Verkiezingen VS
Traditie in ere hersteld: deze viervoeters worden nieuwe inwoners Witte Huis
Vier jaar lang had het Witte Huis geen honden als inwoners, maar met de komst van Joe Biden komt daar nu verandering in. Hij neemt zijn trouwe viervoeters Champ en Major mee. Zo wordt een lange traditie hersteld.
Joe en Jill Biden hebben twee honden. Major is sinds twee jaar bij hen en werd geadopteerd toen hij door de Delaware Human Association was opgevangen voor medische zorg, klinkt het. Champ maakt al 12 jaar lang deel uit van de familie Biden.
Trump was de eerste Amerikaanse president in 120 jaar die geen honden had in het Witte Huis. Die eer ging voor het laatst naar William McKinley, de vijfentwintigste president van de VS, die van 1897 tot 1901 in het Witte Huis verbleef. McKinley hield overigens wel een papegaai, katten en hanen.
Andere presidenten die - net zoals Trump - helemaal geen huisdieren hadden tijdens hun presidentschap waren president Andrew Johnson (president van 1865 tot 1869), James K. Polk (president van 1845-1849) en Martin Van Buren (president van 1837-1841). Die laatste kreeg wel enkele tijgerwelpjes van de Sultan van Oman, maar werd door het Congres verplicht om de dieren naar de zoo te sturen, volgens het zogenoemde Presidential Pet Museum in de VS.
Honden en katten
Doorheen de geschiedenis van de VS namen meeste presidenten dus minstens één huisdier - vaak honden en katten - mee naar het presidentiële verblijf.
John Adams, de tweede president in de geschiedenis van de VS en de eerste die in het Witte Huis verbleef, startte de traditie en bracht zijn verblijf in de ambtswoning door met een verzameling aan huisdieren, waaronder drie honden en twee paarden. Hij was president van 1797 tot 1801.
Meer recent introduceerde Barack Obama honden Bo en Sunny, had George W. Bush drie honden (Spotty, Barney en Miss Beasley) en een kat (India ‘Willie’) tijdens zijn verblijf in het Witte Huis, en koos ook Bill Clinton voor dierlijk gezelschap met hond Buddy en kat Socks.