AchtergrondAardbeien
Waarom geen enkele aardbei kan tippen aan die van Hoogstraten: ‘Ze komen vanuit de hele wereld kijken’
Ze zijn er weer, en vanaf volgende week zelfs massaal. Op uw ijscoupe, onder een toefje slagroom, met wat suiker, op het randje van uw champagneglas of gewoon als snoepje: als de zomer een smaak had, zou het die van de Hoogstraatse aardbei zijn. De vrucht met de ijzersterke merknaam verovert meer en meer de Europese markt. Dat is niet voor niks: alles eraan - vorm, smaak, glans, stevigheid - benadert de wetenschappelijke perfectie. Zo extreem hoog ligt de lat en dit doen de 180 telers om die te halen.
Het minder goeie nieuws: ze waren de afgelopen weken duur. Het goeie nieuws: daar komt stilaan verandering in. Nu het warm wordt, gaan zowel in serres als op velden de aardbeien in sneltempo rijpen. Dat gaat zorgen voor een grote toename in aanvoer en dan spelen de wetten van de economie. Hoe schaarser, hoe duurder. En andersom hetzelfde, u kan er maar uw voordeel mee doen.
Voor een product dat nochtans maar een eenvoudige merknaam heeft - men neme de naam van de vrucht, men kleve er de plek van herkomst aan vast - klinkt 'de Hoogstraten aardbei' als een klok. Dat is niet alleen hier, dat is zo in heel Europa. Elke restaurateur, elke supermarkt, elke retailer die zeker wil zijn van de kwaliteit van z'n aardbeien en geen zin heeft in risico's, weet dat hij in het noorden van de Kempen moet zijn. Aardbeien van Hoogstraten, ze zijn de Apple, de Stella Artois, de Coca-Cola en de Rolls-Royce van de vruchten. Je betaalt er misschien wat meer voor, maar je wéét wat je koopt en je weet dat het goed is.
Dat is er niet zomaar gekomen, het is een verhaal dat teruggaat tot de eerste helft van vorige eeuw. Dat dat verhaal zich afspeelt in Hoogstraten - Antwerpse grensstad tussen Turnhout en Breda - is geen toeval. Nergens zijn de klimatologische en geografische omstandigheden voor een aardbei beter. De nachten zijn er koud. Als het er warm is, is het écht warm. En je hebt er zandgronden, belangrijk, want die houden de warmte 's nachts niet lang vast en dat heeft een aardbeiplant graag.
Kennis onder één dak
Hans Vanderhallen is sinds vorig jaar directeur van Coöperatie Hoogstraten. Dat is de plek waar alle aardbeien uit de regio worden aangevoerd en waar ze 's ochtends op de klok worden verkocht om al meteen richting bestemmeling te vertrekken. De Coöperatie doet dat al sinds 1933. "Ervóór verkochten plaatselijke telers hun aardbeien in Nederland, maar in 1933 zeiden ze: 'We moeten dat ook hier kunnen.' Het idee was: we vormen samen een coöperatie die onze producten zo goed mogelijk aan de man brengt."
Het systeem bleek te werken, de teelt uit de streek werd steeds omvangrijker en de aardbei uit de Noorderkempen leek klaar voor export. Alleen: dan moesten er strenge kwaliteitsnormen komen, vond de Coöperatie. Wilde de 'Hoogstraten aardbei' - de merknaam was geboren - écht op de kaart komen, dan moest ze de perfectie nastreven. Verschillende initiatieven moesten daarbij helpen: er kwam een land- en tuinbouwschool waar jonge jongens de stiel konden leren en in deelgemeente Meerle kwam Proefcentrum Hoogstraten: een plek waar alle expertise werd samengebracht, waar experimenten werden opgezet en waar teeltmethodes werden geoptimaliseerd.
"Intussen komen ze vanuit de hele wereld naar dat Proefcentrum kijken", zegt Hans Vanderhallen. "Alle kennis zit hier onder één dak. Op vlak van teelttechnieken, biologische bestrijding, onderzoek naar variëteiten, alles." Voorlichters van het Proefcentrum trekken met die kennis dan weer het veld op. Ze gaan ermee naar de telers en zetten de wetenschap om in goeie raad.
Na 24 uur in je kar
Zoals bijvoorbeeld appels verschillende soorten hebben - de Jonagold, de Pink Lady en de Granny Smith - hebben ook aardbeien verschillende variëteiten. De meest voorkomende die de Coöperatie verhandelt, is de Elsanta, maar er zijn ook telers die werken met Sonsation, Limalexia of bijvoorbeeld Murano. Al die soorten verschillen subtiel van smaak, maar ze voldoen allemaal aan de kwaliteitsvereisten van de Hoogstraatse aardbei en zo kan het dat je bakje de ene keer een tikje zoeter smaakt, de andere keer een tikje zuurder.
