Zondag 02/04/2023

Blik op BelgiëBrussel

Wat zagen de 236 mensen die in de avond van 19 april 1943 vluchtten uit de trein naar Auschwitz?

null Beeld Jo Struyven
Beeld Jo Struyven

Wat zagen de 236 mensen die in de avond van 19 april 1943 uit de trein vluchtten? Fotograaf Jo Struyven bracht het in kaart met Daniel Weyssow van Stichting Auschwitz.

Douglas De Coninck

De foto toont het eerste wat Izabella Weinreb moet hebben gezien, toen ze zich die nacht oprichtte, een tand uitspuwde en haar gebroken pols betastte. Ook fotograaf Jo Struyven dacht eerst dat het een kerktoren was. “Het is een een watertoren”, zegt hij. “Hij hoort bij het zwakzinnigengesticht Sint-Kamillus in Bierbeek. Izabella heeft de toren gezien bij volle maan, achter de bomen. De Broeders van Liefde hebben die nacht meerdere springers opgevangen.”

“Izabella was een mooie blonde vrouw, drie maanden zwanger. De deur van haar wagon was open, ze zou samen met haar vriendin springen. Ze durfde niet, dus heeft iemand haar geduwd. Ze is de volgende dag terug in Brussel geraakt, bij haar man, een tandarts. De baby kwam gezond ter wereld en woont nu op haar tachtigste in Los Angeles. In april komt zij de tentoonstelling bekijken.”

Veewagen

Jaren is Jo Struyven met Daniel Weyssow van Stichting Auschwitz bezig geweest met het in kaart brengen van springers van Transport XX, het in de avond 19 april 1943 vanuit de Mechelse Dossinkazerne vertrokken Jodentransport waarvan we onthielden dat het het enige is dat tijdens WO II ooit is overvallen. Door drie oud-klasgenoten van het atheneum van Ukkel: Youra Livchitz, Robert Maistriau en Jean Franklemon. In een interview met deze krant in 2005 getuigde Maistriau over hoe ze in Boortmeerbeek een lamp met een rood doekje overheen neerzetten op het spoor. Hoe de trein stopte en hij met zijn nijptang naar voren rende, hij de deur van een veewagen opende en in eerste instantie maar twee Joodse vrouwen durfden uit te stappen.

Maistriau kon tot zijn dood enkel gissen naar de impact van zijn daad. Nog tot 14 augustus kun je het zien in de fototentoonstelling 236, Land(es)scapes from the 20th Convoy in het Joods Museum in Brussel. 236 verwijst naar het totale aantal springers (119 mensen werden gered, 90 opnieuw opgepakt en 26 doodgeschoten). “Eigenlijk had het 237 moeten zijn”, merkt Struyven op. “Door te zoeken en te blijven zoeken, kom je op nieuwe zaken. In november kwamen we Aaron Luksenberg op het spoor, een jongen van wie altijd is gedacht dat hij zoals bijna alle anderen in Auschwitz is vermoord. Hij is gesprongen in Korbeek-Lo, overleefde de oorlog en dook onder bij een gezin in Waver. Om op zijn vijftiende te overlijden aan een ziekte.”

Recent historisch onderzoek voegt drie vergeten helden toe aan het verhaal: Romain Baplu, Nicolas Poncelet en Pieter Scheepers. “Er waren meerdere sabotages”, zegt Struyven. “Je had de Brusselse jongens natuurlijk, maar ook het Joods verzet dat werktuigen in de wagons had verstopt, zodat deuren ook van binnenuit konden worden geopend. En dan had je Baplu, Poncelet en Scheepers. Mannen van de Leuvense Witte Brigade. Zij hebben in Korbeek-Lo boomstammen dwars op het spoor gelegd en hebben zo meer levens gered dan Maistriau, uit wiens wagon zeventien mensen zijn gesprongen. Die trein reed veertig per uur, maar deed er lang over om snelheid te maken.”

Strijdmakkers

De drie verzetsmannen waren niet bezig met de Jodenkwestie. Er zaten ook strijdmakkers van hen op de trein, en die wilden ze bevrijden. Ze handelden tegen een verbod van partizanenleider Louis Van Brussel in. Scheepers, een 19-jarige student uit Hechtel-Eksel, werd gedood toen Duitse bewakers op de trein het vuur openden. De twee anderen werden kort na hun heldendaad verraden en geëxecuteerd.

“Zelf word ik het meest ontroerd door huizen waar gewone mensen in woonden”, zegt Jo Struyven. “Mensen die die nacht spontaan beslisten om de in het holst van de nacht aanbellende vluchtelingen binnen te laten en te helpen.”

Een alleenstaande boerenwoning toont de plek waar de 11-jarige Simon Gronowski ’s ochtends is gaan aanbellen. ‘Rennen’ is het laatste wat hij zijn moeder ooit hoorde zeggen. Hij werd later advocaat, jazzpianist en moet nu op zijn eenennegentigste ongeveer de laatste overlevende zijn van die nacht.

De laatste foto toont de spoortunnel in Gemmenich, waarna springen voor de nog 1.400 aanwezigen in de trein geen optie meer is. Honderd meter verder begint Duitsland.

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234