Zondag 28/05/2023

AchtergrondAardbevingen Turkije en Syrië

Waarom B-Fast weer als een van de laatste hulpteams ter plaatse is: ‘Het resultaat van wanbeheer, onkunde en onwil’

Reddingswerkers (niet B-Fast) aan de slag in Kahramanmaras, het epicentrum van de aardbevingen. Beeld AFP
Reddingswerkers (niet B-Fast) aan de slag in Kahramanmaras, het epicentrum van de aardbevingen.Beeld AFP

Botsende ego’s, besparingen en bevoegdheden die zo versnipperd zijn dat een kat er haar jongen niet in terugvindt. Terwijl de hulpteams van andere landen in Turkije al mensen onder het puin vandaan halen, was het wachten op de reactie van B-Fast. Nu komen er toch een veldhospitaal en zo’n 10.000 slaapzakken.

Ann De Boeck

Turkije, 17 augustus 1999. Bij een zware aardbeving komen meer dan 17.000 mensen om het leven. In Zaventem springt een handvol reddingswerkers het vliegtuig op met tenten, voedsel en reddingshonden. Na dagen ploeteren op het terrein worden de vrijwilligers uitvoerig bedankt door de federale regering, die in de toekomst graag wat vaker wil bijspringen bij internationale rampen. Even later wordt het Belgian First Aid and Support Team, kortweg B-Fast, boven het doopvont gehouden.

Een kwarteeuw later heeft Turkije opnieuw onze hulp nodig. Alleen laat die deze keer langer op zich wachten. De vrijwilligers van B-Fast kregen maandag een sms’je met de vraag of ze beschikbaar waren voor een missie. Hun antwoord moest om 15 uur binnen zijn. In de hoogdagen van het hulpteam zou er binnen de 12 uur een vlucht vanop Melsbroek zijn opgestegen met een paar tientallen chirurgen, verpleegkundigen, technici en zoekspecialisten aan boord. Maar die hoogdagen zijn voorbij.

Dinsdagavond kwam de aankondiging dat ons land een veldhospitaal ter plaatse zal oprichten en bemannen. In totaal zal er plaats zijn om 100 patiënten per dag te behandelen en zullen er twintig de nacht kunnen doorbrengen. Een verkenningsteam vertrekt woensdag en zal ook 10.000 slaapzakken meenemen. Ten laatste volgende week donderdag zou het veldhospitaal actief zijn. Een coördinator van B-Fast meldt anoniem dat het eerst nodig was om “af te stemmen met andere departementen”. En dat waren er nogal wat, want zowel Binnenlandse Zaken, Buitenlandse Zaken, Defensie, Volksgezondheid en Begroting moesten het licht op groen zetten.

De Belgische traagheid staat in schril contrast met de aanpak door andere landen. Meer dan tien Europese landen stuurden al reddingsteams naar Turkije, waaronder Nederland, Frankrijk, Italië, Polen en Kroatië. Waarom moet het bij ons dan zo lang duren?

Belgisch symbool

Dat het vierkant draait binnen B-Fast, werd in 2015 al duidelijk. Na de zware aardbeving in Nepal trok het zoek- en reddingsteam vol goede moed naar daar, maar enkele dagen later moest het terugkeren zonder ooit te hebben gezocht naar overlevenden. Aan de basis lag een aaneenrijging van foute keuzes. Zo weigerde de regering een veldhospitaal mee te sturen en kon het vliegtuig van Defensie wegens allerlei vertragingen niet landen in Kathmandu. Er ging zoveel tijd verloren dat Nepal onze hulp niet meer nodig had.

Wat ook meespeelde, was de open oorlog tussen de inmiddels overleden urgentiearts Luc Beaucourt, een van de founding fathers van B-Fast, en toenmalig coördinator Geert Gijs. Die eerste kreeg de steun van N-VA, die zich afvroeg of B-Fast “nog wel zin had”, de andere van minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open Vld). Zo werd de persoonlijke vete ook een politieke strijd over een belangrijk Belgisch symbool. Een kritische audit na Nepal had het over “ondoorzichtige besluitvorming, spanningen tussen individuen en gebrekkige samenwerking”.

Nog gekker werd het bij de zware explosie in Beiroet, in 2020. Toenmalig premier Sophie Wilmès (MR) kondigde toen onverwijld de hulp van B-Fast aan op Twitter, onwetende dat de Search & Rescue-afdeling een jaar eerder grotendeels was wegbezuinigd bij de hervorming van de Civiele Bescherming onder minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA). Het reddingsteam kon enkel nog in België in actie komen omdat het niet langer het internationaal vereiste kwaliteitslabel van de Verenigde Naties had. Uiteindelijk stuurde België enkel hulpmateriaal naar Libanon.

Minder fotogeniek

Wat nu overblijft van B-Fast is vooral het medische team. België, zo luidt de nieuwe visie, komt voortaan in beeld wanneer de reddingsteams van andere landen zich klaarmaken om weer naar huis te gaan. Een rol die misschien minder fotogeniek is, maar even cruciaal. “Er is beslist om niet meer in te zetten op de zoek- en reddingsteams. Maar onze medische teams zijn onmiddellijk inzetbaar. Op het moment dat de vraag van Turkije definitief bevestigd wordt, zullen wij er zijn”, benadrukte minister Verlinden dinsdagochtend op Radio 1.

Het probleem is wel dat ons medische team ook niet echt uitblinkt. Zo lanceerde Turkije een internationale oproep voor ‘Emergency Medical Teams’ van klasse 2 of 3. Dat zijn grote en heel grote veldhospitalen met een ruime medische capaciteit en verschillende soorten dokters. België probeert al vijf jaar om dat klasse 2-label binnen te halen via de Wereldgezondheidsorganisatie, maar voorlopig zonder succes. “Door corona hebben we een aantal mensen moeten heroriënteren”, zo luidt de verklaring van de coördinator.

Bij (ex-)werknemers valt een kritischer geluid te horen. “Dit is het resultaat van wanbeheer, onkunde en onwil”, zegt een van hen. “Vroeger bestond er een duidelijk systeem waarin op korte termijn vraag en aanbod op elkaar werden afgestemd, in functie van het beschikbare materiaal. Een paar uur later waren we ter plaatse. Nu wordt er hier en daar nog snel een kast opengetrokken om te kijken wat we Turkije kunnen aanbieden. Tja, zo komen we altijd te laat.”

B-Fast-woordvoerder Nicolas Fierens Gevaert benadrukt dat België “er alles aan doet om zijn aanbod af te stemmen op de Turkse noden”.

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234