Voetbalcrisis maakte van januari rustige transfermaand
De winterse transferperiode is vandaag aan de laatste dag toe. Als clubs nog versterkingen willen binnenhalen, zal dat voor middernacht rond moeten zijn. Voorlopig lijkt het er echter op dat de Belgische clubs zich niet echt laten verleiden tot gigantische uitgaven. De uitreiking van de licenties komt er immers aan, een dure zaak die de financiële manoeuvreerruimte sterk lijkt te beperken. Hetzelfde verhaal in het buitenland, waar het traditionele gooien met miljoenen achterwege bleef.
Brussel
Van onze medewerker
Kristof Windels
Dat de voetbalwereldje kreunt onder een crisis is geen geheim meer. Grote buitenlandse clubs als Kaiserslautern, Leeds, Lazio Roma en zelfs Barcelona hebben het moeilijker dan ooit. Wegens de huidige economische situatie is het geen sinecure meer om sponsorgeld te versieren. Daarbij komen nog de nieuwe regelgevingen vanwege de Uefa, die de clubs tot massale besparingen aanporren. Spelerslonen moeten eraan geloven en ook grote transferbedragen lijken uit den boze.
In België vormt vooral het licentiesysteem een financieel struikelblok. Op 1 maart moeten de clubleiders aantonen dat het er gezond aan toegaat, wat bij sommigen voor moeilijkheden zorgt. Een bewijs hiervan is de transferperiode, die sinds dit jaar slechts over twee maanden is gespreid. Juni en januari werden de enige twee maanden waarin clubs spelers kunnen aantrekken. De tweede periode is nu afgelopen, met niet veel interessante vermeldingen op de eindbalans.
De duurste transfer in het Belgische voetbal tijdens deze winterkoopjes is het aantrekken van Marel Baldvinsson door Lokeren. De voormalige spits van Stabaek kostte 300.000 euro, niet echt een bedrag om van te duizelen. Daarnaast liet enkel landskampioen Genk een opmerkelijke aankoop optekenen. De Sloveense rechtsback Almir Sulejmanovic werd binnengehaald, naar verluidt voor een bedrag dat veel lager ligt dan dat wat Lokeren betaalde voor zijn nieuwe spits.
Als de lijst met spelers die verkocht werden aan clubs in het buitenland wordt vergeleken met de aankopen, valt op dat het aan de aankoopzijde van de balans bijzonder rustig bleef. Verkopen leek de populairste transactie de voorbije maand. Terwijl er zeventien spelers werden aangetrokken door eersteklasseclubs (de huuronderneming van KV Mechelen niet inbegrepen), werd van vierentwintig spelers afscheid genomen. De beste prijs werd verkregen door Standard, dat met de verkoop van Ali Lukunku aan Galatasaray 3 miljoen euro opstreek.
In dit hele verhaal is KV Mechelen een hoofdstuk apart. Via het veelbesproken uitleensysteem zag KVM een mogelijkheid om toch een kern op het veld te krijgen en zo de competitie in eerste klasse nog vol te maken. Acht spelers ging Fi Vanhoof halen bij verschillende eersteklassers om de groep junioren aan te vullen. Vooral Standard reikte de noodlijdende club de hand en liet Habran, Asselborn, Camarazza, Grégoire en El Yamani van shirt veranderen.
In de tweede klasse werd het vooral voor Strombeek een inkoopmaand. Maar liefst zes eersteklassespelers werden binnengehaald. Bij Brugge werden Duarte en Sani weggehaald, bij KVM Willockx, Greven en Vandael en bij Lokeren Sylla. Dat moet de nieuwe trainer Harm Van Veldhoven in staat stellen om de ploeg richting hoogste voetbalregionen te loodsen. De topman van de Brusselaars, Johan Vermeersch, maakte immers bij het begin van het seizoen al duidelijk dat hij Anderlecht wil vergezellen als vertegenwoordiger van de hoofdstad in eerste klasse.
In het buitenland lijkt het verhuren van spelers een nieuwe trend, een bijkomend teken aan de wand dat het voetbal met een financiële crisis heeft af te rekenen. Terwijl men in het verleden zonder schaamtegevoelens met miljoenen euro's gooide, bleef het ook in de zuiderse voetballanden heel rustig de voorbije maand. De opvallendste overloper was Gabriël Batistuta, die van AS Roma naar Inter Milaan verhuisde. Niet dat er veel geld aan te pas kwam, want ook hier gaat het om een transactie op huurbasis. De verhuizing paste voor AS Roma in een besparingsplan waarbij men vooral in spelerslonen wenst te kappen.
De duurste transfer viel dan ook niet in Italië of Spanje op te tekenen, maar in de Engelse Premier League. Robbie Fowler verhuisde woensdag nog van Leeds United naar Manchester City voor 10,5 miljoen euro. Ongetwijfeld een opluchting voor Leeds, dat met een schuldenberg van 110 miljoen euro in moeilijke financiële papieren zit.
Als er één ploeg was die zich toch liet onderscheiden van de rest qua inkopen, was het wel het Turkse Galatasaray. De eerder vermelde Lukunku krijgt in de spits het gezelschap van de Israëli Haïm Revivo. De Anderlecht-middenvelder Karaca ondertekende gisteren nog een contract met de Turkse club. Daarbovenop haalden de Turken ook nog Ercetin (Stuttgart), Usta (PSV) en Xavier (Liverpool) binnen. Die laatste echter wel op huurbasis, zoals het tegenwoordig iedere grote club betaamt.
Duurste transfer: Robbie Fowler van Leeds naar Manchester City voor 10,5 miljoen euro
