GetuigenissenInflatie in het buitenland
Vlamingen in het buitenland getuigen over inflatie: ‘Pechvogels staan hier op straat hun inboedel te verkopen’
‘Extreme armoede dreigt voor meer dan 260 miljoen mensen’, voorspelde Oxfam deze week. In ons land wordt gevloekt aan de pomp en diep gezucht aan de kassa van de supermarkt, maar ook uitgeweken Vlamingen stellen in alle uithoeken van de wereld vast dat de galopperende energie- en voedselprijzen een zaak op leven en dood worden.
Wendy Laisnez (39) in Sri Lanka: ‘Tien uur zonder stroom is normaal’
In Sri Lanka is de toestand dramatisch. Het eiland is zo goed als failliet. Brandstof en voedsel is er hoe langer hoe minder nog te krijgen.
Ze vertelt het als een boutade, maar het is een verhaal waarmee Wendy Laisnez (39) pijnlijk illustreert hoe snel het land - waarvoor ze acht jaar geleden uit Boom vertrok - achteruit gaat. “De meesten kookten hier op gas, maar dan was er geen gas meer te krijgen. Dan kochten veel mensen een elektrisch vuur om te koken, maar dan viel de stroom de hele tijd uit. Dus kocht wie nog geld had een stroomgenerator, maar nu is er nauwelijks nog brandstof voor de generator te vinden.” Wendy en haar man Neranjan en hun drie kinderen wonen gelukkig op het platteland en koken dan maar op een houtvuur. “Wij wonen in the middle of nowhere op een half uur rijden van de tweede grootste stad Kandy. In de natuur kan je nog wat je plan trekken, maar in de stad is het schrijnend.” Wendy baat een logies uit en geeft rondleidingen, maar het toerisme in Sri Lanka is helemaal in elkaar gestort. “Eerst waren er de aanslagen in 2019 die het toerisme pijn deden. Daarna kwam corona en nu begon toerisme weer wat op gang te komen, maar de Russen blijven weg en sindsdien is het weer armoe troef.”
Sri Lanka stopte de voorbije week met internationale schulden af te betalen. Volgens het Internationaal Monetair Fonds (IMF) dreigt het bankroet. De centrale bank roept Sri Lankanen in het buitenland op om geld naar het land te sturen zodat ze er nog voedsel en brandstof kunnen kopen. “Er zijn nauwelijks dollars om goederen te importeren. Als we naar de winkel gaan dan zien we veel lege rekken. Medicijnen en melkproducten zijn heel schaars. Ze verwachten dat het nog veel erger wordt. Volgende maand zou er niet meer genoeg voedsel zijn, voorspellen economen. Wij hebben een eigen rijstveldje en telen onze eigen groenten, maar dat geluk hebben veel mensen niet.”
De schaarste aan brandstof door de hoge energieprijzen is ongezien. De rijen aan de benzinestations zijn kilometers lang. Chauffeurs van tuktuks - de gemotoriseerde riksja’s waarin toeristen vaak worden rondgereden - staan soms een hele dag in de rij om een kleine hoeveelheid peperdure benzine te bemachtigen. “Die rijen zijn onvoorstelbaar. Meestal ondergaan Sri Lankanen hun lot gelaten, maar nu borrelen de frustraties op. Ze hebben het leger al moeten inschakelen om te zorgen dat er geen ongelukken gebeuren aan de benzinestations.” Aan de dagelijkse stroomonderbrekingen - opgelegd om energie te sparen - zijn Wendy en haar gezin intussen al gewend. “Periodes zonder elektriciteit duren geregeld een uur of tien aan een stuk. Soms is er al na enkele uren weer stroom. Je weet het nooit. Ze proberen het wel aan te kondigen wanneer de elektriciteit uitvalt, maar het klopt meer niet dan wel. (lacht) We hebben gelukkig zonnepanelen.”
Onlangs gingen in Sri Lanka zelfs de schoolexamens niet door omdat er te weinig papier voor handen was voor de drie miljoen leerlingen in het land. “Onze kinderen gaan met de schoolbus naar school, maar door corona zijn ze vaker thuis geweest dan dat ze in de les zaten. Ook nu zijn de scholen twee weken dicht omdat ze hier Nieuwjaar vieren. Normaal zouden wij nu veel toeristen begeleiden, maar die zijn er nauwelijks. Dit land heeft nochtans alles te bieden: cultuur, natuur, prachtige stranden, wilde dieren. De olifanten uit de nationale parken zitten hier nog net niet in onze tuin. Het zijn geen vrolijke tijden. Gelukkig zijn de mensen hier nog gewend om elkaar in nood te helpen.”
