Zondag 04/06/2023

communie

Waarom ook ongelovige ouders hun kinderen de communie laten doen

Jurkjes passen voor de eerste van vele grote dagen in speciaalzaak Viktorientje in Putte. Beeld Tim Dirven
Jurkjes passen voor de eerste van vele grote dagen in speciaalzaak Viktorientje in Putte.Beeld Tim Dirven

Begin mei zullen ook heel wat niet-katholieke kinderen tijdens hun eerste communie 'de vriend van Jezus' worden. Hoe komt het dat veel ouders er tijdens het communieseizoen een dubbele moraal op na houden?

STEF SELFSLAGH

Een echtelijke discussie ten huize Selfslagh-Wachters, eind vorig jaar.

"Schat, gaan we Camu zijn eerste communie laten doen?"
"Tuurlijk niet. Wij gaan nooit naar de kerk, waarom zouden we dat nu ineens wel doen?"
"Omdat al zijn vriendjes hun eerste communie doen. En omdat hij zich buitengesloten zal voelen als hij niet mag meevieren."
"Dat overleeft hij wel, maak je geen zorgen."
"En ook wel omdat ik het goed zou vinden, mocht hij de christelijke basiswaarden meekrijgen. Rechtvaardigheid, naastenliefde, vergevingsgezindheid: niks mis mee."
"We hebben toch geen god nodig om Camu de betere omgangsvormen bij te brengen?"
"Nee. Maar van mij mag hij best de geschiedenis van Jezus leren kennen. Voor kinderen is dat een mooi verhaal."
"Heb jij die Jezus-liedjes al eens gehoord die ze die communicanten laten zingen? Eén en al zonde en boete en ik ben niet waardig dat gij tot mij komt. Ik wil niet dat ze onze kleine man een schuldgevoel aanpraten dat hij niet verdient."
"Ach, er worden tijdens zo'n mis ook vrolijke liedjes gezongen, hoor. En Camu wil zelf graag zijn communie doen."
"Tuurlijk: voor de cadeaus. Hij heeft al drie keer gezegd dat hij niet in God gelooft."
"Is het niet wat vroeg om in die uitspraken al een definitief oordeel te zien?"
"Je hebt gelijk: hij is nog maar acht. Een reden te meer om hem begin mei rustig thuis te houden. Als hij op zijn twintigste in het klooster wil gaan, zal ik hem niet tegenhouden. Maar als we hem nu zijn communie laten doen, maken we een levensbeschouwelijke keuze in zijn plaats. En dat voelt fout aan."
"Je moet het nu ook niet belangrijker maken dan het is, hè. Zo'n eerste communie is gewoon een mooie traditie, meer niet."
"Ach, jij zoekt gewoon een excuus om een tuinfeest te geven en nieuwe kleren te kopen."
"Schat, dat geloof je zelf niet. Laat zitten. We hebben het er later nog over."

Cynische grappen

Toen ook later bleek dat onze communiestandpunten even verzoenbaar waren als Anthony Vanden Borre en Herman Van Holsbeeck, bedachten we het volgende compromis: Camu doet wel degelijk zijn eerste communie, maar of hij ook zijn plechtige communie doet, mag hij later zelf beslissen. Nu ja, een compromis is dat natuurlijk niet. Ik heb gewoon gecapituleerd. Na verloop van tijd begon mijn verzet tegen het ritueel dwazer aan te voelen dan het ritueel zelf. Plus, ik heb zelf ook mijn eerste communie gedaan. Specialisten verzekeren me dat ik daar geen blijvende geestelijke schade aan heb overgehouden.

Toch ben ik nu officieel een van die mensen die verantwoordelijk zijn voor het in stand houden van een typisch Vlaamse paradox: we gaan nauwelijks nog naar de kerk, maar we blijven enthousiast meedoen aan het kerkelijke coming-of-agefeest. We ontkennen het bestaan van God, maar we betalen ons blauw aan communiekleren, tentverhuurders en traiteurs. En we maken cynische grappen over mijnheer pastoor, maar we steken tijdens de eerste communieviering toch maar braaf een hostie in onze mond.

Een allerminst representatieve rondvraag bij ouders van eerste communicanten levert voor dat ambigue gedrag de volgende motivaties op: "We doen mee omdat zo'n eerste communiefeest deel uitmaakt van onze cultuur", "We willen ons kind toch 'iets' meegeven van het christelijke geloof", "We willen niet dat onze zoon aan de zijlijn moet gaan staan" en "We zouden door de familie scheef bekeken worden, mocht dochterlief haar eerste communie niet doen."

