Troonrede
De troonrede van koningin Beatrix op Prinsjesdag was uitermate somber. Het was een angstboodschap over kwetsbaarheid en snoeiharde bezuinigingen. Alle burgers langs het mes.
Zelf kwam Majesteit voorgereden in een Gouden Koets, getrokken door elitepaarden. Dolgelukkig dat het weer Prinsjesdag was. En dus had ze haar beste zondagskleren aan: een parelgrijze japon met bladmotief in drie grijstinten en een bijpassende verenkraag. De japon ook nog voorzien van parelgrijze satijnen binnenmouwen. Ze droeg een toque van zilverkleurige sinamay.
Haar schoondochter Máxima kwam al even pront voor de dag met een vilten Borsalino in zacht beige nertstinten.
Ascot in Den Haag.
De vrouwelijke Kamerleden deden niet onder: ook een en al hoed en strik. Alom feest in de Ridderzaal. Terwijl in de miljoenennota - gisteren ook plechtig gepresenteerd - een sociaal bloedbad wordt aangericht. Van kunst en cultuur is een luizenbegroting gemaakt. Van jeugdzorg en kinderopvang: een aalmoes.
Kleed je dan tenminste ook naar de crisis. Houd het bij een zijden sjaaltje.
De troonrede is uiteraard geschreven door premier Rutte. Beatrix wordt alleen maar ingezet als bloemstuk van de slachtbank. Het is lichtelijk schunnig dat een koningin zich daartoe leent. Staatshoofd ben je voor iedereen. Voor Ajax en voor FC Knudde.