Zondag 28/05/2023

ReportageHongarije

Van wie is het Balatonmeer? Rond het Hongaarse vakantieparadijs is een verbeten gevecht gaande

Toeristen in het Balatonmeer. Beeld Akos Stiller
Toeristen in het Balatonmeer.Beeld Akos Stiller

Het Hongaarse Balatonmeer is geliefd, en niet alleen bij vakantiegangers. Bedrijven uit de cirkel rond premier Viktor Orbán bouwen in hoog tempo de oevers vol luxehotels en ontvangen daarvoor exorbitante staatssteun. Voor de gewone Hongaar is steeds minder plek. Sommigen verzetten zich.

Arnout le Clercq

Langs de waterkant van Balatonfüred zien we “een specialiteit van de Hongaarse economie”, zegt Judit Stankura (66). Ze is een dagje aan het Balatonmeer met haar twee kleinkinderen (8 en 6). Vanaf het terrein van de plaatselijke camping duiken ze het verkoelende water in. Hun handdoeken liggen in de schaduw van een bouwplaats, waar een vijfsterrenresort wordt gebouwd.

Iets verderop staat al een resort, inclusief zwembad met uitzicht op het Balatonmeer. “Dit gebeurt langs de hele oever”, zegt Stankura. “Ze blijven maar bouwen. Straks kunnen we niet meer bij het water komen, omdat alles van de hotels is.” De 66-jarige weet hoe de hazen lopen in haar land. “Allemaal met staatssteun. Het is legale corruptie.”

Het Balatonmeer is het Hongaarse vakantieparadijs bij uitstek. ’s Zomers komen drommen toeristen naar de oevers van het grootste meer van Centraal-Europa, zowel Hongaren als buitenlanders. Maar achter de onthaastende waterpret gaat een harde strijd schuil, om vastgoed, leefbaarheid en natuur.

Aan het Balatonmeer wordt er sinds de coronapandemie steeds meer gebouwd. Bedrijven krijgen tot 70 procent overheidssteun voor de bouw van luxehotels en jachthavens.  Beeld Akos Stiller
Aan het Balatonmeer wordt er sinds de coronapandemie steeds meer gebouwd. Bedrijven krijgen tot 70 procent overheidssteun voor de bouw van luxehotels en jachthavens.Beeld Akos Stiller

De Hongaarse regering investeerde de afgelopen jaren miljoenen euro’s in de ontwikkeling van het binnenlandse toerisme. Mogelijk zitten hier EU-fondsen tussen, maar dat is door de ondoorzichtige samenstelling van de overheidssubsidies niet te achterhalen. Het geld komt in de regel terecht bij ondernemers uit de kring rond premier Viktor Orbán. Met exorbitante staatssteun – soms neemt de overheid zelfs 70 procent van de kosten voor haar rekening – verrijzen luxehotels, jachthavens en appartementencomplexen.

Betonjungle

Bewoners vrezen hun toegang tot het water te verliezen, badgasten met een bescheiden budget zijn bang voor verdringing, milieuactivisten waarschuwen voor de schadelijke gevolgen voor de natuur. Er is verzet, maar het is een ongelijke strijd. Projectontwikkelaars genieten behalve financiële ook politieke steun: lokale wetgeving en milieuvoorschriften kunnen in Boedapest worden verworpen.

In Balatonfüred is de strijd gestreden en verloren, vertelt lokale activist Angéla Badzsó (35). Op haar T-shirt zit een sticker met een tekening van het Balatonmeer, omringd door twee zorgzame handen. “Er is geen plek meer over aan het water. De bouw groeit exponentieel.” Naast het terras waar ze haar verhaal doet, staat tussen oude woningen het betonnen karkas van een toekomstig winkelcentrum.

Het is verstikkend, zegt Badszó, die de kost verdient als elektricien. “Er zijn minder stranden, kampeerplekken, bomen. De oever wordt een betonjungle.” Toch is er hoop, zegt ze. Niet in Balatonfüred, maar dertig kilometer verderop, in Balatonvilágos. “Iedereen kijkt met grote ogen naar wat daar gebeurt.”

Daar probeert plaatselijke ngo Badvereniging Aliga de bouw van een groot hotel tegen te houden, vertelt activist en rechtenstudent Bence Horváth (23) aan de waterkant. Boven hem torent een grote wal van löss (een soort klei), een natuurlijke verhoging aan deze kant van het meer. Daarbovenop had een hotel van zes verdiepingen moeten komen. Waar Horváth nu staat, waren villa’s gepland, aan het water een jachthaven.

