Blik op BelgiëHeusden
‘Vroeger stond hier enkel maïs’, nu is er op een lapje grond in Heusden plek voor boer én natuur
Boeren en natuurbeschermers staan lang niet altijd met getrokken messen tegenover elkaar. Op het terrein spreken ze vaak dezelfde taal. ‘Er is nood aan meer positieve verhalen.’
‘Omdat ik mijn landbouwbedrijf als ‘natuurinclusief’ bestempel, word ik al snel aan de kant van Demir geplaatst”, zucht Elise Van Broeckhoven (32). “Maar stel ik mezelf voor als boerin, dan vlieg ik naar het kamp-Brouns.” Ze haalt haar schouders op wanneer we de gekende ‘versussen’ voorleggen in dit verhaal. Cd&v versus N-VA. Platteland versus stad. Landbouw versus natuur. “Ik voel me helemaal geen deel van dat gepolariseerde narratief.”
We bevinden ons op een snipper grond in Heusden, in de Gentse rand, geprangd tussen (soms zonevreemde) verkavelingen en de groen-blauwe penseelstreek van de Scheldevallei. “Vroeger stond hier enkel maïs”, zegt Van Broeckhoven, die ons nu langs een lappendeken van verschillende teelten leidt: boerenkool, schorseneren, pastinaak, noem maar op. Langs de zijkant bestrijken takkenwallen en knotwilgen het veld, tussen de rijen groenten zijn wilde bloemen aangeplant om preimot of wortelvlieg de baas te zijn.
Bio-ingenieur Stephanie Schelfhout (UGent/HOGENT), die onderzoek doet naar herstel van bloemrijke graslanden, is onder de indruk: “Kijk eens naar al de kleine hoekjes en kantjes. Die hebben een enorme waarde voor de biodiversiteit.” Er wordt druk gewezen naar de bosrand, die voorlopig nog schril afsteekt van het open veld. Terwijl ze bespreken hoe een overgangszone met struiken de bestuivers ten goede zou komen, is er de gewaarwording: ze spreken dezelfde taal.
De twee kwamen recent in contact via ‘Boer zoekt natuur, natuur zoekt boer’, een project waarmee het Algemeen Boerensyndicaat (ABS) en Natuurpunt meer dialoog willen creëren – en minder vooroordelen. De botsende belangen en vele twistpunten zijn alom gekend, “maar we hebben ook nood aan de positieve verhalen”, zegt Van Broeckhoven. Zo zijn er heel wat boeren die landerijen van Natuurpunt helpen te begrazen.
Kikkers en salamanders
Van Broeckhoven is geen ‘typische’ boerin – eerste generatie, dat alleen is al zeldzaam. Drie jaar geleden is ze gestart met Grondig, een zogenaamde CSA-boerderij (Community Supported Agriculture). Economisch klopt het plaatje: de 450 leden plukken niet alleen zelf hun groenten en fruit, maar betalen ook op voorhand een jaarabonnement. Het is voedsel, beleving en educatie ineen, want de consument beleeft op de eerste rij het wel en wee van een landbouwbedrijf, ze delen in de overvloed én in de tegenslagen.
Bij een ledenbevraging kruiste de absolute meerderheid volgende prioriteit aan: ‘Een landbouwmodel dat minder druk legt op de leefomgeving.’ Die wens is ingebed in de hele boerderij. “Het eerste wat we hier gedaan hebben, is de grachten opgeschoond”, zegt Van Broeckhoven. “Dat vonden de salamanders en kikkers heel erg fijn.” Ze kregen zelfs een bever op bezoek.
Volgens Schelfhout is het verhaal van biodiversiteit in heel wat landbouwbedrijven – ook de erg klassieke – aan het binnensijpelen. “Maar vaak zitten ze economisch op hun tandvlees, omdat ze niet vanonder het idee uitgeraken dat elke liter of elke kilogram telt. Dan blijft er weinig tijd en energie over om nog een houtwal te onderhouden.”
Boerentrots
Het zou naïef zijn om te stellen dat deze CSA-boerderij daarom plots hét model is. Er is geen heilige graal die landbouw en natuur verbindt, op verschillende snelheden is er nood aan verduurzaming. En ook een natuurinclusieve boerderij clasht soms met Natuurpunt als er (schaarse) grond op het spel staat, weet Van Broeckhoven uit ervaring.
Wat het wel toont, zegt Schelfhout, is dat je als boer perfect de nodige landschapswaarden aan een gezonde bedrijfslogica kunt koppelen. “Mochten we die waarden ook incalculeren in een correcte prijs, zouden we misschien een brede omslag kunnen maken. Dan krijgen we weer de échte boerennatuur, iets waar ook de landbouwer trots op kan zijn.”
Die trots is niet onbelangrijk, het is wellicht de frustratie die het vaakst te horen is tijdens tractorprotesten: dat er geen respect is voor de stiel. De manier waarop Van Broeckhoven in de serre een stronk grondwitloof afbreekt en als ‘hapje’ aanbiedt, spreekt boekdelen. “Zonder verwarming gekweekt”, zegt ze fier. “En toch voel ik me evengoed verbonden met iemand die een klassiek landbouwbedrijf runt en daar keihard voor werkt. Boer zijn blijft ergens een roeping.”