Blik op BelgiëGent
Van middeleeuwse heiligen tot koloniale brieven: in de kelder van de Gentse Boekentoren wordt de geschiedenis tastbaar
Het Vita Sancti Amandi is niet het enige pareltje in de Gentse Boekentoren, waar de geschiedenis tastbaar wordt.
Drie miljoen boeken, opgeslagen in een 64 meter hoge toren ontworpen door kunstenaar-architect Henry Van de Velde. De Boekentoren moet zijn status als iconisch Gents gebouw niet meer bewijzen. Toch glimmen Gentenaren sinds afgelopen zondag nog net iets meer van trots. Tijdens de meest recente aflevering van Het verhaal van Vlaanderen ziet de kijker presentator Tom Waes op de hoogste verdieping van de modernistische toren zitten met een fragiel ogend boek in zijn handen. Het Vita Sancti Amandi, zoals het handschrift heet, bevat het levensverhaal van Sint-Amandus, die tijdens de middeleeuwen mensen in en rond Gent tot het christendom bekeerde.
Het boek, dat in het ondergrondse depot van de Boekentoren opgeslagen ligt, zou enkele miljoenen euro’s waard zijn. Toch pakt Frank Vanlangenhove, die de consultaties van de werken in de Universiteitsbibliotheek coördineert, het enkele dagen na de uitzending met veel plezier opnieuw uit de witte bibliotheekkast op de tweede ondergrondse verdieping van de Boekentoren. Hij draait even aan een wiel aan de zijkant van de kast, en plots verschijnt er een rij vol oude boeken.
Kussentje
“Voor mij is dit dagelijkse kost”, zegt hij. “Maar het blijft natuurlijk speciaal om tussen al die oude boeken te werken.” Het Vita Sancti Amandi ziet er net zo uit als tijdens de uitzending: een in leer gebonden kaft, vergeelde perkamenten bladzijden, tekst in groene en rode inkt. Zelfs het rode kussentje waarop Waes het boek leest, blijkt een legitiem onderdeel van de bibliotheekuitrusting te zijn en geen prop van het productiehuis.
“Het boek is een van de oudste Vlaamse handschriften”, vertelt collectiebeheerder Hendrik Defoort. ‘Vlaams’ moet hier wel in de ruime zin van het woord begrepen worden. Zo is het boek in het Latijn geschreven, en is Sint-Amandus geboren in het Franse deel van het toenmalige Frankische Rijk. Maar doordat zijn levensverhaal hem voor een groot deel naar Vlaanderen bracht, is het een belangrijk werk voor de geschiedenis van deze streek. Aan het begin van de 19de eeuw werd het boek gevonden tussen de bagage van een Franse generaal die vanuit Amsterdam terugkeerde naar Parijs. Dankzij die gelukstreffer kwam het iconisch werk terug naar Gent.
Het voelt absurd zo’n historisch boek te mogen bekijken en aan te raken. Met blote handen, zelfs. “Dat is beter dan mét handschoenen, omdat mensen dan onbewust de bladzijden bruusker vastpakken”, weet Defoort. “Perkament is een heel duurzaam en robuust materiaal. Over vijfhonderd jaar bestaat het nog, in tegenstelling tot bijvoorbeeld een krant uit de late 19de eeuw.”
Inktvraat
Om het werk zo goed mogelijk te bewaren, worden de temperatuur en luchtvochtigheid in de ruimte gecontroleerd en zit het in een beschermende kaft en verpakking. Toch hebben dit soort handschriften vaak last van inktvraat. Om het voor onderwijs en onderzoek beschikbaar te houden, heeft de bibliotheek het werk integraal online gezet. Jaarlijks vertrekken er vanuit de Boekentoren ook duizenden oude drukken naar een digitaliseringslab van Google. Maar een groot deel van de collectie kan ook gewoon op vraag ter plekke geconsulteerd worden.
Want neen, het Vita Sancti Amandi is hier niet het enige pareltje. Verzameld over de drie ondergrondse verdiepingen liggen er zo’n 500 middeleeuwse handschriften, 700 gedrukte boeken van voor de 16de eeuw, en zo’n 42.000 drukken uit de 16de en 17de eeuw. In totaal gaat het om 250.000 oude drukken, waaronder veel unieke exemplaren. “Onze ‘Mona Lisa’, om het zo te noemen, is de Liber Floridus”, vertelt Defoort. “Dat is een handgeschreven encyclopedie uit de 12de eeuw.”
In een van de gangpaden opent Vanlangenhove lukraak een blauwe doos. Er zitten brieven in uit de 16de eeuw, over de Verenigde Oost-Indische Compagnie. Een verdieping lager openen we dan weer een eeuwenoud kasboek van een advocatenkantoor en in de kluis treffen we oude kostuumtekeningen en munten aan. Het depot mag dan wel modern aanvoelen door al het beton en glaswerk, erdoor wandelen voelt als de natte droom voor elke geschiedenis- en boekenfanaat.