Een vrij pragmatisch setje van redenen, dus. Niemand die spontaan zei: "Wij vinden het belangrijk dat ons kind via het sacrament van de eerste communie een volwaardig lid wordt van de rooms-katholieke kerkgemeenschap."

Katholieken in alle soorten

Heeft onze deelname aan de eerste communieviering dan werkelijk niets meer met religie en godsvrucht te maken? Zijn communiefeesten in de eerste plaats socioculturele bijeenkomsten geworden? Zoeken we in onze lichtblauwe communie-outfits vooral elkaars gezelschap op en niet zozeer dat van God?

Patrick Loobuyck, moraalfilosoof aan de universiteiten van Gent en Antwerpen, wijst erop dat er vandaag veel verschillende geloofsvarianten zijn. "Vroeger kon je de samenleving opdelen in vrijzinnigen en gelovigen. De vrijzinnigen gingen nooit naar de kerk, de gelovigen misten geen enkele dienst. Vandaag zie je nog twee andere groepen van mensen: zij die nog wel geloven, maar niet meer aan de kerkelijke rituelen deelnemen - wat we in het jargon believing without belonging noemen - en zij die niet geloven, maar toch nog tot de kerkelijke club willen behoren - belonging without believing."

"De laatste groep heeft helemaal niks met God, maar rekent zich toch nog tot het christendom. Ze hechten belang aan de traditie waarin ze geworteld zijn en willen hun kinderen daar een stukje van meegeven. Ik kan me inbeelden dat die mensen hun kinderen met plezier hun eerste communie laten doen, ook al geloven ze zelf niet in God."

Ook Lieven Boeve, directeur-generaal van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, heeft het over "verschillende gradaties van religieuze betrokkenheid". "Laat ik een vergelijking maken. Ik ben een supporter van Club Brugge, maar ik ben nog nooit in het Jan Breydelstadion geweest. Ik volg de prestaties van mijn ploeg alleen via Sportweekend. Mag ik mezelf dan geen Club-fan noemen? Ik vind van wel, want in mijn hart supporter ik voor hen. Zo is het ook met gelovigen."

"Zijn mensen die op zondag nooit naar de kerk gaan maar hun kinderen wel hun eerste communie laten doen, geen echte katholieken? Tuurlijk wel. Er zijn devote katholieken, maar er zijn ook licht gelovige en socioculturele katholieken. Mensen geloven niet minder, ze geloven anders. En de kerk aanvaardt die diversiteit. Vroeger was onze samenleving verzuild. Als je tot de katholieke zuil behoorde, werd je geacht aan alle activiteiten van die zuil mee te doen. Vandaag beslissen mensen zelf aan welke rituelen ze deelnemen en aan welke niet."

Communiefoto's uit de oude doos. Beeld Collectie Het Huis van Alijn
Communiefoto's uit de oude doos.Beeld Collectie Het Huis van Alijn

Sociale druk

Onderzoek geeft aan dat de ooit zo godvrezende Vlamingen luxekatholieken zijn geworden: voor de zondagsmis komen ze hun bed niet meer uit, maar op grote dagen willen ze zich nog wel eens van hun vroomste kant laten zien. De meest recente cijfers komen uit Kerkpraktijk in België, een rapport dat Marc Hooghe, hoogleraar sociale wetenschappen aan de KU Leuven, in 2011 publiceerde. Daaruit blijkt dat in 2009 nog maar 5,3 procent van de Vlamingen elke zondag naar de kerk ging, maar dat nog altijd 67 procent van alle kinderen werd gedoopt, 70 procent van alle overledenen een kerkelijke begrafenis kreeg en 27 procent van alle huwelijken voor het altaar bezegeld werd.

Er zijn geen cijfers beschikbaar over het aantal kinderen dat zijn eerste communie doet: de kerk telt haar eerste communicanten niet. Wellicht zijn het er minder dan vroeger - de participatiegraad van álle kerkelijke rituelen daalt - maar je hoeft geen theoloog te zijn om aan te nemen dat er tijdens de gemiddelde communieviering nog altijd meer volk in de kerk zit dan tijdens de doorsnee zondagsdienst.