Bruno Tersago (54) in Griekenland: ‘Mensen in nette kleren doorzoeken vuilnisbakken’
Tijdens de Griekse crisis verscheen Bruno Tersago (54) bijna dagelijks op de openbare omroep als correspondent. Jaren later is de situatie in Athene - waar hij al sinds 2000 woont en werkt - niet veel beter. “Het wordt zweten deze zomer. Airco is onbetaalbaar.”
Eerst een situatieschets die duidt dat Griekenland in vergelijking met de meeste Europese landen al erg verzwakt aan de energiecrisis en het gevecht met het inflatiespook begon. “Je hoort vaak over de Griekse crisis die er niet meer is, maar dat is enkel zo in de hoofden van de politici en de ratingbureau’s. Op de straat is de crisis nooit verjaagd”, zegt Tersago. “De kloof tussen rijk en arm is groter dan ooit. Door de hervormingen hebben alle ambtenaren en gepensioneerden twee maandlonen ingeleverd, in de vorm van het verdwijnen van vakantiegeld en de dertiende maand. Ze moeten het al tien jaar met minder geld doen en die besparing is nooit teruggedraaid. In de privé geven ze vaak het minimumloon van 585 euro per maand voor een voltijdse job en veel werknemers raken zelfs niet aan die 40 uren per week. Er zijn maatregelen die stimuleren dat jonge mensen een job vinden, maar die zorgen ervoor dat bedrijven hen ook snel weer afdanken om daarna weer goedkopere, jonge krachten aan te werven. Enkel wie twee jaar fulltime heeft gewerkt - maar door corona was dat in veel sectoren, zoals toerisme, onmogelijk - krijgt een werkloosheidsuitkering van zo’n 300 à 400 euro en dat gedurende één jaar.”
De huishuur in grote steden en op toeristische eilanden - waar veel werk is - zijn fors gestegen omdat eigenaars hun huizen liever op Airbnb verhuren aan toeristen. “Op Santorini en Mykonos zetten ze tegenwoordig zelfs containers in de vlakke zon om horecapersoneel uit het zicht van de vakantiegangers na werkdagen van 16 uur in te logeren. Het zijn veelal Roemenen en Bulgaren die dat nog willen doen, want de Grieken zien het zelf niet meer zitten.” Door de stijgende energieprijzen, de huishuur en de inflatie die de rekening in de supermarkt naar omhoog jaagt, hebben veel Grieken het lastig om de eindjes aan elkaar te knopen. “De groep ‘working poor’ verspreidt zich door het land als een olievlek. In de supermarkt zie je mensen met een klein mandje naar de kassa gaan en als de rekening te hoog oploopt dan duiden ze aan welke producten weer van de band mogen. Een vriendin is lerares in het middelbaar onderwijs en verdient naar Griekse normen met 1.200 euro per maand zeer goed, maar ze heeft als alleenstaande moeder nu toch haar auto verkocht omdat de benzine te duur was. Met als gevolg dat ze dagelijks uren onderweg is met de bus. Vorige week heeft ze een halfjaarlijkse afrekening van de elektriciteit gekregen: 1.100 euro bijbetalen. Dat geld heeft ze niet. We hebben een koude winter achter de rug en veel appartementsblokken zijn nauwelijks geïsoleerd. Zonnepanelen zijn hier een zeldzaamheid. De airco zal niet veel draaien deze zomer. Het wordt zweten.”
Tersago verwacht dat ook het politieke klimaat broeierig zal worden. Er was al een grote staking tegen de stijgende levensduurte, waarbij de banken, de scholen en de overheidsdiensten gesloten bleven. “Dat zal niet de laatste keer zijn, want de mensen zien af. Zeker voor de gepensioneerden is het een bittere, oude dag. Je ziet steeds vaker mensen in zeer nette kleren wanneer het schemert langs de vuilnisbakken lopen om te zien of er nog wat eetbaars in zit. Vroeger was dat voor de daklozen en de junkies, maar steeds meer mensen moeten op zoek naar eten. Heel schrijnend.”
Reinhilde Remaut (62) in Argentinië: ‘Sommigen verkopen deel van inboedel op straat’
Reinhilde Remaut (62) woont een kwarteeuw in Argentinië, waar ze in hoofdstad Buenos Aires een lingerie-atelier runt. “Pechvogels staan hier op straat hun inboedel te verkopen.”
