AchtergrondIran
Volkswoede in Iran nog niet bekoeld: ‘Zelfs vlak voor ze worden opgehangen, protesteren mensen nog tegen het regime’
Zes maanden geleden stierf Mahsa Amini nadat ze was opgepakt door de Iraanse politie omdat ze haar hoofddoek niet correct droeg. De protesten die uitbraken halen steeds minder de internationale media, maar de Iraniërs blijven strijdlustig. ‘Mensen hebben niets meer te verliezen.’
Ze had blondgeverfde lokken en een wenkbrauwpiercing. Ze deelde filmpjes van haar katten op TikTok. Ze was twintig jaar. Armita Abbasi probeerde haar leven in Iran te leiden zoals velen van haar generatiegenoten in Iran dat probeerden. En toen was het 16 september 2022 en stierf Mahsa Amini nadat ze was opgepakt door de politie omdat ze haar hoofddoek niet correct droeg.
Armita Abbasi was niet de enige die haar Instagram-account vanaf dan ging gebruiken om haar woede uit te drukken over het regime in Iran. Maar in tegenstelling tot de meeste andere landgenoten deed zij dat niet anoniem. Een maand later werd ze opgepakt. De prijs die ze moest betalen voor haar opstandigheid zou gruwelijk hoog worden.
Nadat op Instagram privéberichten hadden gecirculeerd waaruit bleek dat Abbasi gefolterd en verkracht was in haar cel, maakte CNN die berichten na verificatie eind november 2022 openbaar. Het waren getuigenissen van artsen van het ziekenhuis Imam Ali in de Iraanse stad Karaj. Daar was Abbasi op 17 oktober, een week na haar arrestatie, naartoe gebracht. Haar haar was afgeschoren en ze schokte hevig. De politiemannen die haar begeleidden, zeiden tegen de behandelende arts dat ze rectale bloedingen had omdat ze meermaals was verkracht. De mannen stonden erop dat de arts in zijn verslag zou noteren dat dit voor haar arrestatie had plaatsgevonden. Maar de arts was er zeker van dat de verkrachtingen in haar cel waren gebeurd.
In een later statement zei de Iraanse regering dat Abbasi naar het hospitaal gebracht was voor “spijsverteringsproblemen”. Maar alle artsen met wie CNN contact had, zeiden dat de symptomen van Abbasi een teken waren van wreed seksueel geweld.
Armita Abbasi is lang niet de enige op wie gruwelijk geweld werd toegepast terwijl ze in de cel zat. Eind december ontving de BBC een brief van mensenrechtenactiviste Narges Mohammadi, die sinds 2016 zelf opgesloten zit in de beruchte Evin-gevangenis omdat ze propaganda zou verspreiden. Mohammadi beschrijft in de brief hoe tal van vrouwelijke medegevangenen mishandeld werden. Zo werd een vrouwelijke gevangene weggevoerd op de motor om buiten de gevangenis door bewakers misbruikt te worden. Een andere mensenrechtenactiviste werd tijdens het transport naar de gevangenis aan handen en voeten aan een haak gehangen en vervolgens herhaaldelijk seksueel misbruikt.
Sinds de dood van Mahsa Amini op 16 september zijn 20.000 mensen gearresteerd tijdens betogingen en protesten, en zijn meer dan 500 doden gevallen. Tot nu toe werden vier betogers publiekelijk geëxecuteerd. Begin januari nog werden de 22-jarige karatekampioen Mohammed Mehdi Karami en de 39-jarige Mohammed Hosseini opgehangen.
Het executeren blijft niet beperkt tot mensen die betrokken zijn bij de huidige protesten tegen het regime. Onlangs nog bracht Human Rights Activists News Agency (HRANA) naar buiten dat Hassan Abyat op 20 februari geëxecuteerd werd in de Sepidar-gevangenis, waar hij sinds 2011 opgesloten zat. Hij was gearresteerd wegens ‘vijandigheid tegenover God’. Tijdens zijn gevangenschap werd hij gefolterd.
