Donderdag 01/06/2023

AnalysePolitiek

Waarom cd&v en N-VA nu meer dan ooit elkaars bloed kunnen drinken

Partijvoorzitters Sammy Mahdi (cd&v) en Bart De Wever (N-VA). De eerste moet binnen zijn partij na jaren van zwarte sneeuw voor een frisse wind zorgen. De tweede ziet de vroegere kartelpartner maar wat graag ‘kopje-onder’ gaan. Beeld Photo News
Partijvoorzitters Sammy Mahdi (cd&v) en Bart De Wever (N-VA). De eerste moet binnen zijn partij na jaren van zwarte sneeuw voor een frisse wind zorgen. De tweede ziet de vroegere kartelpartner maar wat graag ‘kopje-onder’ gaan.Beeld Photo News

Nooit eerder raakte een Vlaamse coalitie zo verdeeld als de regering-Jambon nu. De huidige crisis gaat dan ook om veel meer dan stikstof. In negentien jaar tijd zijn cd&v en N-VA elkaar steeds meer naar het leven gaan staan. Hoe kon het zo mislopen tussen twee gedroomde politieke partners?

Ann De Boeck en Stavros Kelepouris

1. De voorspelbare crisis

“Ik heb de indruk dat er politieke dingen spelen die niet direct met het dossier te maken hebben.” Met die onheilspellende woorden roept Vlaams minister-president Jan Jambon de crisis af over zijn eigen regering. Het overleg over een stikstofakkoord zat hopeloos vast en Jambon hoopt dat een week krokusbezinning de gemoederen tot bedaren brengt. Dat lijkt voorlopig niet te lukken: verwijten blijven over en weer vliegen tussen politici en medewerkers van N-VA en cd&v.

Dat de Vlaamse regering op dit punt van ‘rien ne va plus’ zou uitkomen, was al langer duidelijk. Bij zijn aantreden als cd&v-voorzitter beloofde Sammy Mahdi een offensievere koers. De keuze voor Jo Brouns, een vertrouweling van de kritische Boerenbond, als nieuwe minister van Landbouw, suggereerde meteen dat stikstof een strijdperk zou worden.

Dat werkte cd&v in de hand door zelf het verzet tegen het vorige stikstofakkoord op te poken, en de landbouwwereld aan te porren massaal bezwaar aan te tekenen. Uiteindelijk liepen 20.000 bezwaarschriften binnen, tot frustratie van N-VA, die er de hand van de Boerenbond in vermoedt, die een formulier ter beschikking stelde om snel bezwaar te kunnen aantekenen.

Daarmee is de verstandhouding die er was aan het begin van de regering-Jambon, tussen N-VA en cd&v-kopstukken Wouter Beke en Hilde Crevits, helemaal weggespoeld.

Na alweer tegenvallende verkiezingen hadden Beke en Crevits de Vlaamse kar snel aan die van N-VA gehangen. De machtsverhoudingen waren duidelijk, en ook cd&v leek ze te aanvaarden. Maar dat verandert helemaal wanneer later Sammy Mahdi de rol van voorzitter overneemt van tussenpaus Joachim Coens.

Ook binnen N-VA zijn de dingen intussen aan het schuiven gegaan, met ingrijpende gevolgen voor de verstandhouding in de Vlaamse coalitie. De populariteit van de Genkse minister van Omgeving Zuhal Demir schiet als een komeet omhoog. Demir charmeert de Vlaming met haar parler-vrai en haar lak aan politieke conventies. Deze krant doopt haar tot ‘de nieuwe keizerin van het Vlaams-nationalisme’. Dat ze met haar eigengereidheid ingaat tegen de Vlaamse traditie om regeringszaken bij consensus te beslissen, slaat wel diepe wonden bij cd&v.

“Demir is een ­toxisch persoon”, klinkt het in de partij. “Ze maakt alles kapot.” Een collega-cd&v’er vergelijkt de populaire Genkse met “een gif” dat zich langzaam verspreidt over de rest van de coalitie. Boze blikken gaan ook in de richting van Jambon, die de populaire minister te veel speelruimte zou geven. “Wie zulke rebellie en uithalen naar ­‘Sabotage Sammy’ tolereert”, klinkt het, “hoeft niet verbaasd te zijn dat het wantrouwen binnen de regering alleen maar groeit”.

