Getuigenissen
‘Verbouwereerd en in shock ging ik naar huis’: vrouwen getuigen over hun abortus
Geen enkel thema dat de politiek de voorbije week zo verhitte als abortus. Een hot topic, maar ook taboe. Deze vier vrouwen doen vandaag hun verhaal, weg van de schaamte. ‘Ik weet dat ik nu kak over mijn hoofd zal krijgen. Maar ik ben er helemaal klaar voor.’
Eveline Martens (29): ‘In het dorp was ik de losbandige hoer’
Het was in de zomer, zeven jaar geleden. Eveline, leidster in een jeugdbeweging, stond net op het punt om op kamp te vertrekken. Tot ze ontdekte dat ze zwanger was, al 11 weken ver. “Ik had last van opgezwollen enkels, raakte niet meer in mijn sneakers. Omdat ik eerder al gewrichtsproblemen had, liet ik bij de huisarts bloed trekken. Ik dacht aan reuma of zo. De volgende dag kreeg ik een telefoontje met de uitslag: ik was zwanger. Dat was zo hard schrikken. Zo absurd dat mij dit overkwam. Ik, die zo voorzichtig was. Ik nam anticonceptie, een vaginale ring. Vaak nam ik dat maandenlang door, om zo in de zomer mijn maandstonden uit te stellen. Want ik ging op kamp, deed veel festivals. Alleen: dan weet je natuurlijk niet dat je maandstonden uitblijven omdat je zwanger bent.”
Eveline studeerde nog, was pas samen met haar lief – “we hadden zelfs nog niet ‘officieel’ een relatie” – en een kinderwens was haar vreemd. “Ik wist meteen: dit moet eruit. Ook al gaf ik leiding in de jeugdbeweging, zelf moeder worden was mijn ding niet. Dat is toch andere koek. (lachje) Dat kamp heb ik moeten laten vallen, want de klok tikte. Ik zat al in de laatste week voor de wettelijke termijn en kon het mij niet veroorloven om nog te wachten. Anders kwam ik te laat.”
In één week tijd moest ze een drietal keer bij het abortuscentrum langs, het lief mee in haar kielzog – “al een geluk”. Eveline: “De gesprekken daar met de psycholoog vond ik erg dubbel. Niet dat we een preek kregen, maar het was toch van: ‘jongens, jullie moeten dit serieus nemen, dit gaat over een mensenleven’. Wat ook helemaal waar is, maar ik kreeg toch het idee dat er een oordeel achter zat.”
Wat volgde, was een verplichte bedenktijd van zes dagen. “Een eeuwigheid”, zo leek het voor Eveline. “Als je het mij vraagt, mogen ze dat gerust inkorten. Ik vond dat zo slopend. Je weet dat er iets in je lijf zit wat je niet wilt, en dan moet je daar nog eens zes dagen mee rondlopen. Hallucinant, vond ik dat. Ik had ook constant het gevoel dat er een parasiet in mij zat. Een soort lintworm die al mijn energie wegzoog. Vreselijk.”
Ze zat “op het randje” van de wet, vertelt Eveline, toen ze haar zwangerschap in de twaalfde week onderbrak. “Die curettage, waarbij ze het vruchtje uit de baarmoeder wegzuigen, viel nog mee. Vergelijk het met een lastige kramp, zoals bij maandstonden. Alleen die echo was wat raar. Het geluid van het hartklopje hadden ze afgezet, maar ze vroegen me wel of ik op het scherm wilde volgen. Ik heb toen nee gezegd. Dat vond ik te veel in your face. Als ik dat had gezien, dan had ik er een week niet van geslapen, denk ik.”
Een verlenging van de abortustermijn tot 18 weken, zoals die nu voorligt? Voor Eveline was het bijzonder welkom geweest. “Keihard. Puur praktisch was dat echt een kutperiode, om alles zo snel geregeld te krijgen. Ik miste wel wat ademruimte. Schuldig voelde ik mij niet, maar wel zo’n beetje marginaal. Want dan moet je al een abortus laten doen én zit je ook nog eens op het randje. Dat is zoiets waarvan iedereen denkt: hoe kun je dat nu laten gebeuren? Mensen beseffen echt niet dat je ook ongewenst zwanger kunt worden zonder losbandige levensstijl.”
