Voor u uitgelegdCovid-19
Waarom het ene ziekenhuis meer coronadoden telt dan het andere
De overlevingskans na een opname door corona verschilt sterk van ziekenhuis tot ziekenhuis. Hoewel de namen van de ziekenhuizen anoniem blijven, roept de spreidstand vragen op. ‘We moeten zorgen dat iedere patiënt in het juiste bed terechtkomt.’
Dat de overlevingskansen na corona verschillen per regio, wisten we al. Dat maakte federaal parlementslid Frieda Gijbels (N-VA) vorige week bekend op basis van cijfers die ze opvroeg bij de FOD Volksgezondheid en gezondheidsinstituut Sciensano. De cijfers toonden onder meer aan dat de mortaliteit in Brussel en Wallonië een derde hoger lag dan in Vlaanderen, en dat er ook in Vlaanderen forse verschillen zaten tussen de provincies.
In een bijkomende analyse, waarover Het Belang Van Limburg bericht, heeft Gijbels deze cijfers nu ook per ziekenhuis opgelijst voor de periode van 15 maart 2020 tot 15 juni 2021. In totaal gaat het om 104 Belgische ziekenhuizen. Telkens bekeek ze hoeveel patiënten er werden opgenomen met een coronabesmetting en hoeveel er aan het virus overleden. “Aangezien de gegevens anoniem zijn, hebben we geen namen van ziekenhuizen. We kennen wel hun provincie”, zegt Gijbels.
Opvallend is dat er binnen de provincies grote verschillen tussen ziekenhuizen bestaan. In Oost-Vlaanderen overleed bijvoorbeeld 2 procent van de patiënten in het ene hospitaal, tegenover 32 procent in het andere. Deze kloof is de grootste van alle Vlaamse provincies. In Antwerpen, waar het hoogste aantal coronapatiënten werd opgenomen, varieert de sterftegraad tussen 10 en 21 procent. In Limburg en Vlaams-Brabant tussen 13 en 22 procent en in West-Vlaanderen tussen 11 en 20 procent.
Hoewel Gijbels er naar eigen zeggen “geen communautair verhaal” van wil maken, valt het wel op dat de slechtst scorende ziekenhuizen in het zuiden van het land liggen. Van de vijf ziekenhuizen met een mortaliteit boven de 30 procent liggen er twee in Henegouwen, een in Luik en een in Namen. In Vlaanderen prijkt enkel een Oost-Vlaams ziekenhuis in dit lijstje. “Het verschil tussen de regio’s moet ernstig onderzocht worden”, zegt de Vlaams-nationaliste.
Oversterfte
Wat verklaart al deze verschillen? In de eerste plaats lijken sommige ziekenhuizen te profiteren van het feit dat ze moeilijke coronapatiënten naar andere ziekenhuizen in de buurt doorverwezen. De hoogste overlevingskansen worden immers gehaald door ziekenhuizen die een relatief laag aantal coronapatiënten hebben opgenomen. Al zijn er ook uitzonderingen: zo zijn er ziekenhuizen, die ondanks hun hoge aantal patiënten, een lage sterftegraad – onder het gemiddelde van 18 procent – laten optekenen.
“We moeten opletten met grote conclusies”, zegt intensivist Geert Meyfroidt (UZ Leuven), voorzitter van de Belgische Vereniging voor Intensieve Geneeskunde. “Deze cijfers geven de ruwe mortaliteit weer. Ze zijn dus niet gecorrigeerd naargelang de ernst of de leeftijd van de patiënten die de ziekenhuizen opnamen. Als een ziekenhuis gemiddeld oudere of ziekere patiënten opneemt dan anderen, dan is het bijvoorbeeld logisch dat het een hogere mortaliteit heeft. Zo zijn er allerlei factoren die de verschillen kunnen verklaren.”
Niettemin zijn de cijfers volgens Meyfroidt te belangrijk om gewoon links te laten liggen. “Als er sprake zou zijn van onverklaarde oversterfte, dan moeten we daar zeker naar kijken.” Al is het maar om te zorgen dat ziekenhuizen hun beleid kunnen bijschaven tegen dat een nieuwe golf of epidemie het land overspoelt. Want dat er nog ruimte is voor verbetering, staat voor iedereen vast.
Een studie van Sciensano en de universiteiten van Gent, Leuven en Brussel focuste vorig jaar al op de ziekenhuissterfte in ons land. Tijdens de eerste golf bleken coronapatiënten minder kans op overleving te hebben als ze op een overbelaste afdeling intensieve zorg terechtkwamen. Met andere woorden: het was beter voor hen om overgebracht te worden naar een ander ziekenhuis met voldoende capaciteit dan dat er voor hen extra bedden werden gecreëerd en extra personeel werd opgeleid.
Reorganisatie van de zorg
“In de toekomst moeten we zorgen dat iedere patiënt meteen in het juiste bed terechtkomt”, zegt Meyfroidt. “Een afdeling met de nodige bestaffing, de nodige middelen en de nodige specialisatie. Daarvoor moeten we onze zorg reorganiseren, want vandaag gaan we ervan uit dat elke intensieve zorg even goed werkt. In plaats daarvan zouden we hun kwaliteit moeten meten en hen in verschillende niveaus van specialisatie moeten opdelen, zodat de meer complexe patiënten in meer gespecialiseerde ziekenhuizen terechtkomen, en minder complexe patiënten in minder gespecialiseerde ziekenhuizen.” In Nederland bestaat al zo’n systeem met drie niveaus.
Uit politieke hoek weerklinkt vooral de vraag om meer transparantie. “Lagen er overal noodplannen klaar? Waren zij ingeoefend? En was er voldoende beschermend materiaal voorzien? Deze factoren waren bepalend voor de kans op overleven, maar de verschillen tussen ziekenhuizen blijven onderbelicht”, zegt Gijbels. Daarnaast rijst volgens haar de vraag of kennis tussen ziekenhuizen niet beter gedeeld zou kunnen worden. Zeker in het begin van de crisis voeren velen onder hen blind.
Het kabinet van minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) laat weten dat het te vroeg is om conclusies te trekken uit de cijfers. “Sowieso gaan we hier wel op voortwerken.”