Over die bakjes: die zijn sinds een tweetal jaar van karton. 'Punnets' heten ze en ze bevatten een QR-code. Wie die scant, komt rechtstreeks uit bij de teler en kan een boodschap achterlaten. Cijfers tonen aan dat consumenten dat ook effectief doen. In 2020 hebben 40.000 mensen uit alle hoeken van Europa de code ingescand, meer dan 2.000 van hen lieten ook een bericht achter om de teler te bedanken, een vijfde daarvan uit Engeland en Frankrijk.
"Kwaliteit is alles", zegt Hans Vanderhallen. "Een teler plukt z'n aardbeien, steekt die meteen in de koeling en vervoert ze dezelfde avond naar de Coöperatie. Daar worden ze een eerste keer gekeurd, en de volgende ochtend, net voor ze op de klok gaan, opniéuw. Een aardbei is een fragiel product, er kan behoorlijk wat misgaan. De sleutel van ons succes is consequentie. Géén compromissen over kwaliteit." Als het goed is, ligt uw aardbei overigens al in uw winkelkar, geen 24 uur nadat die geplukt is, onder andere bij Colruyt soms zelfs nog sneller.
Hagelbui
Je moet dus al wat kunnen om de lat te halen en dat lukt niet zomaar elke teler. Zij die dat wél kunnen, zijn met 180. De ene doet het met hypermoderne technieken, de andere nog op de traditionele manier. Zo kiest de ene bijvoorbeeld voor aardbeien in een verwarmde serre en de ander voor teelt in openlucht. De ene zet z'n planten gewoon in de grond, de andere in plantgoten die op comfortabele hoogte hangen. En kiest de ene voor een oogst het hele jaar rond met kunstlicht, dan zweert de ander bij de zomermaanden.
Jef Ryvers (53) is nog zo'n teler die gewoon buiten teelt in volle grond. Samen met z'n vrouw Tine runt hij een 'gemengd' bedrijf. Dat wil in hun geval zeggen: zij is baas over 500 stuks vee, Jef is baas over 35 hectaren aardbeien. Dat laatste - dat hij iets met aardbeien zou doen - stond bijna in de sterren geschreven. "Toen ik 15 was, heb ik thuis m'n eerste aardbeien al geplant. Op m'n 21 nam ik het melkveebedrijf van mijn ouders over, maar het aardbeiverhaal was al die tijd blijven groeien en toen puntje bij paaltje kwam, kon ik niet kiezen. Melkvee en aardbeien, ik vind het alle twee leuk, dus waarom de twee niet combineren?"
Zoals Jef begonnen is, zo doet hij het eigenlijk nog steeds: al z'n planten staan in volle grond. Dat heeft voordelen - de investering is beperkt - maar ook nadelen. Je moet ervoor bukken, maar vooral: je bent ontzettend afhankelijk van het weer. "Een hagelbui of een onweer op een zomeravond: dat kan je je oogst kosten. Of als het lang koud blijft, zoals dit jaar, dan kan je pas later beginnen plukken." Het andere uiterste geldt ook: als de temperaturen ineens stijgen zoals de afgelopen dagen, dan zié je de aardbeien van Jef bijna rood worden onder je neus. Dat is goed, want bij mooi weer stijgt ook meteen de vraag. “Als Frank Deboosere op donderdagavond zegt dat het mooi weer wordt, dan wéét je dat de verkoop de volgende ochtend een halve euro per kilo meer oplevert."
Tot in Melsele
Jef woont in Hoogstraten, maar dat geldt niet voor elke teler. Als je een bakje inscant om te kijken waar het vandaan komt, zou je bijvoorbeeld weleens in Melsele kunnen terechtkomen. Hans Vanderhallen: "De 'Hoogstraten aardbei' is een kwaliteitslabel, geen oorsprongslabel. Wie zich conformeert naar de kwaliteitsregels en de regels van de Coöperatie, mag meedoen." Al komt dus maar een minderheid van buiten Hoogstraten. Bijna alle telers komen uit de directe regio, en bijna allemaal hebben die een familiebedrijf. In 80% van de bedrijven werkt de levenspartner mee in de zaak, in 30% van de gevallen doet zelfs nog een ander familielid mee en bij de helft van de bedrijven is er sprake van opvolging.