In het dorp waar ze opgroeide verspreidde het nieuws zich als een lopend vuurtje. “Die fluistercultuur, vreselijk is dat. Nu heb ik me daar overheen gezet, maar lange tijd heb ik me diep geschaamd. Opvallend ook: ik werd heel hard geshamed, maar mijn vriend totaal niet. Ik was de losbandige hoer, hem trof geen schuld. Terwijl je je helemaal niet hoeft te schamen.”
Dat het wetsvoorstel abortus volledig uit de strafwet wil halen, onder de noemer ‘medische behandeling’, is van groot belang, meent Eveline. “Gewoon al puur symbolisch, dat je als vrouw niet het gevoel hebt dat je een halve crimineel bent. Want dat idee heeft me lang achtervolgd.”
Wat haar vandaag nog het meeste stoort is dit: “Nu horen we alleen maar witte, oude heteromannen erover bezig. Natuurlijk mogen ook zij een mening hebben. Maar ik sta er, anno 2020, wel van versteld hoe ze dit thema simpelweg kapen voor politieke spelletjes. Die mannelijke politici kijken misschien beter ook eens naar hun eigen dochters of vrouwen. De kans is groot dat ook zij een abortus moesten ondergaan, of het ooit zullen doen. Maak dat dan toch gewoon bespreekbaar.”
Ilse Paepe (27): ‘Ik wilde het vruchtje aan de wetenschap schenken’
Haar lijf voelde anders, haar borsten deden pijn en haar maandstonden bleven uit. “Alleen, het was nog voorgevallen dat mijn regels alle kanten op schoten”, vertelt Ilse, architect van opleiding. “Vooral bij stress: door mijn studies, nachten doorwerken. Ik had al eens zo’n schrikmomentje gehad toen ik aan mijn thesis werkte. Dus ik dacht nog: het zal wel weer zoiets zijn.”
Een zwangerschapstest vertelde een ander verhaal, Ilse was vier weken zwanger. “Plots stond dat daar, dat extra streepje. Ik verzeker je, het grijpt je naar de keel. Er wachtte mij net een nieuw academiejaar, ik had allerlei projecten lopen. Ineens zag ik dat in mijn hoofd allemaal stilvallen.”
Samen met haar toenmalig lief was ze er vrij snel uit: een kind kon niet. “Onze relatie was nog pril. We waren er ook nog niet aan uit of we überhaupt wel kinderen wilden, laat staan van ons twee. Gelukkig heeft hij me hier heel hard in gesteund, het bracht ons zelfs dichter bij elkaar.”
Dat eerste gesprek, bij de huisarts, voelde erg bizar, herinnert Ilse zich. “Mijn dokter was al helemaal in blijde verwachting voor ons. Ik heb haar zelf moeten duidelijk maken dat dit géén goednieuwsshow was. Ze wist duidelijk niet hoe te reageren. ‘Het is een geluk dat jullie elkaar hebben’, klonk het ongemakkelijk, en ze liet ons uit.”
In het abortuscentrum koos Ilse doelbewust voor een curettage, liever dan de abortuspil. “Ik wist: je ondergaat dan een ingreep, en klaar. Alles zou meteen afgerond zijn. Bovendien konden ze het weefsel opvangen voor wetenschappelijk onderzoek. Want het klinkt misschien raar, maar dat was mijn allereerste reflex: ik wilde hier iets goeds mee doen. Ik wilde dat vruchtje aan de wetenschap schenken, voor stamcelonderzoek. Zo koppelde ik een maatschappelijk doel aan mijn ‘fout’.”
Maar het draaide anders uit. De curettage wilde niet lukken, en na lang aandringen mocht Ilse naar een ziekenhuis. “Ze reden me binnen op spoed, prikten een infuus en ik dacht: oef, nu komt het in orde. Tot de arts, die eerst nog een echo nam, koudweg zei: ‘Sorry, maar als het hartje nog klopt, doe ik het niet’. Zo stuurde hij me wandelen. Verbouwereerd en in shock ging ik naar huis.”
