AchtergrondEconomie
VS-monstersubsidies bedreigen ook de EU: ‘Biden zet de turbo op Trumps ‘Buy American’-beleid’
De Verenigde Staten lappen de internationale handelsregels aan hun laars. De Wereldhandelsorganisatie, opgericht om dit gedrag te voorkomen, staat machteloos. ‘We riskeren in een ongelofelijk dure subsidieoorlog te belanden’, zegt handelsexpert Peter Van den Bossche.
Maandag komt in Washington de Handels- en Technologieraad bij elkaar. Dat is een vorig jaar opgericht diplomatiek forum om het beleid tussen de VS en de EU op deze vlakken op elkaar af te stemmen. En er valt best wel wat te bespreken. Afgelopen zomer keurde het Amerikaans Congres de Inflation Reduction Act goed, een gigantisch pakket maatregelen met onder meer 369 miljard dollar aan klimaatinvesteringen.
Volgens Peter Van den Bossche, de Belgische onderzoeksdirecteur van het World Trade Institute in het Zwitserse Bern, is dat een adrenalinestoot voor de Amerikaanse maakindustrie, vermomd als milieubeleid. Het leidt tot tandengeknars bij de Europese Commissie, die er handelsbelemmering en concurrentievervalsing in ziet.
De VS gaan immers miljarden aan subsidies en belastingvoordelen verstrekken voor onder meer elektrische auto’s en hernieuwbare energie, op voorwaarde dat belangrijke onderdelen uit Noord-Amerika komen, en de assemblage ook daar gebeurt. Daarnaast krijgen bedrijven die zich willen vestigen in de VS subsidies die tot tien keer het maximum bedragen van wat in Europa is toegestaan.
Een mogelijkheid om de plooien glad te strijken is dat de VS toelaten dat de Europese Unie onder de Amerikaanse voorwaarden valt. Het fiscaal voordelig beleid zou dan ook slaan op onderdelen uit Europa bijvoorbeeld, en op elektrische auto’s die hier zijn gemaakt.
Oneerlijke praktijken
Daar gaat Amerika nooit mee instemmen, voorspelt Van den Bossche. “De Inflation Reduction Act was zo’n complex politiek compromis, dat het ondenkbaar is om daar opnieuw aan te gaan morrelen. Bovendien is dat pakket juist gericht op het behalen van concurrentievoordelen. Niet alleen tegenover China, ook ten opzichte van Europa. Waarom zouden ze die dan uitzonderen?”
Er is een logische juridische weg om iets te doen aan dat eigengereide Amerikaanse beleid. Een van de belangrijkste taken van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) is landen die de internationale handelsregels overtreden tot de orde roepen. Omdat zij bijvoorbeeld uit protectionisme de invoer van buitenlandse producten belemmeren, of omdat ze de eigen industrie geld toestoppen zodat die op de wereldmarkt aan oneerlijke concurrentie kan doen.
Alleen loopt dat straatje op dit ogenblik dood, verklaart Van den Bossche. De WTO kán geen veroordelingen meer uitspreken. Landen kunnen oneerlijke praktijken wel aanklagen, en door een panel van WTO-rechters in het gelijkgesteld worden. Maar daarna heeft het verliezende land altijd de mogelijkheid om in beroep te gaan. En daar wringt de schoen.
Gaten dichten
Sinds december 2019 telt de Beroepsinstantie van de WTO niet genoeg rechters meer om recht te mogen spreken. De VS weigeren om nieuwe rechters te benoemen, en aangezien daar unanimiteit voor nodig is onder de 164 leden van de WTO, is de geschillenbeslechting daardoor kaltgestellt.
De VS verdedigden hun opstelling onder het presidentschap van Donald Trump met een principieel verkooppraatje. De Beroepsinstantie van de WTO zou zich schuldig maken aan ‘gerechtelijk activisme’ en zijn bevoegdheden te ruim interpreteren. “We kunnen simpelweg niet aanvaarden dat wij beleid maken op een gebied waarover geen afspraken bestonden, en dat deze Beroepsinstantie daar plots beslissingen over gaat nemen”, klonk het destijds vanuit de Trump-regering.
