemeenschappelijke vijand is nog niet geïdentificeerd." De WHO-rellen bleken inderdaad een exercitie voor de tegenstanders van globalisering. De overdreven politiereactie leidde tot een verharding onder de voornamelijk vreedzame actievoerders. "London, Seattle, continue the battle!", scandeerde een groep vorige week tijdens een bijeenkomst van het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank in Praag. Het was één grote explosie van molotovcocktails, stenen, traangas en waterkanonnen. Tientallen betogers en agenten belandden in het ziekenhuis. Volgens juridische observanten kwamen mensen uit de gevangenis met gebroken botten en uitgeslagen tanden. Er zouden zelfs actievoerders seksueel zijn misbruikt.

Ook in april vielen er gewonden toen dezelfde instituten vergaderden in Washington DC. De Republikeinse conventie in Philadelphia, de Democratische conventie in Los Angeles, het Wereld Economisch Forum in Melbourne, de hele zomer stonden anarchisten en andere demonstranten oog in oog met de politie. En de volgende confrontatie staat al gepland: in Montreal, waar in oktober vermogende en ontwikkelingslanden van gedachten wisselen.

In de Verenigde Staten dateert het anarchisme van rond 1880. Toen kwam het op in het industriële oosten en het Midwesten, aan de uiterste linkerflank van de arbeidersbeweging. Zo'n twintig jaar later splitsten de anarchisten zich af van de Socialistische Partij. Daaruit ontstond de vakbond International Workers of the World (IWW ofwel de Wobblies). Die werd uiteindelijk met geweld neergeslagen. Dreiling: "Militantie komt altijd hard op in de Verenigde Staten en wordt weer hard onderdrukt."

De huidige anarchistische golf borrelde tien jaar geleden in het hele land op. Dreiling noemt het logisch dat radicale politieke ideeën, zoals die van anarchisten maar ook van milities, aan populariteit winnen. Ze grijpen terug op de oude idealen van de Amerikaanse democratie, zoals vrijheid en zelfregulering. "Dat spreekt aan in een tijd waarin toegang tot het politieke systeem steeds meer wordt bepaald door je toegang tot dure advocaten, goedgeklede lobbyisten en veel geld. De middenklasse en alles wat eronder zit, hebben geen stem meer."

Ter illustratie haalt de hoogleraar de naderende presidentsverkiezingen aan. Twee kandidaten, maar bijna identiek: "Gepokt en gemazeld in het politieke establishment, afkomstig uit rijke families en geen flauw idee van wat de gemiddelde Amerikaan bezighoudt."

In deze tijd van globalisering neemt het gevoel van onmacht toe omdat kapitaal en grote ondernemingen hun greep op overheden verstevigen. De verhitte Amerikaanse economie biedt geen soelaas: slechts 20 procent van de bevolking profiteert daar volgens Dreiling van. Het gevolg is het failliet van de American dream onder veel jonge Amerikanen. "Ze zijn opgegroeid met de belofte van snelle auto's, mooie kleren, massa's vrije tijd. Maar ze hebben er het geld niet voor. Of ze komen erachter dat ze er zestig uur per week voor moeten werken en negeren dat hun kleding door kinderen is gemaakt en voor hun meubilair eeuwenoude bomen zijn gekapt. Steeds meer jongeren zien die tegenstelling en weigeren om compromissen te sluiten."

Sommige van zijn studenten protesteren al dagen op de campus tegen sweatshops, waar onder erbarmelijke omstandigheden kleding wordt gemaakt voor Amerikaanse bedrijven. "De anarchisten zelf zullen misschien niet de vruchten plukken van hun acties. Maar je zult het resultaat ervan zien op universiteiten en in de werkplaats." Uit de talrijke stakingen blijkt de groeiende macht van de vakbonden. Toen 16.000 Boeing-technici dit jaar het werk neerlegden, spraken experts van de grootste witteboordstaking in de Amerikaanse geschiedenis. Ondertussen bekijkt het Amerikaanse bedrijfsleven de groei van de antiglobalisatiebeweging angstvallig. In een rapport dat de publiciteitsfirma Burson-Marsteller voor ondernemingen schreef, worden profielen geschetst van tientallen groepen die deelnamen aan de WHO-protesten, van het Anarchist Action Collective in Eugene tot de landelijke vakbond AFL CIO. De ontluikende coalities tussen die bewegingen kunnen de langetermijnbelangen van het bedrijfsleven ernstig schaden, waarschuwde het rapport. In het westen van de Verenigde Staten is het recente anarchisme nauw verbonden met de opkomst van eco-warriors. Door de stedelijke groei, die de natuur en de daarbij horende levensstijl bedreigt, worden hun acties steeds grimmiger. Sinds 1996 sloegen organisaties als het Earth Liberation Front (ELF) en het Animal Liberation Front (ALF) ruim dertig keer toe, onder meer met een brandstichting in een skioord in Colorado. In totaal veroorzaakten deze twee groeperingen ruim 15,6 miljoen dollar aan schade, maar de leden slagen er vrijwel altijd in om uit handen van de politie te blijven. Vorig jaar nog getuigde FBI-directeur Louis Freeh voor een subcommissie van de Senaat dat het ELF en het ALF een aanzienlijk probleem vormen voor Justitie.