Patrick Loobuyck zoekt de verklaring voor de relatieve populariteit van het eerste communiefeest in het marktaandeel van het katholieke onderwijs. "De meeste Vlamingen kiezen voor een katholieke school. Meestal niet uit religieuze overwegingen. Maar omdat het de dichtstbijzijnde school is of omdat men er nog altijd van uitgaat dat het katholieke onderwijs beter is dan het officiële.

"Daardoor heeft het vak rooms-katholieke godsdienst bijna een monopolie: 83 procent van alle leerlingen in Vlaanderen volgt rooms-katholieke godsdienst, slechts 11 procent zedenleer. Met andere woorden: ouders komen via de lessen godsdienst automatisch bij het eerste communiefeest uit. Want om aan het lentefeest te mogen deelnemen - de vrijzinnige variant van het communiefeest - moet je kind zedenleer volgen."

Ik werp op dat je ook een feest kunt geven dat katholiek noch vrijzinnig is: gewoon lekker barbecuen in de lentezon en ondertussen luisteren naar stichtende liederen van Simon & Garfunkel. "Dat klopt. Maar de sociale druk speelt ook een rol. In sommige families word je er nog altijd op aangesproken als je kinderen hun eerste communie niet doen. En vergeet ook niet dat de kinderen vaak zelf aangeven dat ze hun communie willen doen. Ze willen graag 'de vriend van Jezus' worden, weet je wel. Twaalfjarigen die zelf mogen beslissen of ze al dan niet hun plechtige communie doen, zeggen veel makkelijker: 'Wij doen daar niet meer aan mee.'"

Jurkjes passen voor de eerste van vele grote dagen in speciaalzaak Viktorientje in Putte. Beeld Tim Dirven
Jurkjes passen voor de eerste van vele grote dagen in speciaalzaak Viktorientje in Putte.Beeld Tim Dirven

'Pastoor, u staat in de weg'

Dat onze kerken op 5 mei zullen vollopen met gelegenheidskatholieken en hun semiprofessionele zoomlenzen, is niet voor alle gelovigen even vanzelfsprekend. Voor Thomas Frings, pastoor in de Duitse stad Münster, was het gebrek aan religieuze ijver van zijn parochianen zelfs een van de redenen om zijn priestergewaad aan de haak te hangen en zich terug te trekken in het klooster.

Een fragment uit de brief die hij begin dit jaar op de Facebook-pagina van zijn parochie plaatste: "Bij het doopsel beloven ouders hun kinderen christelijk op te voeden.

Maar bij hun eerste communie kennen ze kruisteken noch gebed. Toch blijven ze de communie vragen, ook al doen ze daar achteraf niks mee. Met die realiteit kan ik niet meer overweg. Ik heb me 25 jaar ingezet, maar ik geloof niet dat ik als parochiepriester nog een zinvolle toekomst heb."

Volgens Loobuyck zal de kerk een keuze moeten maken. "Ofwel zegt men: onze vieringen - en dus ook onze eerste communievieringen - zijn alleen bedoeld voor authentieke, loyale katholieken. In dat geval wordt de kerk een minderheidskerk. Ofwel zegt men: bij ons mag iedereen binnen, ook de twijfelaars, de licht gelovigen en de onwetenden. In dat geval zijn eerste communievieringen opendeurdagen zonder veel echte spiritualiteit. Al kan de kerk ze ook beschouwen als een manier om iets terug te geven aan de gemeenschap waarvan ze haar middelen krijgt."

Ik vraag Steven Wielandts, adjunct van de hulpbisschop voor Vlaams-Brabant en Mechelen, tot welk katholiek kamp hij behoort: de 'enkel voor leden'-fractie of de 'iedereen welkom'-groep. "Ik vind dat de kerk in alle omstandigheden uitnodigend moet zijn. En dat doe je niet door mensen tijdens een eerste communieviering botweg te verbieden om te applaudisseren of foto's te nemen. Ik ben geen priester die ongeoefende bezoekers geërgerd toesnauwt wanneer ze moeten staan, zitten of zwijgen. Ik gids hen liever op een warme manier door de viering."

Wielandts is twintig jaar priester en heeft ruim tachtig communievieringen op de teller staan. Ooit vroeg de vader van een eerste communicant hem of hij even opzij kon gaan staan, zodat hij een foto van zijn zoon kon maken. "Maar zelfs daar wind ik me liever niet over op", zegt hij. "Ik begrijp dat mensen op een eerste communiedag wat gespannen kunnen zijn. Occasionele uitglijders mogen de feestvreugde niet vergallen. Ik focus liever op de communicanten. Zij beleven zo'n viering heel intens. Voor hen gaat het niet om de foto's."

