✦Reportage
Tunesiërs gaan massaal de straat op voor het behoud van hun fragiele democratie
In Tunesië komen de moslimdemocraten van regeringspartij Ennahda in verzet tegen president Kais Saied en zijn plan voor een ‘directe democratie’.
In Tunis stroomden afgelopen zaterdag tienduizenden mensen naar de brede avenue ‘Mohammed V’ om te betogen ‘voor de democratie en voor de revolutie’. Dit is, sinds half januari een nieuwe protestgolf op gang kwam, inmiddels een vertrouwd beeld in de Tunesische hoofdstad. Alleen werd de oproep dit keer niet verspreid door linkse anti-regeringsactivisten die een systeemverandering eisen, maar nota bene door de moslimdemocratische regeringspartij Ennahda.
De moslimdemocraten demonstreren juist om het pas tien jaar jonge semiparlementaire stelsel intact te houden, zegt Karim Harouni van Ennahda’s shura (partij), die opgetogen is over de hoge opkomst. “Dit hadden wij nooit verwacht. Een belangrijk signaal aan de president. Wij staan hier om de parlementaire democratie en andere verworvenheden van de revolutie van 2011 te verdedigen.”
Of dit enig effect zal hebben, is de vraag, omdat de in oktober 2019 gekozen president Kais Saied stelt dat hij het mandaat van de kiezers heeft om het stelsel volledig te slopen. Tijdens de presidentscampagne beloofde de politiek onervaren en partijloze voormalige docent rechten korte metten te maken met corruptie en politieke spelletjes. Hij won daarmee de presidentsverkiezingen met ruim 72 procent van de stemmen.
Van politieke partijen moet Saied niets hebben en het na de revolutie ingevoerde democratische model ziet hij slechts als een gecamoufleerde versie van de oude dictatuur. Want, stelde Saied onlangs, “ons parlementaire stelsel is slechts democratisch aan de oppervlakte, maar betreft in werkelijkheid de overgang van één enkele partij naar één enkele groep corrupte mensen.” In plaats daarvan wil het Tunesische staatshoofd een omschakeling maken naar een zelf ontworpen vorm van directe democratie, waarin gekozen dorps- en wijkraden meer macht krijgen dan het parlement.
Gek genoeg leidt dit plan volgens Harouni tot een antidemocratische leiderschapsstijl die de toch al instabiele democratie om zeep helpt. “Hij regeert als een volstrekte autocraat, negeert adviezen van politieke partijen en ‘steelt’ bevoegdheden van het parlement.”
Ennahda en de twee coalitiepartijen geven president Saied de schuld van een ruzie tussen hem en de door Saied zelf benoemde, eveneens partijloze premier Hichem Mechichi die de Tunesische politiek nu al wekenlang lamlegt. Halverwege januari benoemde de premier, op voorstel van onder andere de moslimdemocraten, twaalf nieuwe ministers als vervanging voor partijloze bewindspersonen die zouden zijn geparachuteerd door de president. Deze actie maakte het staatshoofd zo woedend dat hij weigert de nieuwe mensen hun ambtseed te laten afleggen, waardoor zij niet aan de slag kunnen. De grondwet geeft hem gelijk, zegt Saied, en daarbij zouden de kandidaat-bewindspersonen ook nog eens corrupt zijn.
Moslimdemocraat Harouni stelt dat een en ander deel uitmaakt van een welbewuste politieke tactiek. “Allemaal strategie. De corruptiebeschuldigingen zijn bedenksels om het beeld neer te kunnen zetten van de cleane president tegen het corrupte parlement”.
Veel betogers denken dat ook. Shaier Sarra, begin dertig, zegt: “Ik ben hier om Ennahda te steunen. Er is niets mis met het parlementaire systeem. Maar de president heeft te weinig politieke ervaring. Natuurlijk maken politieke partijen fouten, maar wij hebben stabiliteit nodig. De economie is bijna failliet”.
En toch, ondanks de grote opkomst, gelooft in werkelijkheid vrijwel niemand dat Mechichi en zijn politieke vrienden het gevecht kunnen winnen. Als de premier – en daarmee de zwaargehavende ministersploeg – inderdaad binnenkort het veld moet ruimen, heeft president Saied een recordaantal van twee regeringen in anderhalf jaar tijd versleten. Zijn vorige premier, Elyes Fakhfakh - ook door hem benoemd - stapte in juli 2020 op wegens beschuldigingen van belangenverstrengeling.
Voor de linkse activisten die de afgelopen weken steeds de straat opgingen – grotendeels behorend tot het kamp Saied – vormen deze verhalen des te meer het bewijs dat het huidige politieke systeem geen bestaansrecht heeft. “Wij zagen dit al in 2011 aankomen”, zegt Malek Ezzahi, naar eigen zeggen een vriend van de president, enkele dagen voor de demonstratie. “Ervaringen van andere landen laten zien dat parlementaire democratieën resulteren in van burgers vervreemde politieke partijen en corruptie. De president is niet het probleem, maar de politieke partijen met hun spelletjes, de maffia in het parlement.”
De moslimdemocraten van Ennahda hopen echter nog op verzoening. “Dit is een oproep tot dialoog. Wij zijn niet tegen de president. Alle Tunesiërs zijn één”, betoogt Harouni.