Voor een dag kan het ook anders
De tijd dat de autovrije zondag herinneringen doet oproepen aan de oliecrisis is voorgoed voorbij. Autoloze zondag is tegenwoordig een recreatiedag en een zonnige nazomerdag maakte van deze editie een groot succes.
In een twintigtal Vlaamse steden en gemeenten en Brussel werd de baan vrij gemaakt voor voetgangers, fietsers en andere creatieve tweewielers. Tussen tien uur 's ochtends en zes uur 's avonds kwam de auto de stad niet in. Brussel tekent in voor een elfde keer en spreekt van een overweldigend succes. Wie zich wilde verplaatsen in de hoofdstad kon dat alleen te voet, te fiets of met het openbaar vervoer dat die dag gratis was. De Anspachlaan ter hoogte van de Brusselse beurs moest zelfs worden afgezet door de grote opkomst.
De fiets stond dit jaar in de kijker in heel wat steden. In Brussel kon je gisteren meedoen aan de Kortste Tijdrit, oftewel 222 meter sprintplezier, met vertrek aan het beursplein en aankomst aan De Brouckère. In Gent werd op het Sint-Jacobs 'De hel van Gent' georganiseerd, een fietswedstrijd met verschillende disciplines zoals de bakfietsenrace met minstens 80 kilogram in de bak. Ook werd daar de eerste biggenrace gehouden waarbij twee biggen, Walterken en Rolandeken, het tegen elkaar opnamen.
In Antwerpen werd er een 'autosalon' gehouden waarbij informatie over autodelen, cohousing, couchsurfing en de Blue Bike-fietsen de auto moest doen vergeten. Mechelen ging nog een stapje verder en wilde met deze Autoloze Zondag terug naar de 'roaring twenties', een tijd zonder ronkende motoren en uitlaatgassen, maar wel vol jazz en swing- en twistmuziek.
Brussels staatssecretaris Bruno De Lille is alvast verheugd. "Jaar na jaar trekt de Autoloze zondag meer bezoekers: een duidelijk teken van de burgers dat toont hoe belangrijk duurzame mobiliteit voor hen is. We blijven hier dan ook op inzetten."