Meer show dan kerkdienst

Maar riskeer je met een genereus welkomstbeleid niet om de echte gelovigen weg te jagen? Sommige hardcorekatholieken laten hun kinderen al niet meer hun eerste communie doen omdat ze de viering meer een show vinden dan een kerkdienst. En ze ergeren zich blauw aan het ongepaste gedrag van wat ze 'de schijngelovigen' noemen. Wielandts: "Misschien moet ik tegen onze trouwste parochianen zeggen: 'Goede mensen, wij zien elkaar elke zondag, jullie zijn heel betrokken, misschien vieren we de eerste communie van jullie kind beter op een gewone zondag.' Ook geëngageerde gelovigen moet je op een gepaste manier onthalen. Maar ik vind niet dat ze me mogen verhinderen om aan de verzuchtingen van andere mensen tegemoet te komen.

"Weet je, er bestaan geen parameters waarmee je kunt zeggen: dit zijn echte gelovigen en dit niet. Regelmatig kerkbezoek is maar een indicator. Mensen die nooit naar de kerk gaan, kunnen ook gelovig zijn. En zijn even welkom op een eerste communie. Al zal ik ze wel uitnodigen om op voorhand eens een viering bij te wonen. Ik noem dat kerkgewenning. Vergelijk het met de watergewenning die kinderen krijgen voor ze leren zwemmen."

Mág een pastoor een ongelovige eigenlijk wel de communie geven? Het lichaam van Christus is toch voorbehouden aan zijn volgelingen? "Ik kan op basis van uiterlijke kenmerken niet zien of iemand gelovig is of niet, hè. En over die onwetendheid kan ik me moeilijk schuldig voelen. Ongelovigen die ter communie gaan, doen het wat mij betreft zichzelf aan." (lacht)

null Beeld Tim Dirven
Beeld Tim Dirven

Extra marktaandeel

Sinds een paar jaar experimenteren sommige parochies met de groeizegen: een vrijblijvend alternatief voor het vormsel. De groeizegen is een kort bezinningsmoment in de kerk waarbij wordt stilgestaan bij de scharnierleeftijd van twaalfjarigen en hun geloof. Het is geen sacrament, maar veeleer een keuze om nog niet ten volle toe te treden tot de christelijke gemeenschap. Dat kan later nog: wie de groeizegen heeft ontvangen, mag zijn plechtige communie ook doen wanneer hij achttien is.

Priester Henk Gevaert, de bedenker van het nieuwe ritueel, zei een aantal jaren geleden in De Standaard: "In zekere zin is de keuze voor een groeizegen eerlijker dan die van de vele communicanten die we later nooit meer terugzien in de kerk." Maar is het ook geen manier om het communie-assortiment met een nieuw product uit te breiden, in de hoop wat extra martktaandeel te veroveren? Patrick Loobuyck denkt van niet. "De introductie van de groeizegen is volgens mij ingegeven door een authentieke bekommernis: jongeren de mogelijkheid geven om pas voor het christelijke geloof te kiezen wanneer ze er klaar voor zijn."

Steven Wielandts voegt daaraan toe: "Je kunt je zelfs de vraag stellen of geloven niet per definitie een zaak is van volwassenen. Het is niet omdat de plechtige communie al decennialang een ritueel voor twaalfjarigen is, dat het dat ook moet blijven. Wat we vroeger deden, moeten we niet per se vandaag doen."

De slotvraag is voor Patrick Loobuyck. Ooit was hij zelf gelovig en studeerde hij godsdienstwetenschappen aan de KU Leuven. Vandaag noemt hij zichzelf een atheïst. Ik vraag hem wat hij als ex-gelovige vindt van niet-katholieke ouders die hun kinderen toch hun eerste communie laten doen. "Een tijd geleden zou ik gedacht hebben: 'Flauweriken. Als je ergens voor staat, durf er dan ook voor uit te komen en doe niét mee aan die eerste communieviering.' Vandaag ben ik milder. Ik kan begrip opbrengen voor de redenen die ongelovigen hebben om met hun kinderen naar de eerste communieviering te gaan. Al was het maar omdat ze vaak geen alternatief zien. Maar mocht ik nog gelovig zijn, ik zou me doodergeren." (lacht)

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234