In de stikstofcrisis zien beide partijen al hun frustraties van de voorbije twintig jaar bevestigd. Voor cd&v is N-VA een partij die vooral straffe taal verkoopt en niet in staat is compromissen te sluiten. Voor N-VA is cd&v een partij die zich steeds opnieuw voor de kar van de zuilen laat spannen en terugkomt op gemaakte afspraken, terwijl ze zich voor de buitenwereld iets te makkelijk in de slachtofferrol wentelt. “Wij zijn zogezegd de ruwen. Maar wat zeg je dan over de uitspraken van Mahdi over lege winkelrekken, het redden van ‘plantjes’ en ­‘speciale vleermuizen’? Wij bijten heel vaak op onze tong”, zegt een N-VA’er.

Dat de kloof tussen de voormalige partners groter dan ooit is, is een understatement. Dat zie je aan de wederzijdse ergernis, aan de diepe ontgoocheling in elkaar, aan de uitspraak van De Wever dat cd&v en Open Vld “maar beter kopje-onder gaan in 2024”. Hoe is het zover kunnen komen?

2. Het Valentijnsakkoord

Zondagnacht 8 februari 2004, het Vlaams-­Brabantse Dworp. Yves Leterme, Luc Van den Brande en Geert Bourgeois zitten in de keuken van Ben Weyts rond de eettafel. Iets na drie uur ’s nachts schudt het viertal elkaar de hand. De twee centrumrechtse partijen hebben een ­akkoord: voortaan trekken ze samen naar de kiezer.

Enkele dagen later, op Valentijnsdag, wordt het nieuws wereldkundig gemaakt. Een verrassing is het niet: een eerste verleidingspoging was een half jaar eerder al afgeknapt. “Toen ik mijn huidige echtgenote de eerste keer vroeg of het ‘aan’ kon zijn, was het neen. Ik heb het ook twee keer moeten vragen, en ondertussen zijn we ongeveer twintig jaar getrouwd”, zegt Leterme op de persconferentie.

Maar van romantiek is weinig sprake. “Het kartel kwam er niet uit liefde, maar uit pragmatisme”, zegt oudgediende Eric Van Rompuy (cd&v). De gloriedagen van de CVP liggen ver in het verleden. Voor cd&v is het kartel electorale doping, na de verkiezingsopdoffer van 2003.

Voor N-VA is de existentiële crisis nog groter. Bij de verkiezingen van 2004 zal voor het eerst met een kiesdrempel gewerkt worden. Wie geen 5 procent haalt, dreigt van de kaart geveegd te worden. De peilingen doen het ergste vermoeden voor N-VA, dat pas in de herfst van 2001 opgericht is. Het kartel is een kwestie van politiek overleven. “Laten we zeggen dat de lamme en de blinde elkaar hadden gevonden”, lacht Weyts, dan nog woordvoerder, politiek directeur en manusje-van-alles bij de piepkleine N-VA.

In 2007 is alles nog pais en vree tussen N-VA en cd&v. De partijen van Bart De Wever en Yves Leterme halen samen net geen 30 procent van de Vlaamse stemmen voor de Kamer. Beeld BELGA
In 2007 is alles nog pais en vree tussen N-VA en cd&v. De partijen van Bart De Wever en Yves Leterme halen samen net geen 30 procent van de Vlaamse stemmen voor de Kamer.Beeld BELGA

Twee politieke dromen binden hen. Een: de paarse coalitie van premier Guy Verhofstadt (Open Vld) moet eraan geloven. Twee: Vlaanderen moet meer bevoegdheden krijgen. Cd&v wil Vlaanderen sterker maken via klassieke staatshervormingen, N-VA wil Vlaanderen zelfs helemaal onafhankelijk maken. Die communautaire eisen − en vooral de teleurstelling over het uitblijven ervan − zullen de volgende twee decennia de wrok tussen N-VA en cd&v voeden.