Club Aliga, zoals het complex heet, is berucht in Hongarije vanwege de megalomane bouwplannen – zo moest de löss-wal, beschermde natuur, lager worden gemaakt om te voorkomen dat het hotel naar beneden zakt – maar ook vanwege de geschiedenis van deze plek. Voor 1989 was dit het besloten buitenverblijf van de communistische partijtop.

Bouwval

Het is geen toeval dat de communisten juist hier een privéresort neerzetten – en dat projectontwikkelaars hun oog erop laten vallen. Deze oever is het dichtst bij Boedapest en biedt een schitterend uitzicht over het meer. Toenmalig partijsecretaris János Kádár, die tussen 1956 en 1988 de dienst uitmaakte in het land, had hier een eigen villa. Nu is die vervallen. Verderop staan nog drie ruïnes: een oud restaurant, een zwembad en de zogenoemde Castro-villa, waar buitenlandse gasten verbleven. Behalve de Cubaanse leider Fidel Castro sliep ook toenmalig president van de Sovjet-Unie Michail Gorbatsjov hier.

Er moet iets gebeuren met dit verloederde stukje oever, geeft Horváth toe als hij langs de bouwvallen loopt. “De eigenaar zegt dat we ons verzetten tegen de ontwikkeling van dit stuk land. Maar dat is gewoon niet waar.” Er moet een beter plan komen, in samenspraak met de bewoners.

Een luxehotel dat het uitzicht verpest en de natuur beschadigt, is voor Badvereniging Aliga geen optie. Bovendien wil de ngo dat een deel van de oever toegankelijk blijft. De eigenaar is wettelijk verplicht een stuk van zeven hectare beschikbaar te maken voor het publiek, hoewel je ongeveer twee euro betaalt om het terrein op te mogen. Inwoners hebben een pasje. Als de bouw van het hotel begint, is dat allemaal voorbij, vreest Horváth.

Genieten aan het Balatonmeer. Sommige Hongaren vrezen hier straks niet meer terecht te kunnen.  Beeld Photo News
Genieten aan het Balatonmeer. Sommige Hongaren vrezen hier straks niet meer terecht te kunnen.Beeld Photo News

De strijd tegen het luxehotel nam onlangs een nieuwe wending door een uitspraak van het Grondwettelijk Hof. In Hongarije kan de regering vastgoedprojecten aanwijzen als een “zaak van nationaal belang”, wat ook bij Club Aliga gebeurde. Ontwikkelaars mogen dan bepaalde milieuwetten aan hun laars lappen, zoals een verbod op bebouwing binnen 30 meter van de oever. Aan het Balatonmeer wordt de maatregel gebruikt om vaart achter projecten te zetten als omwonenden tegenstribbelen. Het Grondwettelijk Hof, dat heel soms een andere koers vaart dan de regering, bepaalde echter dat de ‘30-meterregel’ overeind blijft, tot vreugde van de activisten.

Het piertje van de partijsecretaris

De ngo heeft daarnaast een rechtszaak aangespannen tegen de huidige bouwplannen en de verstrekte milieuvergunning. Maar nog voordat een rechter naar de zaak kon kijken, liet de ontwikkelaar de vergunning intrekken. Een truc, zegt András Bukovszki, voorzitter van de ngo. Zolang een rechtsprocedure loopt, mag er namelijk niet worden gebouwd. Hij verwacht dat de ontwikkelaar met een paar kleine wijzigingen een nieuwe vergunning aanvraagt en zo het project alsnog doordrukt. In tussentijd kunnen ze alvast werkzaamheden verrichten.

Omwonenden zijn er evenmin gerust op. Op een speciaal aangelegd stenen piertje waar partijsecretaris Kádár destijds graag een boek las, zit nu Györgyi Konrád (54) in haar bikini van de zon te genieten. Haar hondje Wifi, een onstuimige beagle, blaft naar elke boot die voorbijkomt. “Ik maak me zorgen. Natuurlijk moet er gemoderniseerd worden. Maar een hotel hebben we niet nodig.” De privatisering van de oever vindt ze ‘verschrikkelijk’. “Ik kom hier elke ochtend. Straks kan dat niet meer.”

Omwonende Györgyi Konrád (l.) maakt zich zorgen over de privatisering van de oever. 
Bence Horváth probeert de bouw van een groot hotel tegen te houden. Beeld Akos Stiller
Omwonende Györgyi Konrád (l.) maakt zich zorgen over de privatisering van de oever. Bence Horváth probeert de bouw van een groot hotel tegen te houden.Beeld Akos Stiller

Buurvrouw Ágnes Kertész (70) woont al ruim vijftig jaar naast het complex. Ze herinnert zich de partijsecretaris in zijn zwembroek, en hoe zijn lijfwachten emmers visvoer in het meer gooiden zodat amateurhengelaar Kádár verzekerd was van een goede vangst. Ze ziet de ironie ervan in, dat het terrein straks opnieuw kan worden afgesloten voor gewone burgers. “We moeten blij zijn dat we er nu nog langs kunnen.”