De aardbeiteelt is een stiel die vaak van generatie op generatie overgaat. Weinig jonge mensen beginnen eraan vanuit het niets: de investering zou te groot zijn, het is interessanter om verder te bouwen op een goeie basis. Tom Vermeiren (31) uit Minderhout is daar een voorbeeld van. In 2017 stapte hij naar z'n ouders en zei hij dat hij ook in de zaak wilde stappen. Aanvankelijk schrokken die daarvan: ze hadden in hun zoon eerder een melkveehouder gezien.
Vader Martin: "Tuurlijk waren we blij, maar we hebben gezegd: 'Tom, als je dit doet, doe het dan omdat je het gráág doet. Het is hard werken, dat gaat alleen als je gepassioneerd bent.'" Daar was geen twijfel over: gepassioneerd wás hij. Al meteen dat eerste jaar kwam er een uitbreiding en vandaag runnen ze met z'n drieën een kraaknet, modern aardbeibedrijf van bijna 3,5 hectaren waarin aan stellingteelt gedaan wordt, in plantengoten, dus. Meer dan de helft daarvan onder glas, een minderheid onder plastic tunnels. De eerste aardbeien worden hier elk jaar - dankzij verwarming en verlichting - al geplukt in maart, de laatste pas in december.
Daarvoor doen ze een beroep op Roemeense seizoensarbeiders. Deze week zijn dat er zestien, afhankelijk van de oogst en hoe druk het wordt kunnen dat er wat meer of minder worden. Moeder An: "Dat is veel volk, maar nog élk bakje passeert hier onze handen voor het ons bedrijf verlaat. Kwaliteit primeert, daar staan we op." Tom, intussen, heeft vier jaar later geen dag spijt van zijn beslissing. "Já, het is hard werken, maar dat is oké. Ik heb geen schrik van lange dagen en van de verantwoordelijkheid. Plus: ik heb twee kleine kindjes, door thuis te werken kan ik een aanwezige vader zijn. Ook belangrijk."
Rollen omgedraaid
Ook Hans Bevers (33) uit Rijkevorsel kreeg de stiel thuis ingelepeld. Net als Tom koos hij ervoor om de zaak van z'n vader verder te zetten. "Mijn vader heeft lang een tomatenbedrijf gehad, op zeker ogenblik is hij overgeschakeld naar paprika's. Al van toen ik jong was, had de sector me wel aangetrokken. Tien jaar geleden ben ik dan bij in het bedrijf gestapt en schakelden we om naar aardbeien op stellingen. Sindsdien zijn we altijd blijven evolueren. Dat wil ook zeggen: aan schaalvergroting doen door kennis en kapitaal te bundelen. Ik werk sinds 2018 samen met collega Hans Van Loon, we hebben een bedrijf opgericht en blijven op alle fronten innoveren. Dat is belangrijk. Een voorbeeld: ik wil inzetten op vermindering van gewasbeschermingsmiddelen, daarom werk ik met een uv-robot, die bepaalde schimmelziektes aanpakt. Je moet méé blijven. Jezelf klaarstomen voor de toekomst."
Tussen zijn vader en hemzelf draaien de rollen intussen stilaan om. "Eerst nam mijn vader de leiding in het bedrijf, nu hij wat ouder wordt, pak ik z'n taken steeds meer over. De posities veranderen, de generaties wisselen elkaar af, ik vind dat wel mooi."
Vanaf vandaag is het bij 180 telers - nog meer dan de vorige weken - alle hens aan dek. Door het warme weer van afgelopen weekend is de rijping van de aardbeien begonnen aan een massale inhaalbeweging. Onder een toefje slagroom, op het randje van uw champagneglas of als snoepje: laat die zomer maar komen.
• 290 miljoen euro bedroeg de omzet van de Coöperatie vorig jaar. Aardbeien zijn goed voor de helft. Daarnaast worden ook komkommers, tomaten en paprika’s verhandeld;
• 476 ton was de hoogste dagaanvoer ooit, op 6 juli 2015. Het dagrecord van dit jaar - 305 ton - werd genoteerd op 12 mei;
• 33,5 miljoen kilo aardbeien werd in topjaar 2015 verhandeld op de Coöperatie. Vorig jaar was dat dik 32 miljoen;
• 180 telers verdienen hun brood met ‘Hoogstraten aardbeien’, 80% van de telers heeft een familiebedrijf;
• 60 miljoen planten steekt de Coöperatie Hoogstraten elke winter in vriescellen. Die worden er beetje bij beetje uitgehaald om voor een zo continu mogelijk aanbod te zorgen.