De kartelformule wordt een eclatant succes. Het centrumrechtse blok haalt dat jaar 26 procent van de stemmen voor het Vlaams Parlement en wordt daarmee de grootste formatie in het halfrond. De uit de assen van de Volksunie verrezen N-VA weet met Bourgeois een verkozene in het parlement te krijgen. Voor cd&v lonkt de macht weer. De lokale verkiezingen van 2006 zijn een nieuwe reden tot feesten: ­Vlaanderen kleurt oranje-geel. De toekomst lacht hen toe.

Met de federale verkiezingen van 2007 in het vooruitzicht maakt het kartel zich op voor een derde landslide in drie jaar tijd. Maar eerst gaat de relatie door zwaar weer, wanneer Jean-Marie Dedecker bij N-VA opduikt. Cd&v wil niets weten van de West-Vlaamse stormram, en het kartel is even op sterven na dood. Uiteindelijk wordt Dedecker toch afgewezen. Om het kartel te redden maakt N-VA-voorzitter Bart De Wever van zijn hart een steen. Een toegift waar hij ­jaren later nog altijd spijt van zal hebben.

Op 10 juni 2007 wordt de champagne alweer koud gezet. De lijst cd&v/N-VA haalt net geen 30 procent van de Vlaamse stemmen voor de Kamer. Yves Leterme wordt de man van de legendarische 800.000 voorkeursstemmen en staat in polepositie om de nieuwe eerste minister van het land te worden. De beelden van Leterme, Inge Vervotte en Jo Vandeurzen, juichend op tafel, krijgen een plekje in de Belgische politieke geschiedenis.

Daarmee rondt het Vlaams kartel een indrukwekkende veroveringstocht af. Zowel Vlaams als federaal zijn de paarse regeringen afgestraft en heeft centrumrechts de macht gegrepen. Het kartel is zegedronken, een nieuw machtsblok is opgestaan. Alles lijkt klaar voor een jarenlange dominantie.

3. N-VA neemt de macht over

Wat geen enkele cd&v’er die avond kan bevroeden, is dat het feestje een zware kater zal nalaten. Leterme, op het toppunt van zijn macht, krijgt daags nadien de opdracht om zijn belofte aan de Vlamingen waar te maken: de paarse meerderheid breken en een grote staatshervorming onderhandelen. Op Hertoginnedal botsen zijn pogingen echter keer op keer op ‘Madame Non’, Joëlle Milquet, en de argwaan langs Franstalige kant. De stemmenkampioen bijt er de tanden op stuk. Wat volgt, is een opeenvolging van mislukte regeringsvormingen, ruzies en intriges.

De communautaire spanningen slaan ook barsten in het kartel. Cd&v probeert koste wat kost de communautaire dialoog te reanimeren, maar voor N-VA is het duidelijk dat met de Franstaligen niet te praten valt. De kartelpartner heeft geen vertrouwen meer in cd&v. Op 21 september 2008 zegt het partijcongres van N-VA de steun aan de federale regering-Leterme op. Daags nadien neemt Geert Bourgeois ontslag uit de Vlaamse regering van Kris Peeters. Het kartel is officieel dood. Aan de top van cd&v vloeien tranen. “Alles is voor niets ­geweest”, zucht Leterme tegen Vervotte.

Vijftien jaar later blijft deze dramatische wending de twee partijen achtervolgen. “De staatshervorming is het begin van alle problemen ­geweest”, oordeelt Kris Peeters vandaag. Al vermoedt de voormalige minister-president dat er toen ook al meer speelde bij N-VA. “De Wever voelde toen al dat zijn partij steeds meer wind in de zeilen kreeg. Hij gokte dat ze misschien wel op eigen kracht konden groeien, en ons niet meer nodig hadden.”

Het is een constante in de verzuurde relaties tussen cd&v en N-VA: allebei zijn ze diep in elkaar ontgoocheld over het communautaire parcours. Voor cd&v heeft N-VA keer op keer haar afspraak met de geschiedenis gemist. Zo ook wanneer de regering-Leterme II op 22 april 2010 valt over de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde (BHV).

