Verdachten Rotterdamse kunstroof komen uit Roemeense onderwereld

De drie gearresteerde Roemeense verdachten van de kunstroof in de Kunsthal in Rotterdam op 16 oktober 2012 zijn bekende onderwereldfiguren. Dat heeft het Roemeense dagblad Evenimentul Zilei woensdag gemeld op basis van bronnen binnen de Roemeense justitie. Twee rechercheurs en een medewerker van het Nederlandse Openbaar Ministerie reizen naar Roemenië voor overleg over aanhoudingen, die in een lopend Roemeens onderzoek gebeurden.

De verdachten zouden "kruimeldieven" zijn, die als bende sinds jaren de omgeving van de stad Tulcea in het oosten van Roemenië onveilig maakten. Ze zouden bij de politie bekend zijn door gewelddadige confrontaties met andere bendes.

Een eenheid van het Roemeense Openbaar Ministerie, die leden van de georganiseerde misdaad en terroristen aanpakt, is de verdachten op het spoor gekomen, meldt de krant. De opgepakte Roemenen worden verdacht van betrokkenheid bij de diefstal. De aanhouding gebeurde in een lopend Roemeens onderzoek, niet op verzoek van de Rotterdamse politie. Volgens de krant zou het duo opgepakt zijn toen ze onderhandelden over de verkoop van de schilderijen.

Chris Marinello van het Art Loss Register, een database met vermiste kunstwerken, meent dat Oost-Europa een steeds centraler plek in de kunstdiefstal speelt. "Allerlei soorten criminelen houden zich bezig met kunstroof. Toch verbaast het me niet om te horen dat de verdachten in Roemenië gearresteerd zijn."

Op 16 oktober drongen twee mannen de Kunsthal binnen voor een spectaculaire kunstroof. Ze namen zeven schilderijen mee, waaronder werken van Claude Monet, Pablo Picasso en Henri Matisse. Zelf wilde de Kunsthal nog niet reageren op de ontwikkelingen. "Het is nog steeds een onderzoek dat loopt", zei een woordvoerster. Zolang er nog niet meer bekend is, is er volgens haar ook geen reden om "verheugd" te zijn, "de schilderijen zijn nog niet terug".