Van Avermaet allerbeste van de wereld

Flashback naar 1948. Ene Briek Schotte schrijft als allereerste de Challenge Colombo-Desgrange op zijn naam, genoemd naar de toenmalige Tour- en Girobazen. In de jaren nadien wonnen onder meer Stan Ockers (1955) en Fred De Bruyne (1956, '57, '58) het regelmatigheidscriterium dat van 1959 tot en met 1987 Superprestige Pernod ging heten en naast Herman Van Springel ('68) en Freddy Maertens ('76, '77) liefst zeven keer Eddy Merckx (1969-1975) op de erelijst kreeg. Vervolgens kwam het Wereldbekertijdperk (1989-2004) met Johan Museeuw ('95, '96) en Andrei Tchmil ('99) als Belgische triomfators, en vier jaar UCI ProTour (2005-2008). Een kleine zeventig jaar na Schotte is het de beurt aan Greg Van Avermaet.

Vóór Froome en Sagan

De 32-jarige renner van BMC is na Philippe Gilbert (2011) de tweede Belg die sinds de vernieuwde WorldTour bovenaan prijkt. "Hier haal ik een enorme voldoening uit", zei Van Avermaet net voor het slotgala van de UCI. "Deze trofee beloont de renners die overal meedoen voor de zege en daar hoor ik volgens mij wel bij. Je moet het hele jaar door uitzonderlijk presteren om hier te staan, het wordt dus moeilijk om dat nog eens over te doen. Zeker als je ziet hoe Froome dit jaar bijvoorbeeld de Tour en de Vuelta wint." Chris Froome strandde dan ook op de tweede plaats in het WorldTour-klassement, voor Peter Sagan.

"Mijn voorjaar was fenomenaal en daarna kon ik met mijn manier van koersen voldoende punten sprokkelen om de koppositie vast te houden. Dit is een klassement waarin vooral de betere ronderenners de dienst uitmaken. Gelukkig zijn de eendagswedstrijden dit jaar opgewaardeerd en dat is een beetje mijn geluk geweest. Overall blijf ik mijn overwinning op de Olympische Spelen nog iets hoger plaatsen, maar dit komt toch aardig in de buurt."