Het Sigmaplan, dat Vlaanderen moet beschermen tegen overstromingen van de Schelde en haar zijrivieren, gaat uit van een zeespiegelstijging tot 60 centimeter tegen het einde van de eeuw. Maar klimaatwetenschappers vrezen een stijging tot 110 centimeter. ‘We moeten het plan onmiddellijk bijsturen’, waarschuwt Groen.
3 januari 1976, Ruisbroek, stormtij. Het water slaat een grote bres in de dijk van de Vliet, een getijdenzijrivier van de Rupel, en zet heel het dorp onder water. Verderop breken ook de Schelde-dijken door. Zandvliet staat blank. Met de moed der wanhoop wordt water gehoosd uit ondergelopen woonkamers en kelders. Wanneer koning Boudewijn in rubberlaarzen het getroffen gebied bezoekt, krijgt hij van een hopeloze man het legendarische verwijt: “300 miljoen (frank, red.) voor de dijken, in heel België, hoe is het mogelijk!?”
Na de ramp in Ruisbroek maakt de overheid het Sigmaplan op, dat Vlaanderen moet beschermen tegen overstromingen van de Schelde en haar zijrivieren. Bij de start van deze eeuw, na alweer zware watersnood, krijgt het plan een grondige update. Van 2005 tot 2030 moet bijna 900 miljoen euro geïnvesteerd worden in extra dijkverhogingen en nieuwe gecontroleerde overstromingsgebieden rondom het Schelde-zeebekken – daar waar de stormvloeden vanuit de Noordzee aan land komen. Een van de bekendste projecten is de nieuwe waterkeringsmuur op de Schelde-kaaien in Antwerpen.
Klimaatpanel
In haar antwoord op een schriftelijke vraag erkent Vlaams minister van Openbare Werken Lydia Peeters (Open Vld) dat het Sigmaplan achter de klimaatfeiten aanholt. Het plan gaat momenteel uit van een zeespiegelstijging tot 60 centimeter – zoals voorspeld “in het vijfde klimaatrapport van het IPCC”, het VN-klimaatpanel, uit 2014. Maar dit panel is eind 2019 tot de vaststelling gekomen dat het zeeniveau mogelijk nog een stuk sneller zal stijgen. Zonder extra inspanningen om de klimaatopwarming te stoppen, vreest het IPCC voor een zeespiegelstijging van 60 tot 110 centimeter tegen 2100.
Oppositiepartij Groen voelt nattigheid. “Het huidige Sigmaplan is niet langer klimaatproof”, zegt parlementslid Mieke Schauvliege. “Minister Peeters beaamt dit, maar het zet haar niet aan tot urgentie. Ze heeft studies besteld om de klimaatbestendigheid van het plan te bekijken, maar onderzoek voeren naar iets wat het VN-klimaatpanel al heeft aangetoond, lijkt me geen goede aanpak. Het bewijst vooral dat het Sigmaplan geen prioriteit is.”
Voorzichtig
Schauvliege benadrukt dat het Sigmaplan al achterloopt. Wellicht zullen de werken pas tegen 2040 afgerond worden, tien jaar te laat. “Risico’s op overstromingen indijken is vandaag doen wat morgen noodzakelijk is. Je moet op lange termijn denken.” En dat doet Vlaanderen helemaal niet, vindt Schauvliege. “We moeten het voorzichtigheidsprincipe hanteren. Of gaan we wachten tot Antwerpen met zijn voeten in het water staat? Ik begrijp niet waar men op wacht. De klimaatwetenschappers zijn overduidelijk. Onze kustbescherming gaat trouwens vandaag al uit van een stijging van 1 meter.”
Minister Peeters wijst erop dat het Sigmaplan, naast een hoger algemeen zeeniveau, rekening houdt met een plotse stormvloed tot 90 centimeter. Bovendien zijn in de huidige plannen al “vijf reserve-overstromingsgebieden aangeduid, met een totale oppervlakte van meer dan 500 hectare”. Peeters belooft dat ze heel het Sigmaplan verder zal versnellen “indien de zeespiegel sneller stijgt dan verwacht, zoals dit inderdaad wordt aangekondigd”. De KU Leuven voert momenteel een evaluatiestudie van het Sigmaplan uit.
Wat zo’n versnelling concreet kan inhouden, is onduidelijk. De vijf reserve-overstromingsgebieden zullen wellicht niet volstaan. Wonderoplossingen zijn er niet: de dijken verstevigen en ruimte vrijmaken voor het water, dat is het zowat. Vooral dit laatste ligt gevoelig. Zo organiseerde Antoine Denert, de ex-burgemeester van Kruibeke, rond de eeuwwisseling honderden protestmarsen tegen een nieuw overstromingsgebied van 600 hectare in zijn gemeente.