NieuwsMobiliteit
Van het platteland naar Antwerpen? Na de ‘vélo'kes’, nu de oranje e-bike
Van Kalmthout naar Antwerpen sjezen op een elektrische deelfiets: vanaf deze zomer is het mogelijk. De oranje fietsjes uit Denemarken worden verspreid over 37 gemeenten rond Antwerpen. Maar of ze zieltjes kunnen winnen op het platteland?
“De oppervlakte waarop we dit systeem uitrollen, is uniek in Europa. Verschillende buitenlandse steden kijken uit naar de testcase, met als belangrijkste vraag hoe mensen in rurale gebieden hiermee om zullen gaan. We zijn pioniers.”
Koen Kennis (N-VA) is best trots op het nieuwe deelfietsnetwerk dat deze zomer wordt uitgerold in de Antwerpse vervoerregio, een gebied van 32 gemeenten met meer dan een miljoen inwoners. Het netwerk strekt zich uit van Boom en Lier in het zuiden tot aan de Nederlandse grens in het noorden. Ook vijf omliggende gemeenten hebben zich aangesloten: Sint-Niklaas, Temse, Kruibeke, Sint-Gillis-Waas en Waasmunster. Opgelet: de gemeenten Puurs-Sint-Amands, Willebroek en Bornem doen ondanks eerdere berichten niét mee.
“De bedoeling is om iedereen de kans te geven een elektrische fiets te gebruiken”, zegt Kennis, die als Antwerps mobiliteitsschepen ook voorzitter is van de vervoerregio. “De laatste jaren zien we dat batterijen meer en meer mensen op de fiets krijgen, maar het potentieel is nog groter. Bovendien hebben we in Antwerpen al een heuse deelcultuur opgebouwd, met onder meer de rode Velo’s. We hopen dat mensen buiten de stad daar nu ook deel van willen uitmaken.”
Ezel
De veroveringstocht op het platteland gebeurt per ezel. De fietsjes van Donkey Republic zijn van Deense makelij en rijden al jaren rond in Kopenhagen. Ook in zeventig andere Europese steden, waaronder Rotterdam en Amsterdam, zijn ze ingeburgerd. Zelfs in België zetten de Denen al voet aan wal, met een – beperkter – aanbod in Gent en Torhout. Het bedrijf uit Kopenhagen kwam als beste kandidaat uit een openbare aanbesteding.
Hoewel de teller aanvankelijk op 1.650 e-bikes stond, blijft die aantikken. Er werd een systeem uitgewerkt waardoor gemeenten en bedrijven het netwerk verder kunnen aanvullen. De lokale besturen doen er voorlopig al 400 fietsen bovenop. Ook bedrijven zoals het groene industriepark Blue Gate doen mee. De Universiteit Antwerpen heeft gesprekken lopen met de Denen om de fietsen beschikbaar te maken voor studenten die van de ene campus naar de andere moeten.
Per half uur zal een e-bike 3 euro kosten, een jaarkaart 600 euro. Die prijs wordt bepaald door de Denen in overleg met de lokale overheden, die zelf ook een deel van de prijs opleggen. De Antwerpse vervoerregio zal via Oosterweelbouwheer Lantis bijvoorbeeld 1,6 miljoen euro per jaar betalen. In ruil zorgen de Denen ervoor dat de batterijen op tijd worden opgeladen, dat de fietsen voldoende worden verspreid en dat ze regelmatig een onderhoud krijgen.
“Ik heb er zelf al mee gereden in Kopenhagen en Antwerpen. Dat gaat vlot en soepel, ook met exemplaren die al enkele jaren oud zijn”, zegt Kennis. “Op dat vlak zijn ze behoorlijk robuust. In Kopenhagen zijn ze een succes.”
Eén nadeel: de batterijen hebben een beperkte range in vergelijking met andere elektrische fietsen: 100 kilometer. Zodra ze zijn leeggelopen tot op 20 procent van hun lading worden ze via de bijbehorende app tijdelijk uit het netwerk gehaald. Dan worden ze virtueel onzichtbaar en kunnen ze niet meer worden gebruikt. Werknemers verwisselen dan snel de batterij door een opgeladen exemplaar uit de werkplaats. Ook dat wordt geregeld door de Denen.
Virtueel station
Opvallend is dat de fietsen volgens het free floating-principe worden verspreid. Ze moeten dus niet in een vast station worden achtergelaten. Een riskante keuze, want rondslingerende steps en fietsen veroorzaken de laatste jaren steeds meer ergernis. “We hebben strikte regels opgesteld”, zegt Kennis. “Je moet de fiets in een virtueel station achterlaten. Dat is een locatie die aangeduid staat op de app en met lijnen op de grond wordt afgebakend.” Respecteer je de dropzone niet, dan loopt je huur gewoon verder en betaal je dus een boete.
Met de fiets naar de stad, het blijft wel botsen met de hardnekkige gewoonte in de rand om voor elke rit in de auto te springen. In het kader van de Oosterweel-werken werd de afspraak gemaakt dat tegen 2030 nog maar de helft van de verplaatsingen in en rond Antwerpen met de auto mogen gebeuren. “Als we die doelstelling willen halen, dan zullen we het grootste deel van de omslag in de landelijke gemeenten rond Antwerpen moeten realiseren”, zei intendant Alexander D’Hooghe onlangs in een interview in deze krant.
Dat laatste wordt volgens de Antwerpse Fietsersbond de grote uitdaging. “Wij moedigen elk idee aan om mensen op de fiets te krijgen. Zeker in gebieden die tot nu toe afgesneden waren van deelfietsen”, zegt Gert De Vuyst. “Tegelijk weten we niet of dit de juiste keuze is. In de stad is een deelfiets interessant omdat je zelf geen fiets moet stallen. Maar een inwoner van pakweg Kalmthout heeft meestal wel een eigen oprit of garage om een fiets te zetten.”
Volgens de Fietsersbond is de toegevoegde waarde van andere ingrepen dan ook groter. “Beter is het om in te zetten op veilige en vlotte fietsverbindingen, en dus niet overal de auto voorrang geven”, zegt De Vuyst. “Dan komen de fietsers vanzelf.”
De voorbije jaren werden al heel wat fietsostrades aangelegd in de provincie Antwerpen, merkt Kennis op. “Waar nodig passen we de bestaande infrastructuur aan op de groter wordende fietsvolumes.”