NieuwsPolitiek
Van Quickenborne: ‘Daders moeten straf én behandeling opgelegd krijgen’
Is een dader toerekeningsvatbaar of niet? Tot nu toe moet een rechter kiezen, waarna een celstraf of internering volgt. Maar minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open Vld) pleit nu voor een tussenvorm, voor mensen zoals Dave De Kock.
“Het antwoord is niet zwaarder straffen, maar béter straffen”, zei minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open Vld) donderdag in de Kamer. “We moeten af van het zwart-witdenken. Mensen vallen niet altijd in de binaire opdeling tussen toerekeningsvatbaar of ontoerekeningsvatbaar. Denk maar aan mensen met een verslaving of psychische problemen. Bij hen is de kans op recidive veel groter.”
Van Quickenborne moest zich verantwoorden voor de manier waarop het gerecht is omgegaan met Dave De Kock, de man die verdacht wordt van de ontvoering en de dood van de vierjarige Dean Verberckmoes. De Kock zat al een gevangenisstraf van tien jaar uit voor de onmenselijke behandeling van zijn tweejarige stiefzoontje Miguel Van Kriekinge, met de dood tot gevolg. Na die celstraf werd hij niet opgevolgd. Bovendien kampte hij deze week nog steeds met een verslaving toen hij werd opgepakt, net als toen.
Waarom werd De Kock niet beter opgevolgd? Eremagistraat Henri Heimans legde woensdag bij De Morgen de vinger op de wonde. “Eigenlijk zouden we naar een gedeeltelijke toerekeningsvatbaarheid moeten gaan”, zei hij. “Op die manier kan een rechter een veroordeelde zowel een gevangenisstraf als een psychiatrische behandeling opleggen. Nu kan er maar een van de twee.”
Eindeloze debatten
Dit voorstel sluit aan bij het regeerakkoord van de Vivaldi-regering. Daarin staat dat aan een expertencommissie een advies zal worden gevraagd om zo’n systeem van ‘gedeeltelijke toerekeningsvatbaarheid’ uit te werken.
In dit advies, dat intussen klaar is, wijzen de experts dit plan af. Ze zijn van mening dat de gedeeltelijke toerekeningsvatbaarheid als juridisch begrip niet scherp genoeg af te bakenen valt, waardoor het tot “eindeloze debatten” zou leiden in de rechtbanken. In ruil stellen ze de ‘verminderde toerekeningsvatbaarheid’ voor. Personen die dan verminderd toerekeningsvatbaar worden geacht, krijgen gewoon een aangepaste strafmaat.
Van Quickenborne verdedigt dit model. Voor de praktische uitwerking wil hij gebruikmaken van de zogenaamde terbeschikkingstelling. Met dit instrument kan een rechter vandaag al zorgen dat een veroordeelde zich na het strafeinde toch nog aan bepaalde voorwaarden moet houden of opgevolgd kan worden. Maar de terbeschikkingstelling is heel strikt gedefinieerd, enkel voor bepaalde inbreuken.
Te weinig plaatsen
Bij mensen met verminderde toerekeningsvatbaarheid moet dit nu voor álle inbreuken mogelijk zijn, vindt Van Quickenborne. Het parlement moet zich hierover buigen.
Volgens Heimans zou het voorstel een vooruitgang betekenen, al formuleert het geen oplossing voor een ander belangrijk pijnpunt: het tekort aan behandelingsplaatsen in ons land. Hierover zouden de ministers van Justitie, Volksgezondheid en de regio’s in februari samenzitten. Daarnaast zijn er volgens Heimans nu al te weinig specialisten om te bepalen of iemand wel, niet of verminderd toerekeningsvatbaar is.