Ook de betogers die vandaag in de cel zitten, lopen een groot risico om gefolterd te worden. Volgens Amnesty International hebben de autoriteiten meerdere gevangenen onderworpen aan geseling, elektrische schokken, doodsbedreigingen, verkrachting en andere vormen van seksueel geweld.
Zelfs kinderen. In een nieuw rapport concludeerde Amnesty vorige week nog dat kinderen − soms nog maar twaalf jaar oud − die werden opgepakt tijdens de protesten ook werden gemarteld. Behalve het feit dat ze soms wekenlang achter elkaar werden vastgehouden zonder contact met hun familie, werden ze ook gegeseld of langdurig aan hun armen opgehangen. Ze kregen elektrische schokken op hun geslachtsdelen en sommigen zijn ook verkracht. De martelingen werden uitgevoerd door agenten van de Revolutionaire Garde, de paramilitaire Basij-militie en andere veiligheidsdiensten, concludeert Amnesty.
Het regime gebruikt dergelijke gruwelijke afschrikkingsmiddelen niet alleen tegen wie in de cel beland is. Ook wie op straat komt, loopt grote risico’s. De 16-jarige youtuber Sarina Esmailzadeh, bijvoorbeeld, stierf op 23 september tijdens een protest nadat veiligheidstroepen haar meermaals op het hoofd hadden geslagen met stokken, berichtte Amnesty International.
Veiligheidstroepen zouden ook bewust op de ogen van de betogers mikken. Volgens IranWire, een van de weinige onafhankelijke Iraanse nieuwssites, worden ziekenhuizen overspoeld met mensen die traangas, kogels en andere metalen of rubberen projectielen rechtstreeks in hun ogen kregen. Op sociale media circuleren foto’s van jonge mensen die de bloederige gevolgen tonen. Vaak zijn ze permanent blind aan een oog, of verloren ze een of beide ogen. ‘Blinding as a weapon’, noemt IranWire het. Door op de ogen te schieten wil het regime burgers schrik aanjagen en nieuwe protesten in de kiem smoren: wil je protesteren, dan is dit wat je te wachten staat.
Maar zelfs wie niet op straat komt, loopt gevaar. Zo vonden de afgelopen maanden vergiftigingen plaats op meisjesscholen. Volgens Reuters berichtten lokale media sinds november over zeker dertig scholen waarbij meisjes in klaslokalen plots bepaalde geuren inademen en daarna symptomen vertonen van misselijkheid, kortademigheid en duizeligheid. Het doel van de aanvallen zou zijn om angst te zaaien, zodat leerlingen niet meer naar school durven en de meisjesscholen moeten sluiten. Honderden meisjes zouden al in ziekenhuizen zijn opgenomen. Aanvankelijk negeerde de Iraanse regering deze aanvallen, maar de Verenigde Naties drongen aan op een onderzoek. Ondertussen heeft Iran verschillende arrestaties verricht, kondigden de autoriteiten aan. De gearresteerden zouden banden hebben met terroristische organisaties.
Ayatollah Ali Khamenei noemde de vergiftiging van schoolmeisjes een “onvergeeflijke misdaad”. Vraag is of de Iraanse bevolking deze woorden nog gelooft. Velen denken dat het regime zelf achter de vergiftigingen zit.
Pieken en dalen
Geweld als afschrikmiddel is een beproefd recept van autoritaire regimes, en op het eerste gezicht lijkt het ook in Iran te werken. De eerste maanden na de dood van Mahsa Amini kwamen via sociale media en burgerjournalisten − internationale media zijn al decennia niet meer aanwezig in Iran wegens te gevaarlijk − nog geregeld beelden binnen over grote groepen betogende mensen op straat. Zulke beelden zien we al een tijdje niet meer. Maar dat betekent niet dat de protesten zijn gaan liggen. Integendeel: midden maart kwamen opnieuw groepen mensen op straat om de dood van Amini, zes maanden geleden, te herdenken. Ook enkele vergiftigingen op meisjesscholen dreven burgers toen opnieuw de straat op.
