NieuwsMilieu
Vlaanderen bemoeilijkt milieuprotest: meerderheid keurt aanpassing spelregels vergunningsbetwistingen goed
Wie een omgevingsvergunning wil aanvechten en geen eigenbelang kan aantonen, zal binnenkort te horen krijgen dat de klacht daarom niet ontvankelijk is. Dat staat in een ontwerpdecreet van minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA), dat nu goedgekeurd is door de meerderheid in de bevoegde commissie in het Vlaams Parlement.
Het nieuwe ontwerpdecreet is een verstrenging tegenover het huidige beleid. Ook nu moet je aangeven in welke mate je schade zou ondervinden van een omgevingsingreep. Maar lukt dat niet, bijvoorbeeld omdat je een zonevreemd bos verderop wil beschermen tegen een kap waar je zelf geen schade van ondervindt, dan wordt een klacht niet automatisch geweerd.
Volgens het nieuwe regeringsplan zou dat wel zo zijn: een omgevingsvergunning kan niet meer vernietigd worden als degene die de vergunning betwist geen eigenbelang aantoont. “Je moet dus wachten tot je gevel inzakt voor je een grondwaterwinning kan aanvechten”, hekelt Groen-Parlementslid Mieke Schauvliege.
Met het voorstel, dat nog door de plenaire zitting in het Vlaams Parlement moet, wil minister Demir betwistingen vereenvoudigen en eindeloze procedureslagen vermijden. Maar Vooruit, Groen en een coalitie van milieuverenigingen, met Bond Beter Leefmilieu en Natuurpunt op kop, vrezen dat dit voorstel “burgers die voor het algemeen belang van de natuur strijden monddood maakt”.
Timing en strategie
Naast het eigenbelang als uitsluitende voorwaarde struikelen zij nog over een tweede aanpassing. Die gaat over timing en strategie. Nu kun je binnen dertig dagen na de start van het openbaar onderzoek bezwaar indienen. Gaat de bevoegde overheid toch akkoord met de vergunning, dan kun je beroep aantekenen. Ligt de vergunning er, dan kun je die bij de Raad voor Vergunningsbetwisting aanvechten.
Het nieuwe voorstel luidt dat de vergunningen voortaan niet meer kunnen worden vernietigd wanneer de protesterende burger “kennelijk verzuimd heeft de ingeroepen onwettigheid aan te voeren op het nuttige ogenblik waarop dat kon tijdens de bestuurlijke procedure”.
Groen en de milieuorganisaties interpreteren dat als: wie niet al in de eerste fase juridische bezwaren indient, kan later geen beroep aantekenen. “Je moet er dus altijd snel bij zijn en de wetgeving goed uitpluizen, wat in sommige situaties niet evident is”, zegt Erik Grietens van BBL.
Die tweede aanpassing kun je ook lezen als: wie niet van bij het begin ook alle argumenten op tafel legt, verspeelt zijn kans om een vergunning te laten vernietigen. “Zo wil men lichtzinnige procedures vermijden”, zegt expert milieurecht Hendrik Schoukens (UGent). “Maar er spreekt wantrouwen uit tegenover de burgers, die vaak niet van bij het begin met een advocaat werken en niet direct alle argumenten kennen. Wie bezwaar aantekende wegens dreigende grondwatervervuiling maar later ook een verband ziet met stikstof, zal geen verhaal meer hebben.”
Juridisch gekibbel
Minister Demir verwijt de groenen een ‘geitenwollensokken-mentaliteit’. Ze stelt dat zij het voorstel op beide punten fout interpreteren. “De burger moet nu ook al eigenbelang aantonen en de rechtstoegang wordt niet ingeperkt. Dat zou ik nooit toelaten”, zegt ze. “De Raad van State gaf hier al twee keer advies over en ziet ook geen schending van de grondrechten.”
Schoukens verwacht juridisch gekibbel. “De Raad van State wijst toch op mogelijke rechtsonzekerheid want wat is ‘kennelijk verzuim’ en hoe bewijs je dat? Zo’n rechtsonzekerheid is in strijd met de geest van het Verdrag van Aarhus, dat rechtszekerheid en rechtstoegang in milieuzaken garandeert en dat België ondertekende.”