gerecht
Verdediging wil vrijspaak voor terroristische moord IS-strijder: "Stoerdoenerij en granaatscherf in zijn hoofd"
De advocaten van Hakim E. (24) uit Vilvoorde hebben de vrijspraak gepleit voor de terroristische moord die hij in Syrië gepleegd zou hebben. Er is volgens hen geen enkel objectief bewijs dat hij een sjiitische gijzelaar had doodgeschoten: geen naam van het slachtoffer, geen tijdstip, geen plaats en ook geen lijk. "We weten er niets over. Zelfs niet of die man wel écht dood is", klonk het.
"Vrijwilligerswerk is inderdaad onzin"
Waar de verdediging geen betwisting over voerde, is dat Hakim E. eind oktober 2012 naar Syrië was getrokken om er te gaan vechten. "Dat hij er vrijwilligerswerk ging doen, zoals hij eerder verklaarde, is inderdaad onzin. Hij sloot er zich net als zijn oudere broer Houssien, die hem sterk beïnvloedde, bij Maglis Shura Al Mujahidin aan. Hij volgde een trainingskamp en nam deel aan de activiteiten van die terroristische groep", stelde advocaat Abderrahim Lahlali.
Telefoongesprek
Volgens het federaal parket behoorde het gijzelen van 'ongelovigen' en het eisen van losgeld tot een van die activiteiten. In afgeluisterde telefoongesprekken met zijn toenmalige vriendin had Hakim E. op 14 januari 2013 gezegd dat hij een sjiiet een kogel door het hoofd had geschoten, omdat zijn familie onvoldoende losgeld kon betalen.
"Stoerdoenerij en heldenverhalen voor het thuisfront. Wat moest hij anders vertellen? Dat hij er gewoon maar wat rondhing? Dat telefoongesprek is onvoldoende bewijs om hem te veroordelen", zei advocaat Walter Damen.
Bekentenis
Maar Hakim E. had na zijn terugkomst naar België in april 2013 ook tegenover de speurders bekend dat hij een sjiiet had geëxecuteerd. Die bekentenissen zijn volgens de verdediging met een korrel zout te nemen. De twintiger had in Syrië immers een granaatscherf in het hoofd gekregen tijdens een missie, waardoor hij hersenschade opliep en deels verlamd is.
"Omwille van die problematiek had hij als een 'kwetsbaar persoon' verhoord moeten worden, door gespecialiseerde agenten die daarvoor opgeleid zijn. En dus niet uren aan één stuk door waarbij hij telkens dezelfde vragen kreeg, tot hij het gewenste antwoord gaf. Hij heeft in die verhoren net zo goed gezegd dat hij het niet gedaan had", aldus meester Lahlali.
Zijn advocaten vinden dan ook dat er geen objectieve bewijzen zijn dat hij de sjiitische gijzelaar had doodgeschoten. Er bestaat zelfs geen zekerheid of die man ook wel écht dood is. Ook voor andere moorden waarbij hij betrokken zou zijn geweest, zagen ze geen enkel bewijs.
Hakim E. kreeg het laatste woord, maar "wilde liever niets zeggen".
Zijn broer Houssien E., Zakaria A., Nabil A., Magomed S. en Tarik T. staan mee terecht voor onder meer het onthoofden van een sjiiet, maar zijn afwezig op het proces. De vijf zitten wellicht nog in Syrië of zijn intussen overleden. De federale procureur had voor alle beklaagden dertig jaar cel en een terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank gedurende vijftien jaar geëist.
Vonnis op 2 januari.