In de zuidoostelijke provincie Sistan en Beloetsjistan komen tot vandaag mensen systematisch op straat tijdens het vrijdaggebed, vertelt de Belgisch-Iraanse Elly Mansoury, doctoraal onderzoeker politicologie aan de VUB. “Wie Iran niet goed kent, zal denken dat wie naar het vrijdaggebed gaat gelovig is en dus sowieso een aanhanger is van het islamitische regime. Dat klopt helemaal niet. De protesten in Iran gaan niet over ‘anti-geloof’, of zelfs niet over ‘anti-hoofddoek’. Ze gaan over ‘anti-verplichting’ en dus over keuzevrijheid, op elk vlak. Een van de imams in Sistan en Beloetsjistan zegt in zijn preken ook heel duidelijk dat het regime levensbeschouwelijke diversiteit zou moeten aanvaarden. Hij heeft het zelfs over laïciteit gehad.”
In het hele land zijn nog steeds allerlei vormen van protest aanwezig, zegt Mansoury. Ze geeft het voorbeeld van een video die vijf jonge vrouwen uit Teheran postten op sociale media. Op de video is te zien hoe ze op straat dansen op de hit ‘Calm Down’ van de Nigeriaanse zanger Rema. Het is verboden voor vrouwen om in het openbaar te dansen. Niet lang daarna konden de veiligheidstroepen de vijf opsporen, maar de video was viraal gegaan, en over het hele land werden nieuwe video’s gepost waarin meisjes en vrouwen op hetzelfde nummer in het openbaar dansen.
“Sommige Iraniërs zullen inderdaad bang geworden zijn om de straat op te gaan, maar anderzijds zullen de verhalen van alle mensen die werden opgepakt, gefolterd of beschoten voor nog meer woede bij de bevolking zorgen. Vergeet niet dat er 88 miljoen mensen in Iran wonen. Er is dus nog ruimte voor grootschalige opstanden.
“Men is trouwens bezorgd over die perceptie in het buitenland: dat de revolutie al gedaan zou zijn omdat er geen grote straatprotesten meer zijn. Maar neem het staatsgeweld weg en je zou honderdduizenden mensen op straat krijgen. Het heeft dus niets te maken met motivatie. Laat het duidelijk zijn: de Iraniërs willen niet gewoon wat meer vrijheid, ze willen dat het regime verdwijnt. Voor de eerste keer sinds de Iraanse Revolutie in 1979 gaat het hier dus om grootschalige anti-regimeprotesten. Maar een revolutie voltrekt zich niet altijd in een stijgende lijn, eerder met pieken en dalen.”
Bloody November
De revolutie in Iran begon dan ook niet pardoes op 16 september 2022, maar had zich al veel eerder op gang getrokken. In 2014 begon de bekende journaliste Masih Alinejad met een onlinebeweging tegen het verplicht dragen van de hoofddoek. Filmpjes van vrouwen die op woensdag − White Wednesday − hun hoofddoek afdeden in het openbaar, werden wereldwijd gedeeld. Alinejad werd met de dood bedreigd en moest vluchten naar de VS. Daar werd onlangs nog een moordaanslag tegen haar verijdeld.
In 2019 en 2020 waren er overal opstanden in het land. Aanleiding hiervoor waren de hoge brandstofprijzen, maar er was vooral een roep om meer democratie, en om het einde van de Iraanse regering en het bewind van ayatollah Khamenei. De protesten raakten bekend als ‘Bloody November’: volgens internationale media werden bij die betogingen meer dan duizend Iraanse burgers gedood.
Ook eerder al, toen in juni 2009 Mahmoud Ahmadinejad herverkozen werd als president, kwamen duizenden mensen op straat. Met de slogan ‘Where is my vote’ gaven de aanhangers van tegenkandidaat Mousavi te kennen dat er gefraudeerd was met de verkiezingsuitslag. “Westerse media hebben jaren onderschat wat er onderhuids aan het broeden was in Iran”, vindt Mansoury. “In 2009 is studente Neda Agha Soltan doodgeschoten op straat. Dat is gefilmd, en die video is viraal gegaan. Ik zal die beelden nooit vergeten: een jonge vrouw die aan het stikken was in haar eigen bloed. Het heeft bij veel Iraniërs voor enorm veel woede gezorgd.”