2011: Elio Di Rupo legt de eed af als premier. Dat cd&v in deze regering is gestapt, schiet N-VA in het verkeerde keelgat. Beeld Photo News
2011: Elio Di Rupo legt de eed af als premier. Dat cd&v in deze regering is gestapt, schiet N-VA in het verkeerde keelgat.Beeld Photo News

In de recordformatie die daarop volgt, gaat cd&v-voorzitter Wouter Beke uiteindelijk zonder N-VA voort. Volgens N-VA omdat ze buitenspel wordt gezet, volgens cd&v omdat N-VA geen communautair akkoord durft te sluiten. De gesprekken monden in 2011 uit in de regering-Di Rupo, met zowel een akkoord over een zesde staatshervorming als de splitsing van BHV. “Op dat moment is duidelijk gebleken dat N-VA niet durfde mee te werken aan een communautair akkoord”, zegt Van Rompuy. “De grote verdienste van Wouter Beke is dat hij die moed wél heeft gehad.”

Voor N-VA, daarentegen, is cd&v de partij die telkens opnieuw haar ziel verkoopt voor de deelname aan de macht. Weyts: “Het is een een rode draad in de loop van de geschiedenis: als puntje bij paaltje komt, wil cd&v altijd besturen. Die lokroep is altijd sterker geweest dan de keuze om trouw te blijven aan de eigen principes en beloftes. Zelfs wanneer de partij mathematisch overbodig is, zoals in de huidige ­Vivaldi-regering.”

Dat cd&v in oktober 2020 zonder N-VA in de regering-De Croo stapte, doet inderdaad nog altijd pijn aan het Vlaams-nationalistische hart. Lange tijd leken cd&v en N-VA in de regeringsonderhandelingen aan elkaar vastgeklikt. Zowel cd&v als Open Vld krijgt van N-VA-voorzitter Bart De Wever nu het verwijt dat ze met hun deelname aan de federale coalitie de Vlaming in de steek hebben gelaten. Tot op vandaag bemoeilijkt dit de sfeer in de Vlaamse ­regering, waar het trio samen regeert.

Vivaldi is voor de N-VA de zoveelste teleurstelling in de voormalige kartelpartner, die beloofd had Vlaanderen meer bevoegdheden te geven. “Dat ze in die regering gestapt zijn: het is voor mij onbegrijpelijk hoe ze dat uitleggen aan zichzelf”, zegt een N-VA-minister. Bij de Vlaams-nationalisten leeft het gevoel dat de aanslepende regeringsvorming een unieke kans boden om België in een nieuwe plooi te leggen, en de bocht naar het confederalisme te nemen. “Je kunt pas ten gronde iets veranderen voor de Vlaming door de structuren van het land te hertekenen. Cd&v heeft die mogelijkheid uit handen gegeven. Wij begrijpen dat echt niet.”

Eén ding is wel duidelijk: sinds de breuk van het kartel zijn de machtsverhoudingen tussen N-VA en cd&v flink opgeschud. Het kantelpunt is de monsterscore van N-VA bij de federale verkiezingen van 13 juni 2010. Omhoog gestuwd door de populariteit van De Wever en de communautaire perikelen haalt N-VA plots 28 procent van de Vlaamse stemmen, voldoende om cd&v van de troon te stoten als grootste partij van Vlaanderen. De christendemocraten boeken hun slechtste resultaat ooit. Niet veel later ontvlucht Leterme de Belgische politiek.

Voor N-VA begint een lange zegetocht. Bij de lokale verkiezingen van 2012 spoelt een gele golf over Vlaanderen. Vanaf dan moet cd&v ook op lokaal niveau de politieke dominantie afstaan aan haar oude kartelpartner. Die strijd om de stemmen op het platteland is vandaag nog steeds een motor voor het conflict tussen beide partijen, niet het minst in het stikstof­dossier.

