VoorpublicatieMark Coenen
Voorpublicatie: ‘Alle mannen zijn onnozelaars’
In Italië voor idioten schreef Mark Coenen dat achter elke succesvolle man een vrouw met haar ogen staat te draaien. Die zinsnede is een goede samenvatting van zijn nieuwe boek Alle mannen zijn onnozelaars, geschreven met humor, mededogen én verontwaardiging. Een voorproefje.
Zonder veel overdrijving kun je stellen dat het instituut Man de laatste jaren in verval is.
Terwijl ik ’m opschrijf, twijfel ik al aan de zin van die zin.
Is dat wel waar? Is mannelijke overheersing dan geen universeel kenmerk van de planeet meer?
Praten we onszelf een probleem aan dat er eigenlijk niet is?
Worden we langs rechts en links voorbijgestoken dan wel van de baan gereden door een armada van helmboswuivende vrouwen die aan een steile maatschappelijke opmars bezig zijn, of beelden we ons dat alleen maar in?
Is het niet, zoals zo vaak in deze tijd, een perceptie die gecreëerd wordt in plaats van een realiteit?
Is de werkelijkheid niet veel weerbarstiger dan deze gratuite openingszin?
Was de leider van de vrije wereld tot voor kort geen schabouwelijke vrouwenhater?
Wat zeur je dan, man?
Er is iets aan de hand, maar duidelijk is het nog niet.
Ik probeer de puzzel te leggen. Maar één ding is zeker: gefrustreerd zijn we.
Wat vroeger zo simpel was en zo goed geregeld, allemaal in het mannelijke voordeel, staat steeds meer op losse schroeven. Met enige goede wil en veel verbeelding is het einde van het patriarchaat nakend, al laat de traditionele macho zich niet goedschiks van zijn podium duwen.
Types als Trump, Bolsonaro, Orbán, Salvini, Baudet en de gehele rare rechterzijde bij ons weren zich als een duivel in een deux-pièces tegen de belachelijke nieuwerwetse ondermijning van de rol en het beeld van de traditionele man in een wereld die niet zonder hem kan.
“We verliezen onze mannelijkheid”,’ zo sprak de Nederlandse politicus Thierry Baudet plechtig in een interview. “We gaan voor consensus, een vrouwelijke waarde. We zijn bang.”
In hun verzet zit heel dikwijls een seksuele component: echte mannen vinden bijvoorbeeld dat masturbatie tegen hun geloof is.
Onthouding is goed, zeker als je voorrang aan rechts geeft, want ook Dries Van Langenhove heeft zijn piemel al jaren niet meer tot zelfontbranding gebracht. Zegt hij.
Zaad dient om het ras mee in stand te houden, niet om op weke onderbuiken gesmeerd te worden.
Ook de Proud Boys, de stormtroepen van Trump, doen niet aan zelfbevlekking. Echte mannen fappen niet.
Echte mannen zijn ook tegen elke vorm van vervrouwelijking van leden van hun geslacht.
‘Als er één groep is waarvoor een alpha male vreselijk allergisch is’, schrijft Saskia De Coster, ‘zijn het wel de mannen die in hun ogen te veel vrouwelijkheid in zich dragen. Het domein van de vrouwelijkheid hebben toxische mannen voor zichzelf verboden verklaard, en mannen die dat toch sans gêne betreden, lachen hen eigenlijk uit. De Echte Mannen moeten zelf zo op de tippen van hun tenen staan om hun mannelijke, stoere schild op te houden. Een man die daar niet aan meedoet, spuwt op al hun krampachtige identiteitsopbouw.’
Harry Styles die in een rok op de cover van Vogue staat: schande. En nu maakt hij nog reclame voor een sacoche ook.
Facebook dat naast man en vrouw nog 71 andere geslachtsdefinities toestaat: goor. Een man met mascara: gooi hem uit de tempel!
Theo Francken postte in 2018 een schamper bericht over sexy lingerie, die er nu ook voor mannen blijkt te zijn.
De tenen van de burgemeester krulden zo hard dat hij drie dagen niet kon lopen. “Draait de wereld nu door, of ligt het gewoon aan mij?”
