AchtergrondOnderwijs
Vijf uur op de bus voor een dagje school: ‘Uit goedbedoelde voorzichtigheid’
De lange busritten voor kinderen uit het bijzonder onderwijs waren altijd al een pijnpunt. Maar door de coronamaatregelen zijn die kinderen soms tot vijf uur onderweg, heen en terug. Minister van Mobiliteit Lydia Peeters (Open Vld) belooft vanaf maandag beterschap.
“Mijn oudste was dinsdag uitgeput in slaap gevallen op de bus”, zegt Johan Vannevel uit Lichtervelde. Zijn dochters Kyara (9) en Alysha (8) gaan naar de buitengewone basisschool De Regenboog in Koekelare, geen twintig kilometer van hun huis. “Maar ze waren heen en terug bijna vijf uur onder weg. De bus haalt hen ’s ochtends op om 6.15 uur, een uur vroeger dan vorig jaar. Twaalf uur per dag zijn ze weg van thuis en er is geen alternatief. Ik heb geen eigen wagen.”
In Wetteren was Leander Van Meerhaeghe (11) na de eerste schooldag zo geïrriteerd dat zijn moeder bij zijn thuiskomst een boekentas naar haar hoofd kreeg geslingerd. “Hij is ontploft na een rit van drie uur en tien minuten. ’s Ochtends was hij drie uur onderweg geweest naar zijn school in Erpe, een traject dat je met de auto in minder dan een halfuur doet. Leander heeft een ernstige vorm van autisme en raakt snel overprikkeld. Hij moet na school zo snel mogelijk thuis rust vinden”.
Meer dan 30.000 kinderen van het bijzonder onderwijs zitten plots langer op de bus. “Door plus- en min-twaalfjarigen te splitsen, moeten bij sommige gezinnen twee bussen langs”, zegt Bernard Billiet, directeur van de GO-scholengroep Impact in Brugge. “De bussen kunnen minder kinderen uit dezelfde buurt meenemen. Dat creëert een capaciteitsprobleem.”
Bovendien mag er voor secundaire scholen niet meer gewerkt worden met wisselparkings, waar bussen samenkwamen en kinderen overstapten op het vervoer naar hun eigen school. “Je moet corona indijken”, zegt Billiet. “Maar met deze maatregelen zet je het welzijn van de meest kwetsbare kinderen onder spanning.”
Vijfhonderd extra bussen
Tom Vermeulen, verantwoordelijke voor het buitengewoon onderwijs bij Katholiek Onderwijs Vlaanderen, wijst erop dat onderwijsminister Ben Weyts (N-VA) vijfhonderd extra bussen had beloofd om het effect van de maatregelen op te vangen. “Zijn die allemaal ingezet? Een schooldirecteur die een mail had gestuurd naar De Lijn en extra bussen vroeg, kreeg als antwoord dat de ritten pas gesplitst worden als ze langer duren dan 150 minuten, dat is vijf uur bus heen en terug, zonder vertragingen. Voordien was het een ongeschreven grens dat de busritten niet langer dan 120 minuten mochten duren.”
Bij De Lijn heeft woordvoerster Karen Van der Sype slechts weet van honderd extra bussen. “Wij voeren afspraken uit die zijn gemaakt met de kabinetten Onderwijs en Mobiliteit.” De langere rittijden zijn volgens haar het gevolg van richtlijnen vanuit de GEES, iets wat infectiologe Erika Vlieghe (voorzitter van de exit-expertsgroep) meteen ontkracht. “Er is geen enkele richtlijn vanuit de GEES die specifiek gaat over het transport van het bijzonder onderwijs.”
Volgens onderwijsminister Weyts is men extra terughoudend geweest bij leerlingenvervoer van het buitengewoon onderwijs. “Uit goedbedoelde voorzichtigheid anticipeert men al op maatregelen uit code oranje”, verklaart hij.
Na overleg tussen onder meer minister van Mobiliteit Lydia Peeters (Open Vld) en De Lijn is er gisteren dan beslist dat de opsplitsing tussen leerlingen ouder en jonger dan twaalf jaar alvast wordt afgeschaft, minstens zolang code geel geldt. Ze kunnen gewoon weer samen op de bus. Daarmee komen ze tegemoet aan de verzuchtingen die de koepels van het katholiek onderwijs en GO! eerder op de dag hadden geuit.
Vanaf maandag zal De Lijn zijn nieuwe rittenplan geleidelijk aanpassen, dat moet tegen eind volgende week volledig actief zijn. “Voor leerlingen van wie de reistijden nu of later toch nog buiten proportie zouden liggen, wordt gekeken of er niet via alternatieven kan worden gewerkt”, laat Peeters weten. (IDV/RW)