4. Zweeds: Cd&v op de pijnbank

Wie de omslag in politiek Vlaanderen wil vatten, heeft genoeg aan één beeld: het portret van de nieuwe Vlaamse regering op het bordes van het Brusselse Errerahuis, genomen op 25 juli 2014. In het midden staat Geert Bourgeois fier te pronken als nieuwe nummer 1. De voormalige junior partner van het kartel heeft definitief het stokje overgenomen als leidende partij van Vlaanderen. Voor het eerst treden de christendemocraten toe tot een Vlaamse regering zonder de minister-president te leveren.

Die ommekeer van de machtsverhoudingen weegt niet op het regeringswerk − niet meteen. In de eerste jaren is het tussen beide partijen “dikke mik”, zegt een toenmalig minister. Maar gaandeweg komt daar verandering in. Aan het einde van de regeerperiode kunnen cd&v en N-VA elkaars bloed wel drinken.

De Vlaamse regering onder leiding van Geert Bourgeois (N-VA), in 2014. Beeld BELGA
De Vlaamse regering onder leiding van Geert Bourgeois (N-VA), in 2014.Beeld BELGA

Voor de N-VA is de Vlaamse regering altijd het summum geweest. Met Bourgeois aan het roer wil de partij nu koste wat kost de ‘kracht van verandering’ tonen, en − in de woorden van Gaston Geens − “bewijzen dat wij wat we zelf doen, beter doen”. Cd&v wordt daarbij het kind van de ­rekening.

Vijf jaar lang komt de felste oppositie tegen de cd&v-ministers uit de coalitie zelf. Vooral ­viceminister-president Hilde Crevits, die een ­delicate onderwijshervorming moet uittekenen, krijgt het hard te verduren. N-VA heeft van onderwijs een van haar speerpunten gemaakt, en vanuit het parlement bestookt Koen Daniëls ­(N-VA) Crevits week na week. Als er al iets gebeurt waar N-VA het mee eens is, is de partij er als de kippen bij om dat als een verwezenlijking te claimen die zij mogelijk gemaakt hebben − de net niet uitgesproken ondertoon: ondanks Crevits.

“Je mag een beetje tegenkanting verwachten vanuit de meerderheid, maar Daniëls kreeg echt wel heel veel ruimte om Crevits onaangenaam hard aan te pakken. Dat had ik nog niet eerder gezien”, klinkt het bij een insider. “Crevits deed er wel alles aan om goede contacten te houden met N-VA. Pas helemaal op het einde had ze door: die willen hier niet samenwerken, die willen ons kapot.”

Het zijn de jaren van hard tegen onzacht. Ook federaal moet de vice van cd&v, Kris Peeters, stevige klappen incasseren. Een legislatuur lang schildert N-VA Peeters af als saboteur in de eigen regering. “Als een van de vier partners op de bagagedrager belandt en daarbij nog eens met zijn voet op de achterband duwt, raken we niet meer vooruit”, zegt De Wever over Peeters. Wanneer die laatste uiteindelijk politiek geëvacueerd wordt naar de Europese lijst, suggereert De Wever dat Peeters zich de vernedering had kunnen besparen door als een Romeinse keizer de polsen over te snijden in bad.

In de ogen van menig N-VA’er liet cd&v een unieke kans schieten. Michel I was een droomcoalitie van centrumrechtse zielsverwanten. Vooral op sociaal-economisch vlak waren de ambities groot. Maar zodra de regering in het zadel zat, bleken de christendemocraten toch altijd weer met de voeten te slepen, toch altijd weer gebonden aan de belangen van de ACW-vleugel. Die loyauteit aan de zuilen, zoals nu ook aan de Boerenbond in de stikstofdiscussie, is tot op vandaag een bron van irritatie.

Bij cd&v daarentegen is de woede over de houding van de Vlaams-nationalisten nog niet gaan liggen. ‘Wat N-VA zich allemaal durft te permitteren’: dat is het gevoel dat overheerst. En ook: wij moeten dat altijd maar pikken. “Er zat een systematiek in hun harde stijl. Wij waren daar wat naïef in. Wij wilden niet onder de gordel slaan. Tegen zo’n tegenstander ben je dan verloren”, blikt Kris Peeters nu terug. “Hoe meer macht N-VA verwierf, hoe duidelijker het werd hoe die partij met andere partijen omgaat: zeer ruw. Open Vld en de groenen kunnen daar ook van getuigen.”

