Protest
Waarom poetshulpen vandaag protesteren: ‘Ik hou 8 euro per uur over, schandalig!’
Een loonsverhoging van 1,1 procent, daarvoor voeren huishoudhulpen uit de dienstencheque-sector vandaag actie. Deze drie steunen het protest en doen een boekje open over wat voor vuile job het echt kan zijn. ‘Ik moest de gebruikte luiers van een seniele man opruimen.’
Mieke Vanclooster (64) uit Limburg / poetshulp
Vanclooster was jarenlang voltijds poetshulp bij verschillende gezinnen in Limburg. “Ik ging wekelijks schoonmaken bij tien families: elke dag een in de voormiddag en een in de namiddag. Mensen onderschatten vaak hoe zwaar het werk lichamelijk is. Maar ik kan het je verzekeren: op het einde van de dag ben je bekaf.”
Kort nadat ze in 2016 eindelijk met pensioen ging, overleed haar man. Er zat niets anders op dan de kuishandschoenen opnieuw aan te trekken. “Tegenwoordig werk ik nog maar tien uur per week. Voor mij is het de ideale manier om bezig te blijven en om onder de mensen te komen.”
Sommige mensen maken een puinhoop van hun huishouden en verwachten dat de poetshulp het wel zal wegwerken. “De was ligt in de hoek in de badkamer, de afwas staat ik-weet-niet-hoe-hoog opgestapeld. Als je elke week een uur moet opruimen voor je aan je échte dagtaak kan beginnen, denk je toch: moet ik nu weer naar die vettige boel? Eigenlijk zou er al opgeruimd moeten zijn voor wij toekomen. Wij zijn geen verhuisfirma, hè.
“Mensen denken vaak: het is de poetsvrouw maar. Ze gaan ervan uit dat we dom zijn en dat ze zich alles kunnen permitteren. Ik heb collega’s die tijdens de winter in de vrieskou de terrastegels moesten schrobben. Soms durven poetshulpen dat soort taken niet te weigeren uit angst om hun plek kwijt te spelen. En zeker wanneer ze de taal niet machtig zijn, wordt het moeilijk om weerwoord te geven.”
In dat soort situaties kwam ze zelf al terecht. “Ik heb ooit bij een politieagent gewerkt die zijn voeten op de salontafel legde en eiste dat ik op mijn knieën onder dat tafeltje zou gaan kuisen. Ik heb hem kordaat gezegd dat hij zijn voeten van de salontafel moest halen.” (lacht)
Eerder dit jaar steeg de prijs van de dienstencheque van 6,30 euro naar 7,20 euro. De weerslag daarvan voelt Vanclooster wanneer ze bij de mensen thuis komt. “Klanten zijn er alleen maar veeleisender door geworden. Als je vroeger in vier uur tijd de keuken, de badkamer en de woonkamer deed, durven klanten nu weleens zeggen: neem de garage er dan ook maar bij. Er wordt ten onrechte gedacht dat die extra euro bij ons is terechtgekomen. Voor wie eraan twijfelt: als poetshulp verdien je maximaal 11,40 euro per uur. Daarvan hou ik ongeveer acht euro over. Schandalig!”
Waarom ze het werk, ondanks de frustraties, toch nog volhoudt? “Ik hou er nog altijd enorm van om bij de mensen over de vloer te komen, voor de gezelligheid. Ook het poetsen vind ik heel plezierig. Bij sommige gezinnen werk ik al veertien jaar”, klinkt het. “Mensen op leeftijd zijn ook blij met het sociale contact. Wanneer ik ’s ochtends om acht uur bij hen toekom, staat er al een kop koffie op de keukentafel.” (lacht)
Vanclooster vindt het tijd voor meer erkenning voor het werk dat poetshulpen dagelijks verzetten. Ze vindt dat elke poetshulp vandaag de stofdoek moet neerleggen. “Voor mezelf hoef ik het niet meer te doen, maar mijn collega’s van 30 jaar hebben de financiële ondersteuning wél nodig.”
Sonia Nuytemans (54) uit Torhout / werkt als verantwoordelijke in een strijkatelier bij Dienstenaanhuis
“Toen ik net begon te werken als huishoudhulp, heb ik nog onderhandeld over mijn loon. Dat was toen heel ongebruikelijk. Ze boden negen euro per uur, maar omdat ik verantwoordelijke voor een strijkatelier werd, heb ik er tien euro van kunnen maken. Dertien jaar later werk ik nog steeds maar voor 12,40 euro per uur”, verzucht Nuytemans.
Haar coördinerende functie weerhoudt Nuytemans er niet van zelf het strijkijzer ter hand te nemen. “Ik heb, echt waar, van mijn hobby mijn beroep kunnen maken. Mijn moeder werkte ook in een strijkatelier en toen wist ik al dat het mijn droom was daar ooit zelf te staan. Ik hoor collega’s weleens klagen als ze een kledingstuk met veel franjes moeten strijken, maar daar heb ik geen probleem mee. Of ik gruwel als ik een wasmand vol hemden binnenkrijg? Zeker niet. Vroeger kon ik er zes per uur strijken, tegenwoordig zijn dat er al tien.”
Ook het contact met haar klanten geeft een meerwaarde aan de job. Al geeft ze meteen toe dat er ook weleens een moeilijk karakter tussenzit. “Ik heb een klant die elke woensdagochtend om haar strijk komt. Twee weken terug stond de wasmand uitzonderlijk eens niet klaar, een collega moet die over het hoofd gezien hebben. Dat was een drama. Maar als je dan op een vriendelijke manier aankaart dat we met mensen werken en dat er altijd eens een vergissing kan gebeuren, hebben mensen meestal wel begrip.”
