InterviewValerie Trouet
Valerie Trouet, wetenschappelijk directeur klimaatcentrum: ‘We moeten een instituut met naam worden’
Het klimaatcentrum dat begin 2023 opent in Ukkel moet het wetenschappelijke onderzoek naar klimaat beter coördineren. Valerie Trouet, nu nog hoogleraar aan de University of Arizona, keert ervoor terug uit Amerika. De bomenonderzoeker, bij een groot publiek bekend van haar boek Wat bomen ons vertellen, wordt wetenschappelijk directeur.
Twijfelde u lang voor u ja zei?
“Het is een grote stap. Zowel voor mij als mijn gezin. Maar gelukkig was mijn huidige werkgever, de University of Arizona, zo genereus om mij ‘verlof zonder wedde’ te geven. Het is dus geen definitief afscheid van mijn werk als onderzoeker daar.”
U wordt wetenschappelijk directeur van een klimaatcentrum. Maar wat is een klimaatcentrum?
“Dat is een federaal excellentiecentrum. Er gebeurt in België klimaatonderzoek op topniveau, maar wel heel versnipperd: er zijn negen federale wetenschapsinstellingen (zoals het Koninklijk Meteorologisch Instituut, het Instituut voor Natuurwetenschappen, het Instituut voor Aeronomieën, MS), maar er gebeurt ook onderzoek aan universiteiten en regionale wetenschapsinstellingen. Aan ons de taak om dat te coördineren.”
Wat betekent dat concreet?
“We stellen bijvoorbeeld een onderzoeksteam samen dat de verschillende scenario’s onderzoekt als er vaker extreme hitte voorkomt. Wat is de invloed op het ecosysteem of de transportsector? En hoe moeten we ons aanpassen? Wij fungeren dan als centrale hub. Bedrijven, beleidsmakers en journalisten kunnen bij ons terecht. In het voorbeeld van net zou de haven van Zeebrugge of Antwerpen zich tot ons kunnen wenden met de vraag: wat staat ons te wachten? Wat wel belangrijk is: wij informeren, maar zullen niks voorschrijven.”
Waarom niet?
“Dan lopen we het risico dat we onbedoeld met een bepaalde politieke partij worden geassocieerd. Wij willen neutraal blijven en de sectoren van de meest betrouwbare wetenschappelijke informatie voorzien. Over een heet hangijzer als de kernuitstap zullen we ons dus niet in positieve of negatieve zin uitlaten. We verstrekken enkel wetenschappelijk onderbouwde informatie. Daar is absoluut vraag naar. Media, politiek en bedrijven hebben behoefte aan ‘klimaatduidelijkheid’. Daarvoor kunnen ze straks bij ons terecht. Of dat in de toekomst ook voor individuele burgers geldt, weet ik nu nog niet.
“Hoe dan ook willen we niet enkel op papier, maar vooral in de realiteit bestaan. Het klimaatcentrum moet een instituut met naam en plaats worden. Niet de zoveelste instantie waar je terechtkan, maar dé logische eerste stap voor de sectoren die iets met het klimaat willen. In onder meer Nederland, Zwitserland en Duitsland zijn al vergelijkbare centra. Onze ligging, we zitten in Ukkel, in Brussel, is een groot voordeel. We zullen ons dus niet enkel tot België beperken, maar het ook in Europees perspectief zien.”
Een vraag op persoonlijk vlak: u heeft achttien jaar in Amerika gewoond, hoe zal de terugkeer naar uw geboorteland zijn?
“Aanvankelijk was ik van plan om slechts twee jaar in Amerika te blijven. Ik kijk er dus naar uit om de banden met mijn Belgische familie en vrienden weer aan te halen. En heerlijk om straks zonder auto te kunnen leven en lekker met de trein door Europa te reizen. Al zal het ook wennen worden: ik zit nu in Tucson, Arizona en terwijl het in België grijs, nat weer is, schijnt hier de zon. Dat ga ik wel missen.”
“Maar ik heb een missie in België. In Amerika heb ik de jaren onder Trump meegemaakt, maar ook onlangs de presentatie van het klimaatplan van Biden. Ik heb gemerkt wat een ommezwaai dat teweeg heeft gebracht. Het gevoel is hier veranderd: er is een verschil tussen constateren dat er een probleem is, en het echt aanpakken. Ik kijk ernaar uit om in België een vergelijkbare ommezwaai mee te maken.”