Waarom niet iedereen zomaar Aluha Akbar mag tweeten

Ouaamari was aanwezig op een evenement van studentenvereniging SINC in de ING-gebouwen in de Lange Gasthuisstraat in Antwerpen. SINC is een vereniging die ondernemen wil promoten, en dus vroeg de jongeman zich op Twitter af of iemand hem goede netwerktips kon bezorgen.

"Luid Allahu akbar roepen is geen goede ijsbreker zeker?", schreef hij.
"Probeer eens, en laat het weten", reageerde een vriend grappend. Ouaamari beeldde het zich levendig in, en zag de gevolgen al voor zich: "Morgen in het nieuws: 25 doden en 93 gewonden na massahysterie in het ING-gebouw."

Tweets met een duidelijk humoristische ondertoon, of dat zou je toch denken, want bij de ING-beveiliging gingen na dat laatste bericht de alarmbellen af. De beveiligingsagenten wendden zich tot de organisatoren van SINC met de melding dat ze een mogelijke dreiging vastgesteld hadden.

Daarop werd de politie gecontacteerd, en niet veel later - iets na 21 uur - kwam het snelleresponsteam (SRT) van de politie het ING-gebouw binnen. Ouaamari, een jonge moslim met een baard, werd opgepakt, en uit veiligheidsoverwegingen werd de zaal ontruimd. Zelfs de explosievenhond werd ter plaatse gestuurd.

Verkrampte reactie?

"Ik knipoogde met die tweets naar de angstcultuur waarin wij leven", zegt Ouaamari in een reactie aan deze krant. "Allahu akbar betekent niets anders dan 'Allah is groot'. Een triviale uitspraak dus, die helemaal niet oproept tot geweld. Maar dat wordt dan meteen gelinkt aan allerlei gewelddadige acties, en dan wordt er hysterisch gereageerd."

Toegegeven: als je het bericht 'morgen in het nieuws: 25 doden en 93 gewonden na massahysterie in het ING-gebouw' uit de context haalt, kan dat inderdaad als potentieel gevaarlijk beschouwd worden.

"Vergelijk het met een flauwe plezante die belt met een bommelding. Dan wordt het Centraal Station ook ontruimd, hè. De politie moet ervan uitgaan dat het om een ernstige dreiging gaat", reageert Veerle De Vries, woordvoerster van de Antwerpse lokale politie. Maar iedereen die de moeite neemt om vijf minuten door te klikken en ook de andere tweets in het gesprek te lezen, ziet meteen in dat deze zaak er helemaal geen is.

Het doet de vraag rijzen of we in een context van potentiële terreurdreiging niet bijzonder verkrampt reageren. Moslims met een stevig ontwikkeld gevoel voor humor, het blijft voor sommigen een onmogelijke combinatie. "Het zegt vooral veel over de tijdgeest. Het is jammer dat het zo ver is gekomen dat nu ook grapjes dergelijke reacties uitlokken", zegt Bilal Benyaich, politicoloog aan de VUB. "Anderzijds moeten de veiligheidsdiensten natuurlijk ook hun werk doen, en het zekere voor het onzekere nemen."

Of ook bij tweets van een blonde, blozende jongeman die naar de naam Jan Peeters luistert op dezelfde manier zou zijn gereageerd, blijft de vraag. "Ik ben moslim en ik heb een baard, ik zal er dus wel verdacht hebben uitgezien", reageert Ouaamari zelf nogal laconiek.

De jongeman werd overgebracht naar het politiekantoor. Bij zijn aankomst moest hij meteen zijn smartphone en andere bezittingen afgeven -een standaardprocedure. "Toen ik aankwam op het politiekantoor was het ook voor de agenten al duidelijk dat het om een grap ging." Pas iets na 3 uur donderdagochtend mocht hij naar huis vertrekken. In het kader van de Salduz-procedure moest hij immers even wachten op een advocaat vooraleer hij verhoord kon worden.

Ouaamari blijft er alvast de humor van inzien. "Dit kan enkel mij overkomen. Mijn vrouw laat mij nog geen dag alleen of ik zat al bijna in Guantánamo", schreef hij op, jawel, Twitter.