Uiteindelijk werd het, op zeven weken, dan toch de abortuspil. Maar toen Ilse thuis, in de badkamer, plots met haar voeten in een plas bloed stond, werd ze alsnog naar een ziekenhuis afgevoerd, bij een arts die wel bereid was haar te helpen. “Ook daar bleek het hartje nog te kloppen. Het was zelfs nog gegroeid, de kleine motherfucker. (lachje) Maar ik was vooral opgelucht. Ze gingen me helpen. Eindelijk.”
“Nee, het was geen walk in the park, zoals sommige politici het nu afschilderen”, benadrukt Ilse. “Het was een regelrechte rollercoaster. Vanaf de eerste rij zag ik ook die twee kampen: de artsen die mij steunden versus de zorgverleners met een hardnekkig vooroordeel. ‘Zo zie je maar, meisje, het is allemaal zo simpel nog niet’, bezwoer een verpleegkundige. ‘Zie maar dat het nooit meer gebeurt.’”
De wetenschap, de politiek: het is hun verdomde plicht om uit die verdeeldheid – uit die twee kampen – te treden, meent Ilse. “Om zo een kader te scheppen voor een gedragen ethisch debat. Want zolang er niet met respect geluisterd wordt, zal het taboe blijven etteren. En als ik dan politici hoor zeggen dat ze vrezen voor geslachtsselectie, dan denk ik: jongens, jullie snappen echt niet waarover het gaat. Alsof we massaal onze meisjes of jongetjes eruit gaan filteren. Dat is het soort retoriek waarmee politici puur op emotie spelen. En dat maakt het verhaal alleen maar zwart-witter.”
Ja, ze zit ermee in haar maag, vertelt Ilse nog. Omdat ze zo lang – “te lang” – gezwegen heeft, uit schaamte. “Schaamte voor mijn omgeving. Omdat ik hooggeschoold ben. Schaamte om anderen, die niet zwanger raken, tegen de borst te stoten. Schaamte ook tegenover moeders die eveneens ongewenst zwanger waren, maar de andere keuze maakten. Maar in een tijd waarin abortus in een politiek spel wordt gebruikt én misbruikt, mag de schaamte niet meer verlammend zijn. Ook bij mij niet. (stellig) Ik weet dat ik kak op mijn hoofd kan krijgen, en ik ben er klaar voor.”
Aryane Cools (33): ‘Dit is en blijft mijn eerste kind’
Dat extra streepje op die zwangerschapstest, vorige zomer: voor Aryane kwam het als “een shock”. “Heel dubbel was dat. Aan de ene kant was ik blij, want ik heb een grote kinderwens, al lang. Aan de andere kant dacht ik: verdorie, dít is niet de bedoeling. Niet nú.”
Het was haar gezondheid die Aryane parten speelde. “Voor alle duidelijkheid: mijn vriend en ik willen heel graag ouders worden. Dit kind was niet ongewenst. Alleen, ik heb een chronische ziekte, en op dat moment onderging ik een innovatieve medische behandeling. Het was erg onduidelijk of dat gevolgen kon hebben voor mijn vrucht. En zelf was ik er als de dood voor dat mijn kind een afwijking zou oplopen.”
Nog natrillend van de test begon Aryane terug te tellen. “Hoever was ik al? Ik nam de pil, en in die drie maanden voordien had ik telkens wel bloedingen gehad. Hooguit vijf of zes weken, dacht ik dus.”
Het was hartje zomer, haar huisarts en gynaecoloog waren in verlof. Haar vriend zat in het buitenland voor zijn werk. Op zijn gsm gaf hij niet thuis. Aryane: “Dat maakt dat ik in korte tijd heel erg op mezelf die beslissing genomen heb. Op advies van de vervangende arts ben ik zowat meteen naar het abortuscentrum gestapt. Mijn vriend wist nog van niks, door de drukte belde hij maar niet terug. En geef toe, dat is toch niet iets wat je in een voicemail achterlaat. (lachje) Die stap naar het abortuscentrum voelde ook niet zo vreemd. Ik zag het als iets heel feitelijks: even luisteren, en dan zien we wel.”