De sterke middenklasse

Niet iedereen is tegen de komst van de hotels. Orsolya Valde, directeur van het driedaagse muziekfestival Balaton Jazzpiknik in het plaatsje Paloznak, verheugt zich over alle vier- en vijfsterrenhotels. Op het grasveld van haar festival zitten mensen met flessen wijn op kleedjes, de eerste band van de avond treedt op. Valde verwacht nog meer publiek voor haar festival als er meer accommodaties zijn. “De sleutel is balans.”

Het driedaagse muziekfestival Balaton Jazzpiknik in het plaatsje Paloznak. De directeur verheugt zich wel op nieuwe hotels aan het meer.  Beeld ANP / EPA
Het driedaagse muziekfestival Balaton Jazzpiknik in het plaatsje Paloznak. De directeur verheugt zich wel op nieuwe hotels aan het meer.Beeld ANP / EPA

Het festival, waar champagnemerk Taittinger een kraampje heeft en Audi zijn nieuwste automodellen onder de aandacht brengt, trekt deels hetzelfde publiek als de luxehotels. “De sterke middenklasse”, volgens Valde. Ook de Hongaarse politieke en economische elite is kind aan huis bij het festival, de vipsectie beslaat ongeveer een derde van het terrein. “Je zult hier ministers vinden. Maar ze komen voor de muziek. Wij zijn politiek volledig onafhankelijk, we zijn gewoon trendy.”

In Hongarije zijn de lijntjes tussen de politiek en grote ondernemers bijzonder kort. Dat is geen toeval. Een speerpunt van Orbáns politiek is de zogenoemde NER, het ‘systeem van nationale samenwerking’, waarbij de Hongaarse samenleving zich tezamen inspant om het land vooruit te helpen. In de praktijk betekent dit een sterke concentratie van politieke en economische macht. De NER creëerde een kleine groep (schat)rijke ondernemers die nauw verweven is met de regering.

‘God, geluk en Viktor Orbán’

In sommige landen neemt kapitaal, in de vorm van oligarchen of grote ondernemers, de staat over. In Hongarije is het andersom, zegt József Péter Martin, directeur van Transparency International in Hongarije. Orbán vindt dat de markt een pilaar van de staatsmacht moet zijn. De afgelopen jaren onderwierp hij een aantal sectoren van de Hongaarse economie met behulp van een groep politiek loyale ondernemers. “Concentrische cirkels van oligarchen en cronies (boevenvrienden, red.)”, zegt Martin.

Behalve om politieke macht over de markt gaat dit ook om zelfverrijking: de regering stopt publiek geld in de bedrijven van een selecte kring rond de premier. De Hongaarse belastingbetaler betaalt de rekening. Bij het uitbreken van de coronapandemie nam dat een hoge vlucht, zegt Martin. “De economische klap die het toerisme te verduren kreeg, schiep een voorwendsel om grote hoeveelheden staatsgeld weg te sluizen naar deze sector.”

Het Batalonmeer is al jarenlang een toeristische trekpleister. De vraag is alleen hoeveel plaats er straks nog overblijft voor de gewone Hongaar. Beeld Corbis/VCG via Getty Images
Het Batalonmeer is al jarenlang een toeristische trekpleister. De vraag is alleen hoeveel plaats er straks nog overblijft voor de gewone Hongaar.Beeld Corbis/VCG via Getty Images

Een subsidieprogramma voor de ontwikkeling van het toerisme, het zogenoemde Kisfaludy-fonds, keerde in totaal 300 miljard forint (750 miljoen euro) aan de sector uit via subsidies aan bedrijven en lokale gemeenten. Twee derde van dit bedrag kwam terecht bij 0,5 procent van de aanvragers, afkomstig uit Orbáns directe kring. Hoewel onderzoekers van Transparency International het vermoeden, is het niet duidelijk of hier EU-fondsen tussen zitten. Daarvoor is de samenstelling te ondoorzichtig. Het onderzoek loopt nog.

De holding en de bedrijven die het terrein van Club Aliga bezitten, ontvingen iets minder dan 10 miljard forint, zo’n 25 miljoen euro, blijkt uit een rapport van Transparency International. Voor het uitkeren van het fonds was het terrein in bezit van een holding op naam van Orbáns schoonzoon István Tiborcz en Lörinc Mészáros, een jeugdvriend van de premier. De laatste werd in enkele jaren tijd de rijkste man van Hongarije. Naar eigen zeggen dankzij ‘God, geluk en Viktor Orbán’.

