Vastgoedprijzen blijven stijgen, maar minder snel dan de inflatie

De mediaanprijs voor een huis in gesloten of halfopen bebouwing bedroeg 260.000 euro (+ 6,1 procent). Voor een huis in open bebouwing klokte de mediaanprijs af op 365.000 euro (+ 4,3 procent). Een appartement werd 5,9 procent duurder tot 235.000 euro.

De prijsstijgingen liggen wel duidelijk lager dan de inflatie, die in september 11,27 procent bedroeg.

Dat de vastgoedmarkt lijkt af te koelen, blijkt voorts ook uit het feit dat de stijging jaar op jaar in vergelijking met een jaar eerder een stuk lager ligt. In het derde kwartaal van 2021 werd namelijk nog meer dan 11 procent meer neergeteld voor een huis dan in hetzelfde kwartaal in 2020. Voor een appartement bedroeg de prijsstijging toen 8,6 procent.

In Vlaanderen klokte een gesloten of halfopen bebouwing in het derde kwartaal af op 295.000 euro (+ 8,1 procent). Voor een open bebouwing werd 400.000 euro neergeteld (+ 5,3 procent). Een appartement wisselde voor 240.000 euro (+ 6,7 procent) van eigenaar. Daarmee lagen de prijsstijgingen in Vlaanderen een stuk hoger dan in de andere gewesten. In Brussel werd een open bebouwing bijvoorbeeld 2,9 procent goedkoper tot een mediaan van 1,075 miljoen euro.

De duurste provincie in Vlaanderen was Vlaams-Brabant. In Wallonië sleepte Waals-Brabant die titel in de wacht. Het goedkoopst was een huis dan weer in respectievelijk Limburg en Henegouwen (gesloten/halfopen bebouwingen en appartementen) en Namen (open bebouwingen).

De duurste gemeente was Elsene met een mediaanprijs van 772.500 euro. De goedkoopste huizen lagen in Hastière voor 110.000 euro.