Aryane kwam er bij een gynaecologe terecht, die een echo nam. “Of ik wilde meekijken naar de beelden, vroeg ze mij nog. Ik ging ervan uit dat ik maar vijf weken ver was, dat er nog niks te zien zou zijn. Ja, zei ik dus. Maar toen draaide ze dat scherm naar mij en zag ik een klein mensje. Heel bevreemdend was dat. ‘Elf weken’, klonk het. Op dat moment heb ik mijn emoties aan de kant geschoven. Ik heb een rationele klik gemaakt: dit is, medisch gezien, niet oké voor mijn vrucht.”
Maar met elf weken balanceerde Aryane op de rand van de wet, ze had niet langer dan één week de tijd. “‘Maak je geen zorgen over die termijn’, zeiden ze me nog. ‘Wil je hier langer over nadenken, dan kun je nog altijd naar Nederland.’ Dat vond ik zo straf: hoezo, naar Nederland? Waarom kon het hier dan niet?”
Een versoepeling van de abortuswet tot 18 weken na de bevruchting: Aryane had er zeker gebruik van gemaakt. “Een ingreep in Nederland was voor mij geen optie. Dan had ik me echt een crimineel gevoeld, op de vlucht door een achterpoortje. Moest ik nu echt de wet overtreden? Dat wilde ik niet. Die termijn legde dus extra druk op mij. Dat heeft mijn denkproces hard gestuurd én ingekort. Naar mijn gevoel had ik veel te weinig tijd om er goed over na te denken. Mijn vriend wist er nog niet eens van.”
Op twaalf weken, na overleg met haar vriend, zette een curettage haar zwangerschap stop. Liever dan van een abortus spreekt Aryane van “een miskraam om medische redenen”. “Het zo benoemen geeft me meer rust. Want had ik op drie maanden een miskraam gekregen, dan had iedereen dat betreurd: ‘Ocharme, hoe erg’. Eigenlijk was dit hetzelfde, met dat verschil dat het mentaal nog zwaarder was, omdat ik zelf die beslissing moest nemen. Emotioneel wilden wij geen afscheid nemen van ons kind. Maar rationeel wisten we dat dit de beste keuze was.”
Het is een verlies dat hen nog allebei achtervolgt, merkt Aryane. “Zien we ergens een peuter van een jaar oud, dan denken we: hier had er ook zo eentje kunnen rondkruipen. En dan heb je nog die dagen die als een stomp in je maag voelen: de uitgerekende datum, in februari. Vaderdag, moederdag. Wij zullen dat altijd meedragen, denk ik. Want hoe raar dat ook klinkt, dat is en blijft ons eerste kind. Of er een tweede komt? Vast wel. In theorie mag het nu weer, die medische behandeling heb ik achter de rug. Maar eerlijk gezegd: opnieuw zwanger worden ligt nog te gevoelig. Het is te vers.”
Haar verhaal is om stil van te worden, net als dat van zoveel vrouwen die een abortus ondergingen. Aryane: “Dat maakt het ook schrijnend om te zien hoe politici – witte mannen – abortus kapen. Hoe ze er punten mee willen scoren. En dan heb je nog die platvloerse reacties op sociale media, van mensen die geen benul hebben van de realiteit. Nee, wij zijn niet per definitie marginale vrouwen die lichtzinnig over een zwangerschap gaan. Dit kan iedereen overkomen. Daar stond ik tot een jaar geleden ook niet bij stil.”
Baharak Bashar (43): ‘Ik zag kinderen als een zwaktepunt voor vrouwen’
“Zodra ik merkte dat ik mijn maandstonden niet kreeg, schoot ik onmiddellijk in actie. Een positieve zwangerschapstest? Weg ermee. Daar moest ik niet lang over nadenken.” Aan het woord is Baharak Bashar, de Gentse activiste-feministe met Iraanse roots, onder meer bekend om haar strijd voor meer openbare vrouwentoiletten.
Dat ze verschillende abortussen achter de rug heeft, zo vertelt Baharak, met een kwebbelende peuter op de achterbank. “Ik was toen telkens in de twintig, begin dertig. Ik had wel een vaste relatie, ook nu nog – we zijn al 23 jaar samen. Maar ik wilde in die tijd absoluut geen kinderen. Ik was daar tegen, zag kinderen als een zwaktepunt voor vrouwen. Moeders worden vaak gediscrimineerd, merkte ik. En vanuit dat oogpunt wilde ik mij niet kwetsbaar opstellen.”