Corruptiewaakhonden

Maar Tiborcz en Mészáros verkochten hun aandelen om de schijn van belangenverstrengeling te voorkomen. Vervolgens kwamen de aandelen in handen van onder anderen Tiborczs zakenpartner Attila Balázs, door Hongaarse media omschreven als een ‘NER-komeet’. Op zijn beurt bezit Balázs veel vastgoed aan het meer, zoals hotels die in Balatonfüred verschijnen op kampeerterreinen. Deze campings worden geëxploiteerd door het bedrijf Balatontourist. De eigenaar: Lörinc Mészáros. En zo draait het carrousel van ondernemers, bedrijven, holdings, vastgoed en staatssubsidies door en door.

Corruptiewaakhonden proberen orde in deze opzettelijk ondoorzichtige chaos te scheppen. Het Hongaarse K-Monitor legde een database aan met nieuwsartikelen over de ondernemers van NER. Een andere website brengt hun horeca-imperium in kaart: nerhotel.hu. Bezoekers kunnen zien welke hotels en restaurants in bezit zijn van politici en hun zakenpartners. “We willen mensen bewust maken. Weet waar je je geld uitgeeft en in wiens zak dit terechtkomt”, zegt Attila Juhász, die de data voor de site verzamelt.

‘We doen net alsof we in een normaal land wonen’

In de Sky Bar, boven op een hotel van Lörinc Mészáros aan het Balatonmeer, zijn ze niet onder de indruk. Niemand wil met zijn naam of mening in een krant, de gasten hebben wel een vermoeden van wie het hotel is. Een dikke man met paardenstaart boeit het niet. “Waarom maakt jou dat uit?”

Een recente peiling van Eurobarometer wijst uit dat 91 procent van de Hongaren denkt dat corruptie wijdverbreid is in hun land. Het is een interessante paradox, zegt Martin van Transparency International: zoveel mensen weten het, maar er is weinig verzet. Volgens hem komt dat onder meer doordat Hongaren hun land als ‘cultureel corrupt’ beschouwen en corruptie als gegeven zien. “Corruptie is vaak ook ingewikkeld, de details zijn moeilijk te begrijpen.” De overheidspropaganda draagt ook haar steentje bij.

Een vijfsterrenhotel in aanbouw in Balatonfüred.  Beeld Akos Stiller
Een vijfsterrenhotel in aanbouw in Balatonfüred.Beeld Akos Stiller

Aan het Balatonmeer is de corruptie algemeen bekend. Maar het is geen geliefd gespreksonderwerp. Activisten bijten zich liever vast in milieuregels, omgevingswetten en amendementen op bouwplannen. Zulke gedepolitiseerde procedures zijn te verkiezen boven kritiek op de macht. Ze leveren ook meer op, zegt Balázs Juhász (53), een inwoner van Tihany. Hij wist de bouw van een groot appartementencomplex in een natuurgebied te voorkomen. Hoe? “We doen net alsof we in een normaal land wonen, met normale wetten. En we proberen mensen zich aan die wetten te laten houden.”

Na jaren in het defensief hebben de activisten nu wat rugwind. Dat komt naast taai verzet door externe factoren, zoals klimaatverandering. Het Balatonmeer staat lager dan normaal vanwege de aanhoudende droogte. Zonder bomen wordt dit alleen maar erger. Het meer raakt vervuild door de afnemende hoeveelheid riet, dat het water zuivert. Deskundigen waarschuwen dat de impact van de betonkoorts aan het meer nog niet is te overzien. Ze hopen dat een dreigende milieuramp de regering in Boedapest wakker schudt.

Aan de waterkant van Club Aliga ziet de 23-jarige activist Bence Horváth het liefst een klein hotel verschijnen, een museumpje voor de Kádár-villa en vrije toegang tot het water voor alle Hongaren. Maakt het hem eigenlijk uit wie dat hotel bouwt, ook als dat iemand uit de corrupte regeringskliek is? Hij denkt even na. “Nee.” Natuurlijk is er corruptie, zegt hij. “Maar wij zijn te klein om dat te veranderen. Het enige wat we kunnen doen, is ons eigen stukje land verdedigen.”

Wederwoord

De burgemeester van Balatonvilágos, die de bouw van het luxehotel steunt, was niet bereikbaar voor commentaar. Volgens zijn secretaresse is hij op vakantie en kan hij als enige commentaar geven op de zaak. Het bouwbedrijf Pro-Mot Hungária, dat op het terrein van Club Aliga wil bouwen, reageert niet op onze vragen.

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234