Nachtleven
‘We hebben lang genoeg thuisgezeten. Nu is het vakantie’: Nederlandse tiener-comazuipers overspoelen Knokke
Twaalf politiecombi’s, bijstand van de Nederlandse politie, vier agenten te paard. Het leek even of de gele hesjes helemaal terug waren. Het was gewoon een zoveelste zomeravond op het Alfred Verweeplein in Knokke.
Ook op de mondaine Lippenslaan in Knokke doet de politie nu aan ethnic profiling. Niet van mensen met een kleurtje, want die zie je hier nauwelijks, tenzij in de functie van afwasser of ophaler van lege glazen. De geviseerde groep onderscheidt zich van de overige residenten door zomerrokjes, witte broeken, lichtblauwe polo’s en witte schoenen. En het al te luidruchtig bezigen van uitdrukkingen als ‘houdoe’ of ‘doeg’. Het is zaterdagavond. Agenten van de federale politie sluiten groepjes Nederlandse tieners in en vragen hen om hun identiteitsbewijs.
“Ik heb toch niks gedaa-aan?”
“Identiteitsbewijs graag.”
“Mag ik een selfie met u?”
Gedaan met corona
Weinigen blijken ouder dan achttien. De meesten zijn kinderen van tweedeverblijvers of hun hier uitgenodigde vrienden. Mensen met een buitenverblijf in Knokke, die zich in het heetst van de coronacrisis al zo geviseerd voelden.
Niemand draagt een mondmasker. Ook niet in de nachtwinkel, ook al is dat verplicht en blijkt zo goed als niemand op de hoogte. In een langs het Alfred Verweeplein neergezette constructie met urinoirs staan tot twaalf jongens tegelijk tegen elkaar aan te plassen. De jongelui op de terrassen van bars Ysiss of Bella Ciao hebben collectief besloten dat met het begin van de zomer definitief het einde van alle coronamaatregelen is geofficialiseerd. Er wordt geknuffeld, gezoend. Een hek dat naast het terras van bar Ysiss is neergezet om tweerichtingsverkeer te voorkomen, wordt de hele avond lang overklommen.
Dat er aan de andere kant van het plein twaalf politiecombi’s zichtbaar staan te zijn, en ook nog eens vier uit Etterbeek en Nederland overgekomen agenten te paard wordt collectief genegeerd. “Hier mag je alcohol bestellen”, zegt een van de jongelui. “In Nederland mag je dat pas vanaf je achttien. Dus spreken we allemaal hier af.”
“We hebben lang genoeg thuisgezeten”, zegt een van de meisjes. “Nu is het vakantie.”
Kopschopper
De Lippenslaan blijft tot laat in de avond een showroom voor auto’s van dure merken. Die de hele avond weinig anders lijken te doen dan rondjes draaien en de motor doen brullen. Met daartussenin opeens een echtpaar van middelbare leeftijd in een golfkarretje.
Vrijdagavond werden twee Nederlandse minderjarigen uit de streek van Amsterdam opgepakt omdat ze zich bij het ontruimen van het plein agressief zouden hebben gedragen tegenover de politie. Eerder, op dinsdagavond, kwam het tot gevechten. De lokale politie Damme-Knokke-Heist verspreidde achteraf beelden van een jongen die op het hoofd van een gevallen agent aan het schoppen was.
Nu, zaterdagavond, is de politionele overmacht totaal. Het tafereel roept herinneringen op aan Brusselse betogingen, aan gele hesjes. In de politiecombi’s zitten getrainde troepen, met helmen en matrakken. Je vraagt je af of ook hier het waterkanon ergens achter een hoek verborgen is. Terwijl het hoofdzakelijk gaat om comazuipende jeunesse dorée.
Rond enkele minuten voor enen, het verplichte sluitingsuur, is de situatie nog altijd zoals ze dat al de hele avond is. De jongelui, vooral Nederlanders, blijven obers wenken voor flessen wodka voor bij de Red Bull. Of bier per meter. Het is de bedoeling om te blijven hangen tot de obers echt nerveus gaan doen.
Om exact 1 uur stipt komt de massa in beweging. Slenterend, richting de Lippenslaan. En nu pas lijken enkele jongelui de agenten te paard te hebben opgemerkt.
Een tienermeisje, zelf beschikkend over een paard in de manège, begint geestdriftig te strelen: “Wat is-ie lief! Hoe heet-ie?”
Er komen nog meer jongelui paardenhoofden strelen: “Wat leuk! Komen jullie morgen weer?”