Verschueren: "Schoenen uit, riem uit en de cel in"
Levende legende. Op weinig mensen is die term zo van toepassing als op Michel Verschueren. Van 1980 tot 2004 was hij manager van Anderlecht en bij paars-wit maakte 'Mister Michel' dan ook alles mee. Die pieken en de dalen, in De Zondag vertelt hij er vrijuit over.
Bij Anderlecht maakte 'Mister Michel' de donkerste periode uit de clubgeschiedenis mee: De omkoopaffaire-Nottingham Forest. "Ik had daar persoonlijk niets mee te maken", steekt Verschueren van wal in De Zondag.
"Ik heb nadien de voorzitter wel geholpen, op zijn uitdrukkelijke vraag, om de situatie weer recht te trekken. Dat was een moeilijke periode, ja. Ik geef toe: daar heb ik 'mijne pere' gezien. Maar dat was vooral zwaar voor Constant. Hij had geen slechte bedoelingen, dat weet ik, maar hij heeft zich laten flikken door twee gangsters (Jean Elst en René Van Aken die Vanden Stock afpersten, red). Ik praat niet graag over die affaire. Ik wil ze niet doodzwijgen, dat niet, maar er is al zoveel over geschreven."
Opgesloten in de cel
Verschueren belandde zelfs even in de cel. "De zaak-Bellemans. Die onderzoeksrechter was op jacht naar het zwarte geld in het voetbal", blikt hij terug. "Ik ben heel eerlijk: iedereen deed toen wel iets in het zwart. Wie het omgekeerde zegt, liegt. De inspectie viel binnen bij mij thuis, bij mijn schoonvader en op kantoor, maar vond niets. En ik ontkende alles. Ik werd naar de gendarmerie in Halle gebracht. Steek hem maar weg, zei Bellemans. Dat deed vies, hoor. Schoenen uit, riem uit, en dat kot in. Als die celdeur dichtgaat, denk je wel eens: godverdomme, what's going on."
"Later die dag is ook Constant binnen gebracht. Hij had toegegeven dat er inderdaad een zwart kaske was op Anderlecht en dat ik als enige wist hoe dat marcheerde. Ik ben blijven ontkennen tot een uur of 11 's avonds. Dan had ik het begrepen. Ik wou meewerken op voorwaarde dat de club de spelers uit de wind zou zetten en alles zou betalen. Om 3 uur 's morgens mocht ik naar huis. Wij zijn trouwens de enige club die dat gedaan heeft. De andere clubs, zoals Standard, hebben hun spelers laten vallen."
Stoppen is sterven
Het voor bekeken houden, daar denkt Verschueren trouwens niet aan. "Stoppen is sterven", zegt hij vol overtuiging. "Als ik opsta, was scheer ik mij en stap ik de wagen in. Met twee mogelijke bestemmingen: de club of de luchthaven. Dat is mijn leven. Elke dag, zeven op zeven. Zolang ik gezond ben, blijf ik dat doen."
Het volledige interview is te lezen in De Zondag.