Daar zit een kern van waarheid in. De gemaakte afspraken dateren van de oprichting van de WTO in 1995, en zijn vaak verouderd of achterhaald. Er was toen veel minder internationale handel in diensten dan vandaag bijvoorbeeld, en het internet stond nog in de kinderschoenen. De rechters moesten daardoor soms noodgedwongen gaten dichten in handelswetten.
De grotere waarheid is evenwel dat het de VS gewoon goed uitkwam om de geschillenbeslechting bij de WTO lam te leggen, en zo veroordelingen te vermijden. Trump voerde dubieuze handelsoorlogen met onder meer China en de Europese Unie.
Mooie praatjes over internationale samenwerking
Begin 2021 leek er met het aantreden van Joe Biden iets te veranderen. Als zelfverklaarde fan van het multilateralisme zou de Democratische president van Amerika weer een actieve speler maken in het internationale handelsoverleg in plaats van een obstakel. Het was ijdele hoop. Biden zette de handelsoorlog met China voort, en weigert eveneens nieuwe WTO-rechters te benoemen.
Joe Biden is nog veel protectionistischer dan Donald Trump, vindt Van den Bossche. “Trump had het ‘Buy American’-beleid, maar Biden heeft daar een turbo opgezet. Misschien dat het niet zo opvalt omdat hij mooie praatjes houdt over internationale samenwerking. Maar op het vlak van handel en investeringen zijn dat loze woorden.”
Het lijkt dus weinig zin te hebben dat Europa een zaak aanspant bij de WTO tegen de VS. Toch moet Brussel dat doen, vindt Van den Bossche, die zelf van 2009 tot en met 2019 een van de hoogste rechters binnen de WTO was. “Het zet toch diplomatieke druk. Bovendien koopt het tijd om een oplossing te vinden voor dit politiek en economisch gevoelig handelsconflict. Tegen dat de zaak bij de Beroepsinstantie terechtkomt, en daar dus vastloopt, ben je een jaar verder. Tot dan hoef je nog geen tegenmaatregelen te nemen.”
Existentiële crisis WTO
Wat kan de EU doen als ze uiteindelijk kiest voor vergelding voor de oneerlijke Amerikaanse praktijken? Van den Bossche voorspelt dat de Commissie dan met gerichte heffingen komt op producten uit staten in de VS waar de politieke steun voor de Inflation Reduction Act het grootst is. “Daar heeft de Commissie ervaring mee. Denk aan heffingen op de invoer van staal, textiel, fruitsap, of Harley Davidsons.”
Hopelijk komt het nooit zover. “Als dit conflict blijft bestaan, zal het enkel groeien. Europa kan ook zijn eigen auto-industrie verplichten om met lokaal geproduceerde onderdelen te werken en meegaan in het tegen elkaar opbieden met subsidies. Je riskeert dan in een ongelofelijk dure subsidieoorlog te belanden. Het is nog maar te zien of dat te vermijden valt.”
Overleeft de WTO deze existentiële crisis? Er lopen gesprekken over een hervorming van het systeem om geschillen te beslechten. “Ik hoor van verschillende WTO-leden dat Amerika hen heeft uitgenodigd om hun visie te geven op hoe het beter kan. Maar als zij omgekeerd vragen wat de VS zelf voorstellen, blijft het telkens oorverdovend stil. Dat begrijp ik ook. Dit is een toxisch onderwerp in de VS. Er gaat niets mee gebeuren.”
Europa wél gebonden aan handelsregels
Het is voor Europa een stuk lastiger om unilaterale handelsmaatregelen te nemen dan voor de Verenigde Staten, merkt WTO-expert Peter Van den Bossche op. De Europese Unie heeft in 2020 samen met onder meer China, Canada, Brazilië, Australië en Mexico (maar uiteraard niet de Verenigde Staten) binnen de WTO een alternatief mechanisme voor beroepsprocedures opgericht, als ‘tijdelijke’ vervanging voor de nu verlamde Beroepsinstantie. Dit alternatief mechanisme laat toe dat WTO-geschillenbeslechting blijft werken tussen de zowat vijftig deelnemende WTO-leden.
Dat maakt dat geschillen over de conformiteit met het WTO-recht van geplande Europese handelsmaatregelen, zoals de grensbelasting op CO2, beslecht zullen worden met juridisch bindende uitspraken. Iets waar de VS met bijvoorbeeld de Inflation Reduction Act geen last van hebben.