Voor Reinhilde en haar lingeriemerk ‘Leda’ is het armworstelen met leveranciers. “Je moet weten dat Argentijnen traditioneel in alles een excuus zien om prijzen op te slaan. Sinds de oorlog en de energiecrisis regent het prijsverhogingen, maar ik moet op m’n tellen passen zodat ze niet profiteren. We importeren stof en elastaan - een stof die textiel elastisch maakt - in dollars en dat doet de factuur nog hoger oplopen. Je merkt op de markten ook dat er nog leveranciers zijn die bewust niets verkopen omdat ze gokken dat de prijzen nog opslaan en door die schaarste gebeurt dat niet zelden ook nog.” De overheid subsidieert wel wat op de energiemarkt volgens Reinhilde en dus is verwarming voor de meeste Argentijnen niet zo’n probleem. “Maar ik merk wel dieselschaarste sinds enkele weken en het transport met vrachtwagens is fors in prijs gestegen. Als wij een lading naar Córdoba, zo’n 700 kilometer westwaarts, sturen dan betalen we nu 7 keer meer dan voor de pandemie.”
Ook in de supermarkten in Argentinië wisselen de prijskaartjes in sneltempo. “Een liter melk kostte tot enkele maanden geleden 75 pesos (0,61 euro). Nu vragen ze er 190 pesos (1,55 euro) voor. Fatsoenlijk brood is zelfs niet meer te betalen. Veel Argentijnen eten van dat smakeloos wit brood uit de fabrieken, maar wij kopen graag een grof brood en betalen nu 350 pesos (2,85 euro). Da’s drie keer de prijs van rond Nieuwjaar. De automatische indexering zoals in België bestaat hier niet en dus worden de werkende mensen armer. Ze zijn wel creatief om daarmee om te gaan. Je ziet veel kleine zelfstandigen bijkomen. Mensen gaan op straat staan om een deel van hun inboedel of het ongebruikte speelgoed van hun kinderen te verkopen. Als dat marcheert dan gaan ze op andere plaatsen tweedehands spullen ophalen om dan weer te verkopen. Veel Argentijnen zijn ook een moestuin begonnen en de oogst verkopen ze dan aan de buren of ze ruilen het voor wat anders.”
Het zijn voorbeelden van pogingen om het beste te maken van de situatie. Toch merkt Reinhilde ook wel dat spanningen toenemen. “De samenleving is gepolariseerd. Werklozen krijgen in verhouding wel veel steun van de overheid en dat steekt de ogen uit van de werkenden. Er zijn verhalen van werkloze ouders met kinderen die maandelijks een uitkering hebben van 64.000 pesos (521 euro) en daar komen veel tweeverdieners niet aan. Dat krijg je moeilijk uitgelegd. De armen betalen ook hun elektriciteits- en gasrekeningen niet altijd en dat wordt opgevangen in een sociaal plan. Maar de arbeiders en de middenklasse die hun kinderen niet meer naar de privéschool kunnen sturen of met de fiets in plaats van de auto gaan werken, raken daardoor gefrustreerd. Dan is er nog wel een grote groep vluchtelingen uit Venezuela - zo’n 1,5 miljoen in totaal en vooral hoogopgeleiden - en die raken hier snel aan werk. Ook dat pikt bij velen. Nee, het is ooit fijner geweest in Argentinië dan vandaag.”
Luc Uyttenhove (56) in Zuid-Afrika: ‘Volle tank is 30 procent van maandloon’
Naast brandstof ziet Vlaming Luc Uyttenhove (56), uitbater van een guesthouse, in Zuid-Afrika ook bakolie en kip fors opslaan. “Da’s erger, want voor die dure benzine vinden Afrikanen wel een oplossing. Je ziet veel lifters en overvolle busjes op de wegen.”
Een volle tank benzine kost in Zuid-Afrika zo’n 1.400 rand. “Da’s 40 procent erbij in nauwelijks een paar maanden tijd. Als je weet dat het minimumloon hier 4.700 rand (300 euro) bedraagt dan is het logisch dat tanken voor veel mensen onbetaalbaar wordt. De armsten voelen er niets van want ze hebben toch geen wagen. Wie wel nog een auto heeft, trekt z’n plan. Wij, Europeanen, zijn gewend om de bak vol te doen als we gaan tanken, maar Zuid-Afrikanen doen dat anders. Ze rekenen uit hoeveel benzine ze nodig hebben voor een ritje en dan proberen ze precies die hoeveelheid te tanken. Inventief blijven ze onder alle omstandigheden. Vandaag zie je veel meer lifters langs de weg en van die overvolle busjes waarin ze carpoolen om benzine te sparen. Erger is dat de prijzen voor basisproducten in de winkels zoals bloem, bakolie, suiker, koffie en kip ook de pan uit swingen. Het dure transport en de distributie jaagt alles naar omhoog. De werkloosheid in Zuid-Afrika ligt op 40 procent van de actieve bevolking en er is geen indexering van de lonen. Gelukkig is landbouw één van de steunpilaren hier, anders zou er voedselschaarste dreigen.”