En toch, zegt Mansoury, zijn het pas de huidige protesten die over de essentie lijken te gaan. “De slogan ‘Woman Life Freedom’ vat alles samen. Het is de belichaming van alle problemen die we hebben in Iran. De systematische onderdrukking van vrouwen is de basis van het islamitische regime. Vrouwen worden niet als evenwaardige burgers gezien, maar als middel om kinderen te baren en ten dienste van mannen te staan. En toch, ondanks het islamitische regime zijn Iraanse vrouwen hoogopgeleid. Er is dan ook een heel groot zelfbewustzijn ontstaan, dat niet meer weg te krijgen valt. Veel vrouwen − en ook mannen − pikken dit allemaal niet meer.”
Het protestlied dat de 25-jarige Shervin Haji Aghapour schreef en dat de wereld rondging, vat goed samen wat een groot deel van de Iraanse bevolking momenteel denkt en voelt. ‘Baraye’ heet het lied, een Perzisch voegwoord dat zich het best laat vertalen als ‘vanwege’, of ‘omwille van’. Elke regel in het lied begint met ‘Baraye’, gevolgd door alle redenen voor Iraniërs om verandering te willen. Milieu, armoede, democratie, vrijheid van meningsuiting, vrijheid van religie, rechten van vrouwen, kinderen, andersgeaarden, vluchtelingen en dieren: het komt allemaal aan bod in de protestsong.
‘Baraye’ kwam uit op 28 september 2022. De volgende dag werd Aghapour opgepakt. Enkele dagen later werd hij vrijgelaten. In februari van dit jaar won de song een Grammy.
Economische catastrofe
Het verschil met de voorbije opstanden in Iran zit onder andere in de sociale media, zegt Mansoury. Daardoor is de revolte nu in een stroomversnelling geraakt. “Bovendien is de economische situatie in Iran een ramp. Doordat president Trump de nucleaire deal met Iran in 2018 heeft opgedoekt, zijn de economische sancties ook weer teruggekomen.”
In 2015 sloten de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland, Rusland, China en de EU een nucleaire deal met Iran, waarin Teheran beloofde om zijn capaciteit om uranium te verwerken af te bouwen. De internationale gemeenschap wilde op die manier garantie krijgen dat Iran geen atoomwapen kon ontwikkelen. In ruil hiervoor werden een aantal economische sancties tegen het land opgeheven. Maar in 2018 stapte Trump uit het akkoord en voerde hij die sancties weer in.
De waarde van de Iraanse munt is ondertussen catastrofaal, legt Mansoury uit. “Iran heeft olie en gas, maar het Iraanse regime pompt de opbrengsten daarvan vooral in zijn tentakels in het buitenland. In Libanon, Syrië, Hamas, Hezbollah en Jemen. Niet in onderwijs, gezondheidszorg, werkgelegenheid of klimaatmaatregelen. De mensen zijn dat beu. Ook dat drijft hen vandaag de straat op. Al valt wel af te wachten of de deal tussen Saudi-Arabië en Iran een invloed zal hebben op de Iraanse economie. Het feit dat de twee landen weer diplomatieke betrekkingen met elkaar aangaan, is alleszins een ongeziene verschuiving.”
Officieel zijn beide landen niet in oorlog met elkaar, maar op het terrein heerste een zeer vijandige relatie. In de oorlog in Jemen steunen ze beide een ander kamp, en terwijl de relatie tussen Iran en de VS bijzonder slecht is, staat Saudi-Arabië bekend als trouwe bondgenoot van de VS. Het is uitgerekend China dat nu voor een verzoening tussen beide landen heeft gezorgd.
Europees eigenbelang
Ook buiten Iran protesteren mensen tegen het Iraanse regime en tegen de Islamitische Revolutionaire Garde (IRG), het militaire elitekorps van Iran. Op 20 februari was er nog een manifestatie in Brussel waar duizenden Iraniërs van over heel Europa eisten om de IRG op de Europese terreurlijst te plaatsen, zoals het Europees Parlement eerder ook had voorgesteld. Maar de Europese Unie is niet ingegaan op die vraag. Er is daarvoor onvoldoende juridische grond, zei Josep Borrell, de Hoge Vertegenwoordiger voor het buitenlands beleid van de EU. Borrell beweerde dat hiervoor een rechterlijke uitspraak nodig is. Diplomaten vrezen ook dat dit elke kans op een herleving van de nucleaire deal zou tenietdoen.