Ze nam nochtans keer op keer haar voorzorgen, verzekert ze. Maar het vers bloed kroop waar het niet gaan kon. “Ik heb verschillende soorten anticonceptie uitgeprobeerd, maar die hebben altijd gefaald. Voorlopig lijkt enkel het hormonenspiraaltje te werken bij mij.”
Elke ongewenste zwangerschap was een “ontgoocheling”, vertelt ze. “Ik vond het spijtig dat die anticonceptie haar werk niet deed. Maar ik heb nooit getwijfeld over mijn abortussen, ik maakte die beslissingen heel bewust – ik wist wat ik deed. Niet dat ik dat een makkelijke ingreep vond. Het is niet zoals naar de tandarts gaan om een tand te laten trekken. Het gaat toch over de meest intieme plek van je lijf die je – om het zo te zeggen – laat ‘saneren’.”
Zelf had ze zowel een curettage als de abortuspil. Maar dat laatste is geen aanrader, gruwelt ze nog. “Met zo’n abortuspil gaat dat hele proces veel trager, het is veel pijnlijker ook. Je lichaam moet dat er echt uit duwen, aangenaam is anders.”
Baharak vertelt er onomwonden over. “Schaamte, zeg je? Nee, die heb ik nooit gevoeld. Meer nog: ik ben er blij om dat ik heel bewust die knoop kon doorhakken, dat ik mijn zelfbeschikkingsrecht heb kunnen gebruiken. Ik beslis over mijn lichaam: niet de wetgever, niet een ander. Maar we leven nu eenmaal in een paternalistische maatschappij: het zijn mannen die ons inprenten wat de norm is. In zo’n samenleving kun je het een vrouw niet kwalijk nemen als ze zich wél over haar abortus schaamt.”
Ondertussen is ze mama, Baharak heeft een zoontje van twee. “Pas op latere leeftijd, rond mijn 38ste, begon ik wel over een kind na te denken. Het ging – opnieuw – vlot om zwanger te worden. En bij die positieve test dacht ik voor het eerst: yes! Vroeger was het altijd: shit. (lacht) Eerlijk gezegd, nu mijn zoon er is, komt al de rest op de tweede plaats – mijn werk, mijn activisme, mijn vrije tijd. Die instelling had ik als jonge twintiger of dertiger wellicht niet gehad. Mijn zoon is een gelukkig kind. Waarom? Omdat ik nu maximaal tijd voor hem reserveer.”
Aan die andere mogelijke levens denkt ze niet meer, schudt ze stellig het hoofd. “Ik zag dat ook niet als mogelijke levens. Het waren gewoon klompjes cellen die in het prille begin afgedreven zijn.”
Wel moeten we bewust met onze vruchtbaarheid omgaan, voegt Baharak er nog aan toe. “Ik bedoel maar: een abortus kan altijd, zwanger worden niet. Daar moet je als vrouw over waken, in beide richtingen. Want wat merk ik? Vrouwen worden – in beide gevallen – heel sterk door mannen gemanipuleerd. Wil de man een kind, dan kan de vrouw er een krijgen, of ze móét het houden. Wil hij er geen, dan niet. Hoeveel vrouwen zitten er niet ongewenst kinderloos vast in een relatie? Daarover wordt niet gerept. (opgewonden) Maar als een vrouw ongewenst zwanger raakt en ze laat het weghalen, is ze een halve crimineel. In een samenleving waarin mannen en vrouwen gelijke rechten hebben is een zwangerschap nochtans een gedeelde verantwoordelijkheid – zowel de gewenste als de ongewenste.”
Alles draait om zelfbeschikkingsrecht, benadrukt Baharak, die graag nog een tweede kind – een tweede ‘yes’ – wil. “Vrouwen moeten zelf kunnen beslissen of ze moeder willen worden of niet. Het is schandalig hoe dat vrouwenrecht nu als pasmunt wordt gebruikt in een politiek spel. Op dat vlak lijken we wel vastgeroest in de vorige eeuw. Dus dames, alsjeblieft, laat die mannen niet opnieuw ons lichaam gebruiken om hun politieke macht te onderhandelen.”