'Huur = diefstal' staat er op haar zwarte, afgewassen T-shirt. Het plukkerige haar, met grijze plekken erin, is aan één kant afgeschoren. "Zolang de tree-sitters in de bomen zitten, kan het kappen niet beginnen", zegt Shelley Cater. "Want als er iemand uitvalt, kunnen wij het bedrijf voor het gerecht slepen." Over glooiende, groene heuvels rijden we naar een actiekamp in Willamette National Forest bij Eugene. Shelley werkt als vrijwilligster voor Red Cloud Thunder, een klein collectief dat werd opgericht om de laatste eeuwenoude bomen in het regenwoud te beschermen tegen een plaatselijke houtkaponderneming. Al tweeënhalf jaar leven wisselende tree-sitters in de hutten die ze van planken en bouwplastic boven in de bomen hebben gemaakt. Als we de auto hebben geparkeerd, komt een agent van de Forest Service aansjokken. Hij posteert zijn bolle lichaam breed op het pad: niemand mag het bos in zonder vergunning en een escort. "Nee, dat zal vandaag niet meer lukken", glimlacht hij quasi medelevend. "Dan maar via een geheime route dwars door het regenwoud", stelt Shelley voor zodra we uit het zicht zijn. Ze wijst nauwelijks zichtbare gele strikjes onder bladeren aan: andere activisten hebben die als bewegwijzering vastgemaakt. Over een zompige, dikbeboste heuvel glibberen we tientallen meters naar beneden. En dan houden de gele strikjes op. Twee uur worstelen we ons door prikkende bosjes, klimmen over omgevallen bomen, kruipen onder takken door waar donkergroen mos van afdruipt en springen over glasheldere, klaterende stroompjes. Net als we zitten te peinzen dat dit The Blair Witch Project wel lijkt, klinkt in de verte een drum. Opeens duikt een cirkel onmetelijk hoge bomen op rond een open veldje met provisorische tenten en een knappend vuur. Rafelige honden snuffelen rond. 'Pas op, er vallen objecten uit de boom', waarschuwt een bord. Meteen klettert er klimgerei naar beneden. "Sorry!", roept iemand. "Dat geschreeuw altijd. En je hoort elkaar nog niet", moppert een oudere man met een muts waar zijn lange haar bovenuit steekt. Hij stelt zich voor als Grasshopper. Met een lijzig zuidelijk accent vertelt hij dat de freddies, de politie, hun patrouilles hebben opgevoerd. "Maar wat me meer frustreert, zijn de onderlinge ruzies die we hebben. We zijn harder voor elkaar dan voor de freddies."

Het protest kan gevaarlijk worden. Shelley vertelt dat in Californië scherpschutters op de hoofden van de tree-sitters richten. "Zo worden ze naar beneden getakeld." De plaatselijke bevolking, werkzaam in de houtindustrie, is ook al langs geweest met geweren. Toch hebben er inmiddels zo'n honderd activisten in het kamp gelogeerd. Hippies, tree-huggers, punks, anarchisten, zelfs heroïnejunks uit Los Angeles die hier afkicken. Het anarchisme trekt veel jongeren die scholen en conventionele banen de rug hebben toegekeerd. Ze maken de keuze om nobody te zijn in een cultuur die dicteert dat je ernaar moet streven om somebody te zijn. "Wij waren allemaal buitengesloten op de middelbare school. We functioneren niet zoals het hoort", zegt Shelley. "Onze families zijn disfunctioneel omdat we in een disfunctionele maatschappij leven. Werk, consumeer, sterf, dat is er zo ingestampt bij ons Amerikanen."

Spring, een negentienjarige jongen met een zachte stem en een machete op zijn rug, komt erbij staan. "Deze actie heeft veel mensen een doel in hun leven gegeven." Zijn vader, een timmerman, wilde dat hij ging studeren, een gezin zou stichten en een huis in de suburbs zou kopen. "Maar ik wist dat de American dream niets voor mij was. Een leven dat om consumeren draait, vind ik te oppervlakkig."

Hij plukt aan zijn paarse trui vol gaten. Tijdens nieuwjaar 1999 werd hij 'verliefd' op de bedreigde bomen. "Hier ben ik genezen. Ik heb geleerd hoe de wereld werkt en wat mijn plaats erin is. Wij bouwen een nieuwe samenleving met onze eigen ethische regels." In een boom wonen is een stevige oefening in evolutie, legt hij uit. "Je kunt de tv niet aanzetten of in de auto springen. Je bent volledig op jezelf aangewezen. Het is eenzaam soms. Maar zelfs mijn koppige vader ziet nu in dat de dingen anders in elkaar zitten dan hij dacht." Nog vragen? Nee? Dan slentert hij weg, het bos in.

De zon gaat onder. We lopen terug, deze keer over de weg, met een radar in onze rug voor de Forest Service. Als er een auto aankomt, duiken we achter een boom. Een plas modder zuigt zich als een nap aan ons vast. Met soppende schoenen rijden we naar Eugene. Shelleys dertienjarige zoon heeft al een kinderdemonstratie georganiseerd, vertelt ze. "Omdat hij zich zo machteloos voelt." Lang heeft ze jongeren opgevangen in het huis dat ze met een cheque van haar ex-man heeft gekocht. "Het is het enige materiële waarmee ik blij ben, omdat ik er iets voor anderen mee kan doen."

De rook van haar gerolde sigaret kringelt uit het autoraam. Ze staart naar buiten. "Die kids zijn woedend. Ze hebben hun ouders zien zwoegen om dingen te kopen die ze niet echt willen. Maar ze hebben niet de vrijheid om op een andere manier te leven. Ik wil iets positiefs voor hen doen in plaats van hen op te stoken tot gewelddadige acties. Want sommigen zijn zo kwaad, het is hun grootste droom om op straat door de politie te worden neergeknald."

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234