Welke grove schendingen van mensenrechten moet de IRG dan nog begaan, vraagt Mansoury zich af. De VS hebben de Garde overigens al wel als terroristische organisatie beschouwd, en het Verenigd Koninkrijk zal volgen. “De dualiteit van Europa stuit veel Iraniërs tegen de borst”, zegt Mansoury. “Aan de ene kant hoog van de toren blazen over democratie en mensenrechten, anderzijds de IRG niet op die lijst zetten. Terwijl veel Iraniërs hierop zitten te wachten.”
Het argument dat Josep Borrell gebruikte, klopt overigens niet, schreef Afshin Ellian, een Iraans-Nederlandse hoogleraar rechtswetenschap aan de Universiteit van Leiden, in Elsevier Weekblad. Niet alleen een rechterlijk oordeel, ook een ministerie van een lidstaat, zoals dat van Buitenlandse Zaken, kan vragen om een groep toe te voegen aan de Europese terreurlijst, argumenteerde Ellian.
Het is niet aan het Westen om Iran te redden, zo luidt bij sommigen de redenering, zegt Mansoury. Het is een mening die weerklank vindt binnen het huidige antikoloniale gedachtegoed. “Maar Iraniërs vragen niet aan het Westen om Iran te redden. Ze vragen het Westen om het islamitische regime niet langer te steunen. Dat is iets helemaal anders. De Iraniërs zullen zichzelf wel redden, ze zijn daar zelfs volop mee bezig. Maar Europa kiest via die nucleaire deal duidelijk voor zijn eigen belangen. En blijkbaar slorpt Oekraïne alle aandacht op.”
Vanuit geopolitiek oogpunt wordt Iran voor Europa nochtans steeds bedreigender. Het land heeft al honderden drones aan Rusland bezorgd die gebruikt worden in de oorlog tegen Oekraïne. Bovendien hebben beide landen plannen om in Rusland samen een fabriek te bouwen die nog snellere drones kan maken, zo berichtte The Wall Street Journal begin februari. De militaire samenwerking tussen Moskou en Teheran zorgde al voor ongerustheid, nu komt daar ook China bij. Half februari bracht de Iraanse president Ebrahim Raisi nog een bezoek aan de Chinese president Xi Jinping, en midden maart maakte het Russische ministerie van Defensie bekend dat het Russische leger samen met China en Iran militaire oefeningen uitvoert in de Arabische Zee.
“Die groeiende blokvorming tussen Iran, China en Rusland is zorgwekkend voor het Westen”, zegt David Criekemans, politicoloog aan de Universiteit Antwerpen en gespecialiseerd in internationale politiek. Criekemans betwijfelt ook of het plaatsen van de IRG op de Europese terreurlijst iets ten goede zou veranderen voor de Iraanse bevolking. “Misschien zelfs integendeel. Waarschijnlijk zullen er in dat geval nog meer economische sancties volgen, waardoor Iran nog verder geïsoleerd zal raken en het regime nog meer zal verharden.”
Andere analisten zijn er echter van overtuigd dat door maximale druk van het Westen de wereldwijde macht van de IRG zou ineenkrimpen, en uiteindelijk zou leiden tot het vertrekken van de IRG uit het Iraanse regime.
Einde nabij
De straten in Iran mogen dezer dagen dan wat minder gevuld zijn met woedende mensen dan enkele maanden geleden, toch is er veel veranderd in het land, concludeert The New York Times. Hoewel het nog steeds strafbaar is voor vrouwen om de hoofddoek niet te dragen in het openbaar, gooien almaar meer vrouwen hem af, zeker in de hoofdstad Teheran. De relatie tussen de regering en de bevolking is fundamenteel veranderd, schrijft de krant.
