Reportage
Wat Trump betreft wordt dit dorp de hoofdstad van de Palestijnse staat, ‘maar er is hier niets’
Het stoffige Abu Dis, van oudsher een schaapsherdersdorp, werd onlangs op de wereldkaart gezet: volgens het ‘vredesplan’ dat president Trump onlangs presenteerde, kan dit de hoofdstad worden van de nieuwe Palestijnse staat. ‘Absurd’, zeggen de inwoners. ‘Dit is geen Jeruzalem. Hier is niets.’
Ooit was Abu Dis een prachtig dorp, zeggen de inwoners. Er stonden lage, witte huizen in uitgestrekte velden, en er was een adembenemend uitzicht op de Olijfberg en de gouden koepel van de Al-Aqsa-moskee in Jeruzalem.
Dat uitzicht is nu verdwenen achter een acht meter hoge betonnen muur. “Vroeger konden we naar de Al-Aqsa lopen”, zegt Ahmed Abu Hillal, de burgemeester van Abu Dis, somber. “Nu moeten we ruim een uur in de auto zitten om er te komen – soms nog langer, als we worden opgehouden bij de controlepost.”
Deze week lieten de Verenigde Staten weten Israël te steunen bij de voorgenomen annexatie van de Joodse nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever, maar drongen ze er bij Israël ook op aan met de Palestijnen te gaan onderhandelen volgens de lijnen van het ‘vredesplan’ dat Trump begin dit jaar heeft gepresenteerd. Daarin wordt het stoffige Abu Dis, van oudsher een dorp van schaapherders, aangewezen als hoofdstad van de toekomstige Palestijnse staat. Maar Abu Hillal zit er niet op te wachten om te worden gepromoveerd tot burgemeester van een hoofdstad. “Nee, nee, nee”, zegt hij hoofdschuddend. “Dat is onacceptabel.”
Het is een van de pijnlijkste en meest omstreden kwesties in het slepende conflict tussen Israël en de Palestijnen, want beiden zien Jeruzalem als hun hoofdstad. In zijn plan heeft Trump de knoop voor iedereen doorgehakt: Jeruzalem hoort bij Israël, maar de Palestijnen mogen twee buitenwijken houden. Die liggen weliswaar mijlenver uit elkaar, maar als ze door ondergrondse tunnels met elkaar en met het dorpje Abu Dis worden verbonden, kunnen ze er volgens Trump best een stad van maken. Die stad mogen ze dan Al Quds dopen, zoals Jeruzalem in het Arabisch wordt genoemd.
“Het plan is absurd”, zegt de 26-jarige Rauhi Zaghari, die net aan het vrijdagsgebed heeft deelgenomen in een kleine moskee. “Al-Quds betekent ‘de Heilige’ in het Arabisch, en Jeruzalem telt talloze heilige plaatsen. Maar hier?” Hij schudt zijn hoofd. “Hier is niets. Geen heilige plaatsen, geen zakenleven, geen werk, geen geld.”
Rauhi heeft een paar jaar in New York gewoond en is daarna teruggekeerd naar Abu Dis, “omdat hij hier hoort”. De jongeman is les gaan geven op een Palestijnse middelbare school, maar werkt nu in de supermarkt in een Israëlische nederzetting. “Vanwege de checkpoints duurt het anderhalf uur voor ik er ben, maar ik verdien er drie keer meer dan op school.” En dan, met een droevig lachje: “Nee, inhoudelijk is het helaas niet zo bevredigend.”
“Hoe kun je híér ooit een hoofdstad van maken”, verzucht de burgemeester, die achter het stuur van zijn auto zit en langs de grenzen van zijn dorp rijdt. De betonnen muur is overal: hij doemt op aan het einde van een straat, staat zomaar bij iemand in de achtertuin en slingert buiten de bebouwde kom als een slang door het heuvelachtige landschap. Forse stukken grond zijn sinds de Oslo-Akkoorden bestempeld als ‘Area C’, wat betekent dat het onder voorlopig Israëlische gezag staat en er niet gebouwd mag worden. “We barsten uit onze voegen, maar dit is allemaal Area C”, zegt Abu Hillal. “We mogen dus niet bouwen. Geen weg, geen school, geen huis. Feitelijk leven we in een grote gevangenis die door de jaren heen steeds drukker wordt.”
Benauwd
Het voelt net zo benauwd in de twee wijken die volgens het Trump-plan deel kunnen gaan uitmaken van de Palestijnse hoofdstad. De eerste is het overbevolkte vluchtelingenkamp Shuafat, waar de straten zo smal zijn dat er amper auto’s doorheen kunnen. De andere is Kfar Aqab, dat helemaal is volgebouwd met illegale flats.
Deze wijken vallen officieel binnen de stadsgrenzen van Jeruzalem, maar liggen wel aan de andere kant van de muur. Dat levert een bizarre situatie op, vertelt Mounir Abu Ashraf Zghayer, een 70-jarige gemeenschapsleider. “De gemeente Jeruzalem is hier verantwoordelijk voor het afval, het onderhoud van de straten, de riolering, de veiligheid – alles! Daar betalen we ook belasting voor. Maar ze komen hier bijna nooit en doen bijna niets. Het is te gevaarlijk aan deze kant van de muur, zeggen ze.”
Magneet
Toch werkt de wijk als een magneet op Palestijnse families. In Jeruzalem zijn de woningen onbetaalbaar, maar omdat Kfar Aqab aan de andere kant van de muur ligt, zijn de woningen hier veel goedkoper. Tegelijkertijd behouden de inwoners wel hun rechten als Israëlische ingezetene, zoals bijvoorbeeld de goede zorgverzekering, omdat ze op papier in Jeruzalem wonen. Als ze zouden verhuizen naar een flat verderop in de straat, waar de grond net in Palestijns gebied valt, wordt hun vuilnis wel opgehaald (door de Palestijnse Autoriteit), maar zijn ze hun Israëlische rechten kwijt.
De wijk is een doolhof: overvolle woningen die tegen elkaar aanleunen, straten zonder naam, steegjes vol modder en bouwmaterialen, en overal skeletten van nieuwe appartementencomplexen. De drukke hoofdweg leidt naar Kalandia, een enorm checkpoint, waar Palestijnen met het juiste pasje na controle doorheen mogen – al kost het ze soms uren.
“Als het de kans krijgt, loost Israël ons met liefde”, zegt Zghayer bitter. “De autoriteiten nemen geen enkele verantwoordelijkheid voor deze wijk, wat allerlei problemen veroorzaakt die ze niet willen oplossen. Door dat plan van Trump zijn ze straks van die verantwoordelijkheid af.”
Lees ook
Het recente Amerikaanse plan voor vrede tussen Israël en de Palestijnen heeft kenmerken van apartheid. Dat is het harde oordeel van een brief die eind februari werd gepubliceerd en ondertekend door vijftig voormalige regeringsleiders en ministers van Buitenlandse Zaken uit heel Europa.
De Palestijnen verwerpen resoluut het door de Amerikaanse president Trump en de Israëlische premier Netanyahu gepresenteerde plan voor een tweestatenoplossing in Israël. Waar komt die op neer, en wat zijn de Palestijnse opties?