Vakbonden betreuren uitspraak Grondwettelijk Hof over indexsprong
De vakbonden betreuren de uitspraak van het Grondwettelijk Hof, dat oordeelde dat hun klacht tegen de indexsprong ongegrond is. "Het toont nog maar eens welke kloof vaak gaapt tussen recht en rechtvaardigheid", zeggen het ACV, ABVV en ACLVB in een gemeenschappelijk persbericht.
Onder meer de vakbonden hadden een klacht ingediend tegen de indexsprong die de regering-Michel begin vorig jaar doorvoerde. Ze vonden dat de indexsprong het recht op een billijke verloning en op sociale zekerheid fnuikte. Ook ging het volgens hen om een discriminerende maatregel, die bovendien het collectieve loonoverleg dwarsboomde.
Maar hun klacht is door het Grondwettelijk Hof verworpen. De bonden blijven evenwel volhouden dat de indexsprong "elk gevoel van rechtvaardigheid tart", omdat maar één groep van burgers getroffen wordt. "Alleen aan het inkomen van werknemers, ambtenaren en uitkeringstrekkers wordt geraakt. Terwijl de inhoud van de winkelkar duurder wordt en huurprijzen, energieprijzen, verzekeringspolissen, ... wel nog worden geïndexeerd."
Wet op het Concurrentievermogen
"Behoudens in de medische sector werd aan bedrijfsleiders, zelfstandigen, vrije beroepen en de inkomens uit vermogens evenmin een inspanning gevraagd", gaan ze verder. "Nochtans voorziet het befaamde artikel 14 van de Wet op het Concurrentievermogen uit 1996 dat de regering ook een gelijkwaardige matiging kan opleggen aan de inkomens van zelfstandigen, vrije beroepen, dividenden, tantièmes (winstuitkeringen aan de bestuurders van vennootschappen, red.), sociale uitkeringen, huurprijzen en andere inkomens."