Klopt, zegt Elly Mansoury. “De legitimiteit van het regime is weg. Omdat mensen zien dat het faalt over de hele lijn. Gezondheid, onderwijs, economie, luchtvervuiling: het loopt op alle vlakken helemaal fout in dit land. Als de huidige economische toestand zo slecht blijft, heb je zelfs geen politiek geëngageerde demonstranten meer nodig, dan gaat het land sowieso de dieperik in. Volgens mij zal dit niet erg lang meer duren. Wie geen eten meer kan kopen, heeft niets meer te verliezen en hoeft niet bang te zijn om te sterven tijdens een betoging. Die richting lijkt het uit te gaan.”
Mensen hebben hun leven opgeofferd, zegt Mansoury nog. “Er bestaat een filmpje van een betoger, Majid Reza Rahnavard, die vlak voor hij geëxecuteerd wordt de vraag krijgt wat hij zou willen dat er gebeurt nadat hij is opgehangen. Dergelijke beelden worden door het regime verspreid om angst te zaaien bij de demonstranten, maar weet je wat Rahnavard antwoordt? ‘Dat de mensen niet de Koran voorlezen of bidden, maar een feest houden op mijn graf.’ Zelfs vlak voor ze worden opgehangen, protesteren mensen dus nog steeds tegen het regime.”
Armita Abbasi werd eind januari vrijgelaten. Wellicht omdat ze als nieuw boegbeeld van de opstanden in Iran al te zeer in de kijker liep. Ook regisseur Jafar Panahi werd onlangs vrijgelaten, nadat hij in juli 2022 in de gevangenis belandde. Zijn film No Bears, over de moeilijkheden van zijn land, is momenteel te zien in de Belgische filmzalen. Filmmaker Mohammad Rasoulof mocht eveneens zijn cel verlaten, nadat hij was opgepakt omdat hij steun verleend had aan de protesten in het land. Af en toe geeft het regime zelfs honderden gevangenen tegelijk hun vrijheid terug.
Harde repressie enerzijds, toegevingen anderzijds: het zijn allemaal beproefde tactieken van het regime, zegt Elly Mansoury. “Het af en toe vrijlaten van mensen dient als afleidingsmanoeuvre. Het regime heeft maar één doel voor ogen: aan de macht blijven. Het straatbeeld kunnen ze al niet meer helemaal onder controle houden. Hoofddoeken verdwijnen, ook andere islamitische kledingvoorschriften voor vrouwen worden veel minder strikt nageleefd, en overal verschijnen er graffiti: allemaal zaken die niet mogen van het regime. Maar vooral wat mensen thuis en op sociale media doen, kunnen ze niet tegenhouden. Net daarom zetten ze die keiharde repressie in. Een zwakke staat die geen draagvlak heeft maar per se aan de macht wil blijven, heeft geen andere mogelijkheid dan bruut geweld gebruiken om die machtspositie te behouden.”
Molotovcocktails
De protesten van Iraanse burgers gaan voort. Deze week werd in het land Noroez gevierd, het Perzische nieuwjaar, en filmpjes op sociale media tonen grote groepen mensen die samenkomen om te feesten en ondertussen de slogan ‘Woman Life Freedom’ scanderen.
Het nieuws dat de voedselprijzen opnieuw zouden stijgen, dreef groepen arbeiders een tijd geleden nog de straat op. Ze riepen: ‘Ga weg uit Syrië, los onze problemen op!’ Op Instagram is ook te zien hoe de leuze ‘Woman Life Freedom’ overal in het straatbeeld opduikt. Zodra de autoriteiten de muur overschilderd hebben, spuiten demonstranten de graffiti er weer op.
Het verzet neemt ondertussen ook andere vormen aan, berichtte The Washington Post. Iemand van de IRG werd vermoord. Huizen en auto’s van veiligheidsagenten worden in brand gestoken. Met stalen draden op straat worden politiemannen op motoren ten val gebracht. Er worden volop molotovcocktails klaargemaakt. “We zijn klaar voor de volgende confrontatie”, zei een 27-jarige Iraniër tegen de krant. “Er is alleen nog een vonk nodig om de boel weer in gang te steken.”