AnalyseHongaarse verkiezingen
Viktor Orbán wint vandaag mogelijk opnieuw, na twaalf jaar aan de macht: waarom stemmen de Hongaren op hem?
De Hongaarse premier Viktor Orbán is al twaalf jaar onafgebroken aan de macht. Zondag wint hij mogelijk opnieuw de verkiezingen. Waarom stemmen Hongaren op Orbán?
Premier Viktor Orbán staat dit weekend voor de grootste uitdaging sinds hij in 2010 opnieuw aan de macht kwam. Zes oppositiepartijen hebben zich verenigd en proberen als een blok Orbáns partij Fidesz te verslaan. De verenigde oppositie en Fidesz gingen de afgelopen weken nek-aan-nek in de peilingen, maar Fidesz loopt uit. Onder meer de houding ten opzichte van de oorlog in Oekraïne, waarbij Orbán zich als baken van stabiliteit en vrede in roerige tijden positioneert (en tegelijk zijn politieke banden met Poetin verhult), lijkt vruchten af te werpen. De laatste prognoses voorspellen – met een slag om de arm – weer een zege voor Orbán, de langstzittende regeringsleider in de EU.
Oppositiepolitici, denktanks en ngo’s blijven herhalen dat de verkiezingen in Hongarije allesbehalve eerlijk verlopen: Fidesz heeft veel meer middelen. In het door de regering gedomineerde medialandschap krijgt de oppositie alleen negatieve aandacht, als ze niet compleet wordt genegeerd.
Verbrande briefstemmen
Dankzij hervormingen van het Hongaarse kiesstelsel en het hertekenen van grenzen van kiesdistricten kon Orbán in het verleden minder dan de helft van de stemmen omzetten in een tweederde ‘supermeerderheid’ in het Hongaarse parlement. Analisten schatten in dat de oppositie met een verschil van 4 tot 5 procent moet winnen om Fidesz in zetelaantal te verslaan. Daar komen schimmige verkiezingspraktijken bij: zo doet de Roemeense politie onderzoek naar een zak met verbrande briefstemmen voor de oppositie uit de regio Transsylvanië, waar een grote Hongaarse minderheid per post mag stemmen.
Deze week kwamen sombere statistieken naar buiten: volgens een peiling van denktank Republikon overweegt 28 procent van de Hongaarse beroepsbevolking het land te verlaten als Orbán wint. Ongeveer een op de vijf kiezers zweeft nog. Toch stemt een significant deel van de Hongaren straks opnieuw op Fidesz, ondanks jaren van corruptie, conflicten met de EU, discriminatie van lgbtq+’ers en het uithollen van de persvrijheid en rechtsstaat. Na twaalf jaar geniet de partij nog de steun van tussen de 30 en 40 procent van de stemgerechtigde Hongaren.
Deskundigen noemen de media als reden voor Orbáns populariteit. De publieke omroep, regionale media en veel andere titels zijn in handen van de regering of haar bondgenoten. Denktank en mediamonitor Mérték schrijft in een rapport dat de mediageletterdheid in Hongarije laag is, waardoor mensen moeilijk propaganda van nieuws kunnen onderscheiden. De Hongaarse regering is ook goed in het bouwen van een narratief, zegt Mérték-onderzoeker Ágnes Urban. Grootschaligheid en herhaling zijn de sleutel: zodra de regering iets communiceert, zie je het overal, de hele tijd.
Volgens Gábor Györi, analist bij de denktank Policy Solutions in Boedapest, is het te simpel om te zeggen dat mensen worden gehersenspoeld. “Je maakt beslissingen op basis van de informatie die je hebt. Wanneer je gebrekkige toegang hebt tot alternatieve geluiden, kan je in een mediabubbel worden opgesloten. Mijn oom was tien jaar geleden niet voor Fidesz. Maar na jaar en dag vooral regeringsmedia tot zich te nemen intussen wel.” Kritiek op de regering komt niet door die bubbel heen, zegt Urban. “Voor velen is Orbán de perfecte premier.”
Orbáns partij neemt ook populaire financiële maatregelen, zoals de familiesubsidies. Jonge echtparen krijgen belastingvoordelen en kunnen een goedkope lening van de overheid krijgen om een huis te kopen, en er is geld om een gezin te stichten. Bij het derde kind wordt de lening (zo’n 30.000 euro) kwijtgescholden.
Er is genoeg kritiek op de familiesubsidies van de Hongaarse overheid. Hoe ze bijvoorbeeld alleen de (hoge) middenklasse bevoordelen, omdat je een vaste job en startkapitaal moet hebben van deze regelingen te kunnen genieten. “Dit beleid bevoordeelt slechts een segment van de Hongaarse bevolking”, zegt analist Györi.
Voor Orbáns populariteit moet je naar bredere economische maatregelen kijken, zoals het kunstmatig laag houden van energieprijzen voor huishoudens. En in de maanden voor de verkiezingen heeft de regering groots uitgepakt: jongeren onder de 25 hoefden geen inkomstenbelasting te betalen, de lonen gingen omhoog en ouderen – die het hardst worden geraakt door inflatie – kregen een dertiende maand pensioen. “Dit zal beslist impact hebben in het stemhokje”, zegt Györi.
Het financiële beleid van de Hongaarse regering is niet zonder gevolgen. Volgens econoom Dániel Móricz kon de regering zoveel geld uitgeven omdat het land, zelfs met de coronacrisis, een economisch voorspoedige tijd achter de rug heeft. “Het waren zeven vette jaren.” Daarbij speelde geld van de EU overigens een belangrijke rol. De laatste zes maanden heeft de staat de economie een boost gegeven met maar liefst 15 procent van het bruto binnenlands product. In plaats van te sparen voor de zeven magere jaren die volgen, zegt Móricz, heeft de regering alleen maar meer geld uitgegeven. “Wie er ook aan de macht komt, er zal een veel strikter economisch beleid moeten komen.”
Er zijn veel dingen die misgaan in Hongarije, zegt analist Györi. “De gezondheidszorg is slecht. Het onderwijs is slecht. Er is grootschalige corruptie. Maar veel Hongaren zien dit als endemische problemen, niet als zaken die slechter zijn geworden onder Fidesz.”