Tunesiërs gaan de straat op om te protesteren tegen falende regering
In Tunesië zijn opnieuw schermutselingen uitgebroken tussen betogers en de ordediensten. Eén man is daarbij al om het leven gekomen. De sociale onvrede, zeven jaar na de revolutie, wordt gevoed door besparingsmaatregelen.
In de nacht van dinsdag op woensdag werden molotovcocktails naar de bekende Ghriba-synagoge op Djerba gegooid. Overdag was het kalm gebleven, maar in de nacht van dinsdag op woensdag flakkerde de onrust weer op. De Tunesische media berichten dat het leger is ontplooid om staatsinstellingen te beveiligen.
Van een brede, georganiseerde politieke beweging is evenwel geen sprake. Het protest lijkt een spontane uitbarsting van verontwaardiging te zijn nadat in het nieuwe jaar tal van goederen opeens in prijs bleken te zijn verhoogd. Benzine, auto's, gebruik van telefoon en internet: het is allemaal duurder geworden, vooral door verhoging van de btw en andere belastingen. Ook zijn uitkeringen en subsidies verlaagd.
In diverse steden het gebruikelijke beeld: betogers die stenen en brandende autobanden naar de politie gooien, politie die reageert met traangas. In twee steden zouden politiekantoren in brand zijn gestoken. Meer dan veertig mensen zijn volgens de autoriteiten gearresteerd wegens brandstichting, wapenbezit (messen) en het plunderen van winkels.
Arabische Lente
"Het is weer hetzelfde liedje: hogere prijzen en belastingen, maar voor ons nog altijd geen werk", zegt Chedli Kortli telefonisch vanuit Tunesië. De 33-jarige werkloze financieel adviseur woont in Kasserine, een stad in het binnenland niet ver van Sidi Bouzid, waar zeven jaar geleden de Arabische Lente begon met de zelfverbranding van groenteverkoper Mohamed Bouazizi.
Maandag was hij er bij in Kasserine, waar duizenden de straat op gingen. "Er is niets veranderd. De werkloosheid is alleen maar toegenomen." Botsingen met de politie waren er niet, zegt hij, maar via Facebook stuurt Kortli even later foto's van politieauto's, brandstapels en vuisten ballende betogers.
Zulke beelden maken het voor sommigen makkelijker de boze jongeren weg te zetten als onruststokers. De econoom Houcine Dimassi, oud-minister van Financiën, heeft het desgevraagd over 'extremistische partijen' die de onvrede aanwakkeren en 'buitenlandse krachten' die relschoppers betalen om het land te destabiliseren. "Het is niet voor niets dat alleen 's avonds wordt gedemonstreerd, in de buurt van plekken waar iets te halen valt."
Wilde geruchten doen volop de ronde in Tunesië en ze werden enigszins gevoed doordat het linkse Front Populaire (Volksfront) zich dinsdag aan het hoofd van de spontane beweging stelde. Front Populaire-leider Hamma Hammami, gestaald kader van links in Tunesië, liet op een persconferentie weten dat "we op straat zullen blijven om de protesten verder aan te wakkeren" tot de begroting voor 2018 van tafel is.
Premier Youssef Chahed sprong aanvankelijk ook op de geruchtenmolen door te zeggen dat hij geen protest had gezien, maar slechts 'diefstal en vernieling'. Later matigde hij zijn toon, vroeg om begrip voor de buitengewone maatregelen die zijn regering moet nemen en beloofde dat de economie nog dit jaar zal aantrekken.
Chahed, leider van een coalitie van centrumpartijen en gematigde islamisten, zit met de erfenis van zwakke voorgangers en een moeizame democratische overgang. Zeven jaar na de Arabische Lente zit de economie van het land nog altijd in het slop. Buitenlandse investeringen bleven uit en twee terroristische aanslagen in 2015, gericht tegen buitenlanders, deden het toerisme instorten. In betere tijden is de sector goed voor 8 procent van de werkgelegenheid.
Vorige regeringen probeerden de sociale onvrede te dempen door overheidsbanen te scheppen. Dat kost echter alleen maar geld, echte groei moet van investeringen komen. Chahed kwam met de begroting van 2018 volstrekt niet uit en zag zich gedwongen een aantal impopulaire maatregelen te nemen.
Bovendien sloot de regering eind vorig jaar een akkoord met het IMF over een lening van 2,8 miljard dollar. Daar staan de gebruikelijke voorwaarden tegenover van economische hervormingen en snoeien in overheidsuitgaven.
Geen dialoog
"Dat komt hard aan bij burgers die geen enkele verbetering in hun bestaan hebben gezien, die alle hoop aan het verliezen zijn", zegt vanuit Tunis parlementariër Khemais Ksila, die onafhankelijk opereert sinds hij brak met regeringspartij Nidaa Tounes. "We staan niet aan de vooravond van een nieuwe revolutie, maar de toestand is erg gespannen. De regering voert geen dialoog, gaat niet naar de mensen toe."
De dood van een betoger maakt het er allemaal niet beter op. De 45-jarige Khomsi Yefrni overleed in de stad Tebourba, 30 kilometer van de hoofdstad Tunis, na een treffen waarbij traangas werd ingezet. Met het politieoptreden had het niets van doen, deelde het ministerie van Binnenlandse Zaken mee.