Verpleegster neergeschoten in Gaza

Razan Al-Najjar is de 119de Palestijnse dode sedert de protesten in de Gazastrook in maart begonnen. Maar tot een onomwonden afwijzing van dat geweld kwam de wereldgemeenschap nog niet. Op de dag van Razans overlijden stelden de VN hun veto tegen een resolutie die dat trachtte te doen - en legden er zelf één op tafel die alle schuld afschoof op de Palestijnse beweging Hamas.

Maar de jonge verpleegster kan alvast niet van veel sympathie voor die radicale groepering worden verdacht. Toen The New York Times haar vorige maand portretteerde, gaf ze juist een flinke sneer aan de baarden die hun samenleving in de middeleeuwen proberen te houden. "Vrouwen worden hier vaak met de vinger gewezen", verklaarde ze zelfzeker.

Razan stond iedere vrijdag van 's morgens tot 's avonds aan de Gazastrook - onbezoldigd, terwijl haar familie het niet zo breed heeft. Over de achtergrond van het conflict viel er geen woord en kwaad over Israël sprak ze ook niet. "Ik ben hier om mensenlevens te redden", zei ze alleen. "En om de wereld te tonen wat we zonder wapens kunnen doen."

Rode Halve maan

Maar vrijdagavond werd een Israëlisch wapen haar dus fataal. Volgens een familielid werd ze in de borst getroffen door een Israëlische sluipschutter toen ze in de richting van het grenshek liep om een oudere man te gaan helpen die aan het hoofd was getroffen door een traangasgranaat. De man kon in veiligheid worden gebracht door Razans collega's , maar zelf bezweek ze even later in een operatiekamer.

Het Israëlische leger zegt dat het Razans dood onderzoekt. De vrouw was duidelijk herkenbaar als een hulpverleenster, zo blijkt uit de bebloede vest met het insigne van de Rode Halve Maan die in het ziekenhuis is achtergebleven. Eerder tijdens de protesten tweette een legerwoordvoerder nog dat zijn troepen van elke kogel weten waar die belandt. Maar de stelling die ook al door Israëls ambassadrice in België werd verkondigd, blijft dat alle doden terroristen zijn.