Zelden is de frase ‘de vraag stellen is ze beantwoorden’ meer van toepassing geweest.
Zij vrezen de laatsten der ouderwetse en statutair heteroseksuele Mohikanen te zijn, wat hen zenuwachtig en agressief maakt, wat dan weer op de lachspieren werkt, waardoor ze helemaal over de rooie gaan.
“Alles moet kapot”, roepen ze luid, maar wat al lang kapot is, is hun gevoel voor humor.
Hun cultuur wordt de lichaamscultuur: in plaats van de staatshervorming wordt de Container Cup het doel. Er moet afgevallen worden, er moeten Ten Miles gelopen worden, een inschrijving in de boksclub wordt een brevet van bekwaamheid en excellentie.
Rechtse mensen kunnen niet dik zijn. Gaan op zomerkampen, nemen koude douches en diëten met PronoKal.
Ongemerkt zijn de vrouwen dichterbij geslopen.
De opmars van de vrouw is te vergelijken met de opwarming van het klimaat: jarenlang genegeerd en gebagatelliseerd, en plots is het zover en weten we eigenlijk niet goed hoe we moeten reageren om het schip weer vlot te krijgen.
Vrouwelijke waarden winnen aan belang: voor elkaar zorgen, empathie, solidariteit met de zwakkeren, samenhorigheid en de balans tussen werk en privé.
De gezichten van de klimaatbeweging: veelal vrouwen, van Greta Thunberg tot Anuna De Wever.
Mannen staan er wat schuifelend bij en kijken er onzeker naar.
Het past allemaal niet in ons referentiekader, dat gericht is op competitie en dominantie.
De wereld, en zeker de politiek, heeft lang iets gehad van een ballenbad voor venten: een spelletje waarmee vrouwen zich niet bezighielden omdat ze wel wat beters te doen hadden.
Nu de zaak uit de hand dreigt te lopen, roepen de mannen om hun moeder.
Of zijn ze er kwaad op.
Er was een wereldwijd virus nodig om die verschuiving en die versnelling helemaal zichtbaar te maken.
Blijkt dat mannen veel kwetsbaarder zijn dan ze dachten: niet alleen een onderliggende ziekte of een te hoog BMI, maar ook het geslacht is een determinant om de morbiditeit van corona te voorspellen.
Blijkt ook dat jobs waarin veelal vrouwen werken, veel belangrijker zijn dan gedacht.
Zorg en onderwijs bijvoorbeeld, waar een man door de band zijn neus voor ophaalt.
Wij willen niet zorgen, wij willen zorgen dat alles in orde komt en dat iedereen ons daar dankbaar voor is.
De grond begon helemaal onder onze voeten weg te zakken toen hashtag MeToo de wereld veroverde. Nog altijd krijgen heel veel vrouwen te maken met seksueel agressief mannelijk gedrag, maar deze keer laten ze het niet meer over hun kant gaan.
Dat hadden we nog niet dikwijls meegemaakt.
Plots verloren mannen de regie over hoe ze gewoon waren met vrouwen om te gaan.
Dat veel van die schandalen en incidenten ook in progressieve, culturele kringen voorkwamen, bewijst dat toxische mannelijkheid geen prerogatief van de rechterkant is: we zijn allemaal in hetzelfde bedje ziek.
Een bedje waarin de vrouw tot voor kort tegen haar zin ging liggen, of daartoe gedwongen werd.
Die uitermate positieve evolutie zorgde tegelijk voor grote onzekerheid bij de mannetjes: de grammatica van de verovering, geschreven door een man, was plots niet meer van toepassing. Niemand wist wat er nog mocht of niet, of deed tenminste alsof. ‘Seffens mag niets meer.’
Mannen waren toe aan begeleiding en therapie. Wat natuurlijk niet gebeurde, want therapie is voor onderdeurtjes.
Of hoogstens voor vrouwen.
Mark Coenen, Alle mannen zijn onnozelaars, Borgerhoff & Lamberigts, 200 p., 23,95 euro.