Maar cd&v gaat zeker niet vrijuit. Bij de start van de regering-Michel bestaat weinig twijfel over de intenties van cd&v-voorzitter Wouter Beke: hij wil N-VA kapot regeren. De Vlaams-nationalisten mochten lang genoeg vanaf de zijlijn toekijken en commentaar geven. Voor cd&v is het tijd om N-VA mee in de morsige coulissen van de macht te trekken, waar nu eenmaal ­altijd compromissen moeten worden gesloten.

Al liep dat laatste niet zoals verwacht. Eind 2018 verlaat N-VA de regering omwille van het VN-migratiepact van Marrakesh. Enkele dagen later valt de regering-Michel. Voor cd&v is het een nieuwe bevestiging dat N-VA een partij is die uiteindelijk altijd wegloopt. “Ze zijn de ­revolutionairen die koste wat kost buiten het establishment willen staan.”

Federaal vicepremiers Kris Peeters (cd&v) en Jan Jambon (N-VA) eten frietjes tijdens een bezoek aan de wereldtentoonstelling in Milaan (2015). Beeld BELGA
Federaal vicepremiers Kris Peeters (cd&v) en Jan Jambon (N-VA) eten frietjes tijdens een bezoek aan de wereldtentoonstelling in Milaan (2015).Beeld BELGA

5. En nu?

De vraag die overblijft: wat nu? Vinden de twee elkaar ooit nog terug? Beide kanten zien nog steeds de grote verwantschap. “Au fond zijn N-VA en cd&v de grootste bondgenoten: Vlaams en gemeenschapsgezind. Al zijn we op dit moment ook strategisch de grootste vijanden, omdat we in dezelfde kiesvijver vissen”, zegt Beke. Ben Weyts: “Ik hoop oprecht dat we hieruit raken, want cd&v zal altijd een preferentiële partner zijn. We hebben er geen baat bij om de andere naar de verdoemenis te helpen.”

“Het personalisme van cd&v en het gemeenschapsdenken van N-VA, dat staat toch zeer dicht bij elkaar? Wat is het verschil?”, klinkt het bij Theo Francken. Een ander N-VA-topper ziet in cd&v en N-VA “een koppel dat maar al te goed weet dat ze bij elkaar horen, en toch niets anders doet dan memmen en kreften”. Partij­genoten zoals Els van Doesburg en De Wever dromen hardop van een samensmelting tot een brede volkspartij. Al ziet De Wever daarvoor maar één scenario: “Cd&v moet kopje-onder.”

Komt er een nieuw kartel? Volgens de meeste cd&v’ers is het te laat om nog samen te werken. De twee partijen zijn te ver uit elkaar gegroeid. De analyse van oud-premier Leterme: “Ik blijf ervan overtuigd dat er in Vlaanderen een meerderheid te vinden is voor een partij die kansen geeft aan wie vooruit wil en mensen die het moeilijk hebben vooruit trekt. Voor een verhaal van rechten en plichten, voor meer Vlaamse autonomie. Dat zijn zaken waar cd&v en velen binnen N-VA voor staan. Maar een samenwerking zal niet meer vanuit de huidige partijen komen. Daarvoor zijn er te veel harde woorden gevallen. Het basisvertrouwen is weg.”

Zoals zo vaak aan het einde van een relatie blijft de twijfel over van wat had kunnen zijn. “We hadden na de start van het kartel veel sneller een stap verder moeten zetten en tot een fusie overgaan”, zegt Peeters. Een andere cd&v-topper deelt dat gevoel. “Dan hadden we misschien kunnen standhouden. Maar nu is het te laat.” Zo is het verhaal van het ooit zo beloftevolle kartel vandaag toch vooral een verhaal van ‘net niet’.

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234