Walter Van Beirendonck: "Hallucinant wat me overkomt"
Walter Van Beirendonck is verbolgen. Net was hij wat bekomen van de emoties rond het sluiten van zijn concept store in Antwerpen, of zaterdag kreeg hij weer een opdoffer. Onder de titel 'Zes vrachtwagens designkledij en prullaria uit kelder failliete ontwerper gehaald' insinueerde een krant dat hij er een stapel onwelriekende spullen had achtergelaten. Hij kan er met zijn verstand niet bij: "Wat bezielt die mensen? Willen ze bloed zien?"
Wat hem het meeste dwarszit, is dat hij geen 'failliete ontwerper' is, terwijl dat onverminderd zo wordt herhaald. Met zijn eigen bedrijf gaat alles goed. "Ik kom uit een familie waar het een schande was om failliet te gaan. Als je dat etiket opgeplakt krijgt, en het is bovendien niet waar, stort je wereld in. Ik ben dagen niet buiten durven komen."
En wat met 'de zes vrachtwagens designkledij en prullaria'? "Ik weet zelfs niet wat er is achtergebleven. Van zodra een curator was aangesteld, mocht ik het gebouw niet meer betreden. Dure collectiestukken? Dat zullen er dan zijn die ofwel afgekeurd waren op fouten, ofwel die bij de veiling niet verkocht zijn geraakt."
"Waar ze hun informatie vandaan halen, weet ik niet", zucht de ontwerper. In het artikel werd geïnsinueerd dat er wel eens schuldeisers op de proppen zouden kunnen komen. "In de hele zaak waren er maar twee schuldeisers: de verhuurder van het gebouw, en ik. Alles wat in de winkel hing of stond van andere ontwerpers, was betaald."
Drie maanden na het uitspreken van het failliet van zijn winkel WALTER had Van Beirendonck aan De Morgen toegezegd om openhartig de ware toedracht van zijn verhaal te doen. Zijn volledige relaas, met kafkaiaanse trekjes, leest u zaterdag in De Morgen.