Als verantwoordelijke komen alle problemen van het personeel bij haar terecht. “Een collega belde me ooit op om te zeggen dat er een doos vol vuile luiers bovenaan de trap stond die ze moest opruimen. Of erger: gebruikte condooms die in de slaapkamer op de grond bleven rondslingeren. Ik heb haar gezegd dat ze dat allemaal moest laten liggen. Wederzijds respect vind ik heel belangrijk.”
De verhalen die ze van het personeel hoort, zijn soms schrijnend. “Een erg goede poetshulp wilde met brugpensioen omdat ze lichamelijke klachten had. Toen ze hoorde dat dat niet kon en ze dus nog enkele jaren werk zou moeten leveren dat niet even zo goed zou zijn als vroeger, heeft ze me opgebeld. Ze wilde uit het leven stappen. Ik heb op haar proberen in te praten, maar ze gooide de lijn dicht. Uiteindelijk heeft ze de daad niet bij het woord gevoegd – gelukkig.”
De impact die schoonmaken op je lichaam heeft, wordt schromelijk onderschat, vindt ze. “Ons beroep wordt maar gezien als halfzwaar werk, waardoor een brugpensioen er vaak niet in zit. Maar zeker nu mensen tot hun 67ste moeten werken, weegt al dat sleuren en buigen zwaar door. Tegenwoordig zijn het vaak oudere mensen die bij jonge gezinnen gaan poetsen. Ik vind dat niet logisch.”
“Ik heb zelf een poetshulp en elke keer zeg ik: zie maar waar je geraakt, je moet je niet forceren. Ook mijn dochter moedigt haar poetsvrouw van 50 jaar aan om vooral de lichtere taken voor haar rekening te nemen. Ik ben blij dat ik haar die reflex heb kunnen bijbrengen.”
Sofie Schellens (40) uit Schriek / poetshulp
“Ik heb jarenlang als kapster gewerkt, tot ik tijdens mijn zwangerschap een hersenabces kreeg. Eigenlijk is het een wonder dat ik hier nog ben. Terug in het kapsalon werken ging niet meer. Het lawaai van de haardrogers kwam plots te luid binnen.” Dus begon ze als huishoudhulp bij acht gezinnen in Heist-op-den-Berg. “Het mooie aan de job is dat het altijd rustig is. Sommige poetshulpen zetten de radio aan, maar ik hou van de stilte.”
Schellens werkt 30 uur per week. Elke woensdag is ze thuis, omdat ze haar eigen huishouden ook nog onder handen moet nemen. “Toegegeven: dat laat ik soms weleens voor wat het is”, grinnikt ze.
Ongewenste avances
“Door dat hersenabces ben ik wat trager geworden en heb ik meer rust nodig. Ik heb er ook epilepsie aan overgehouden. Daar ben ik meteen eerlijk over geweest op het werk. Daar maakten ze er geen probleem van.” De meeste klanten van Schellens zijn begripvol. “Het wordt moeilijker wanneer mensen met lijstjes afkomen die ik moet afwerken. Soms zeg ik: ‘Dit lukt niet.’ Want ze verwachten dat elk taakje op die eindeloze lijst perfect gedaan is. Sommige mensen gaan, wanneer ik klaar ben, met hun vinger over de meubels op zoek naar stof. En o wee als er dan nog iets is blijven liggen.”
En ja, Schellens heeft ook al gedoe gehad met alleenstaande mannen. “Het ligt er vaak heel rommelig bij. Het is al eens gebeurd dat een man andere diensten verwachtte dan enkel maar poetsen. Hij maakte echt avances. Ik heb hem toen op zijn plaats gezet en heb dat voorval gemeld op kantoor. Gelukkig is er toen niks gebeurd.”
“Ik heb drie jaar bij hetzelfde gezin gewerkt. Na een zware val was de man des huizes deels verlamd en seniel geworden. Van zijn vrouw moest ik regelmatig de thuisverpleging helpen wanneer haar man, helemaal naakt, op zijn zij gedraaid moest worden. Of ik moest hem op de toiletstoel hijsen. En dan werd er ook nog verwacht dat ik zijn vuile luiers opruimde. Ondertussen klaagde zijn vrouw dat mijn werk niet gedaan was. Toen heb ik gezegd: hier stopt het voor mij.”
Heftig
Maar zo heftig hoeft het niet altijd te zijn. “Ik heb een klant die soms wat seksspeeltjes op haar nachtkastje laat liggen. Ook dat zie je allemaal wanneer je bij de mensen gaat schoonmaken.” (grijnst) “Sommige gezinnen behandelen je bijna als een extra familielid. Doorheen de jaren heb ik toch geleerd om wat professionele afstand te bewaren. Met Kerstmis of verjaardagen geef ik bijvoorbeeld bewust geen kaartjes. Als je pas begint, loop je weleens met je neus tegen de muur. Mensen worden dan wat te familiair, maar van zodra er iets niet goed loopt, ben je niet meer dan een nummer.”
Schellens gaat vandaag niet mee actievoeren door een praktische belemmering, maar vindt het protest broodnodig. “Ik heb nog geluk dat mijn man vrachtwagenchauffeur is, want laat de kinderen maar eens gaan studeren. De eerste vier jaar stijgt je loon als huishoudhulp nog, maar als je langer dan die termijn aan de slag bent, verandert er niks. Ik hoor meisjes van twintig zeggen dat het allemaal wel meevalt met die verloning. Ik wil hen nog eens horen praten als ze zelf een huis en kinderen hebben.”