✦
Veganisme, Esperanto en de taal van de soul
Dave Godin
1936 - 2004
Met Dave Godin is een van de autoriteiten op vlak van de soul overleden. Als journalist en samensteller van platen en cd's zette hij als het ware de soulmuziek in Groot-Brittannië op de kaart. Vorige week overleed de man aan longkanker. Hij werd 68.
Godin was zijn leven lang geëngageerd voor alles waarin volgens hem de zwarte Amerikaanse muziek haar oorsprong vond. Hij hield zich bezig met tal van politieke en ethische kwesties. Hij was een fervent anarchist, een beoefenaar van Esperanto, een vegetariër en later zelfs een veganist, hij kwam op voor dierenrechten en streed tegen filmcensuur. Tussendoor richtte hij nog de platenmaatschappij Tamla-Motown op en werd hij co-eigenaar van Soul City, de eerste muziekwinkel die gespecialiseerd was in zwarte muziek. Zijn compilatiereeks 'Dave Godin's Deep Soul Treasures', waarvan de vierde en laatste slechts een maand geleden verscheen, is alom geroemd. Ah ja, tot op de dag dat zijn gezondheid het niet meer toeliet, hield hij ook nog het Anvil Film Theatre in Sheffield open.
Godin, zoon van een melkboer, ontdekte de soul op zijn 16de in een ijssalon in Bexleyheath in 1953. Enkele bouwvakkers speelden nummers op een gloednieuwe jukebox die rechtstreeks van Amerika was overgevlogen. Godin wist niet wat hij hoorde, liep richting jukebox en probeerde hoofd en ogen mee te bewegen met het draaiende plaatje om zo het label te kunnen lezen.
"Het lukte niet", zou hij later zeggen, "tot een van die mannen zag dat ik geïnteresseerd was. Hij wees het nummer aan op de lijst: 'Mama He Treats Your Daughter Mean' van Ruth Brown. Nooit eerder had ik zo'n nummer gehoord. Het was zo aards, zo echt en de teksten waren zo ongelooflijk volwassen. De bouwvakker legde me een paar muntstukken in de hand en zei: 'Als je dit goed vindt, ga je waarschijnlijk dit ook goed vinden, en dit, en dit. De muziek heet rhythm & blues, black American music.' Dankzij deze man veranderde mijn leven. Als ik kon, zou ik hem gaan opzoeken om hem te bedanken."
Kurt Boes