Dinsdag 21/03/2023

InterviewDe Vragen van Proust

Tom Van Laere (Admiral Freebee): ‘Ik vind het van een doorgeslagen maakbaarheid dat iedereen alles zou kunnen overwinnen’

Tom Van Laere: ‘Het leukste aan de je kindertijd is dat er veel vreugde is zonder dat je weet waarom.’ Beeld © Stefaan Temmerman
Tom Van Laere: ‘Het leukste aan de je kindertijd is dat er veel vreugde is zonder dat je weet waarom.’Beeld © Stefaan Temmerman

Schrijver Marcel Proust beantwoordde ze ooit in een vriendenboekje, nu geeft De Morgen er een eigenzinnige draai aan. Zevenentwintig directe vragen, evenveel openhartige antwoorden. Deze week: muzikant Tom Van Laere (46), aka Admiral Freebee. Wie is hij in het diepst van zijn gedachten?

Ann Jooris

1 Hoe oud voelt u zich?

“Ik voel mij een kind van 7 dat met zijn vrienden verstoppertje aan het spelen is. Ik zit zo goed verstopt dat ze mij niet kunnen vinden. Omdat het intussen al donker is, roepen ze dat ze weggaan. Pas als ze mijn moeder erbij halen, wil ik tevoorschijn komen. Dat is hoe oud ik me voel. Ik heb een nummer waarin ik zing ‘when I grow up, I want to be a little boy’. Dat is bij mij altijd de bedoeling gebleven. Ik probeer een soort tegendraads kind te zijn. Maar ook toch wel heel lief.” (lacht)

2 Hoe was uw kindertijd?

“Het leukste aan de kindertijd, vind ik, is dat er heel veel vreugde is zonder dat je weet waarom. Je kunt natuurlijk ook soms kwaad zijn zonder te weten waarom. Dat vind ik de interessantste herinnering aan mijn kindertijd.

BIO * geboren in 1975 in Brasschaat * haalde zijn artiestennaam uit het boek On the Road van Jack Kerouac * brak door na zijn tweede plaats in Humo’s Rock Rally 2000 * bekende singles, o.a.: ‘Rags ’n’ run’ (2002), ‘Einstein Brain’ (2004), ‘Always on the Run’ (2010), ‘Walking Wounded’ (2014) * debuut-cd (2003) Admiral Freebee, daarna volgden o.a. nog Wild Dreams of New Beginnings (2006), The Honey & The Knife (2010) en onlangs The Gardener (2021)

“De laatste tijd merk ik dat het verhaal van de kunstenaar steeds belangrijker wordt, terwijl ik dat zelf totaal onbelangrijk vind. Ik lees ook nooit autobiografieën. Alleen die van Bob Dylan heb ik gelezen, maar die ging grotendeels over hoe hij muziek schrijft. Dat vind ik dan wel heel interessant. Ik vind het net goed om zo weinig mogelijk te weten, omdat het raadsel in de kunst zelf schuilt. Dan denk ik: wat voor iemand zou dat zijn? Het laatste wat ik wil, is dat weten. Ze zeggen altijd: ‘Ontmoet nooit je helden.’ Maar iedereen leest interviews en autobiografieën en daar ontmoet je ze ook.”

3 Wat vindt u een kenmerkende eigenschap van uzelf?

“Tegendraadsheid. Maar wel een vrolijke tegendraadsheid. Ik heb het gevoel dat er in de wereld altijd twee meningen zijn. Er is zoveel ‘bekeringsijver’, om het met een woord van Gerrit Komrij te zeggen. Waarom zien we onszelf als de norm? Ik vind het net interessant om alle meningen tegelijk te hebben.

“Ik kan ook niet om met autoriteit. Als er gezegd wordt dat je iets absoluut niet mag doen in rockmuziek, dan doe ik dat wél. Er was een tijd dat iedereen zei: ‘If it’s too loud, you’re too old’. Toen dacht ik: dan wil ik toch een beetje zachter spelen. Zo kom je wel tot interessante dingen, vind ik. Dan merk je dat je veel beter moet kunnen spelen, omdat het veel minder indrukwekkend klinkt.”

4 Wat is uw zwakte?

“IJdelheid. Zoals bij iedereen. Maar ik denk dat welke zwakte ik hier ook opgeef, dat nooit mijn echte zwakte kan zijn. Je echte zwakte is een blinde vlek. Iedereen die met mij omgaat zal mijn echte zwakte kennen. Een zwakte die je in een krant kunt noemen is niet echt een zwakte.”

5 Wat drijft u?

“Dan denk ik aan het woord drive. Als ik exact zou weten wat me drijft, zou het richting discipline gaan en ik vind discipline totaal oninteressant. Drive vind ik het interessantste wat er is, want dat gaat richting enthousiasme en dat gaat terug naar die vreugde van een kind dat niet weet waarom het vrolijk is. Die drive is iets wat mij drijft, maar ik weet niet wat dat is of waar dat vandaan komt. Natuurlijk, een mens is altijd gedreven door voortplantingsdrang en overlevingsdrang. Dus het zal daar wel iets mee te maken hebben.

“Ik heb de laatste tijd trouwens het gevoel dat die drive niet kapot te krijgen is. Ik zou soms liever eens een dag niet met nummers bezig zijn of niet aan een roman beginnen die ik dan toch wil uitlezen. Die drive is er gewoon de hele tijd. Soms zou ik liever eens een serie kijken, maar dat gaat niet. Het kan me niet boeien.

“Ik probeer elke dag te zoeken naar wat nu een goede song is en hoe ik daar kan raken. Ik weet natuurlijk ook dat ik daar nooit kán raken. Dat is misschien wat mij drijft, het raadsel. Het raadsel dat muziek is. In het begin ben ik heel erg enthousiast over wat ik maak, maar uiteindelijk blijf ik het voortdurend herwerken.

‘Soms zou ik graag eens naar een tv-serie kijken, maar dat gaat niet. Het kan me niet boeien.’ Beeld © Stefaan Temmerman
‘Soms zou ik graag eens naar een tv-serie kijken, maar dat gaat niet. Het kan me niet boeien.’Beeld © Stefaan Temmerman

“Ik herlees ook steevast romans. Voor mij is een roman lezen een daad van creativiteit. In Op zoek naar de verloren tijd zegt Marcel Proust: ‘Je leest altijd jezelf’. Dat is heel interessant, want als je een roman herleest, herlees je jezelf. Als daar tien jaar tussen zit, of zelfs maar een maand, lees je eigenlijk een ander boek. Want je bent al iemand anders. Als je een verhaal al kent, lees je ook op een andere manier. Door romans te lezen en te herlezen, heb ik iets geleerd over songs schrijven.

“Als kind schreef ik lange brieven aan mijn lievelingspop die ik ondertekende en in een doos verstopte. Ik had een boekje gevonden, Ik is een ander, van Fernando Pessoa, waarin hij brieven schreef aan andere schrijvers, die, zo ontdekte ik, allemaal hemzelf bleken te zijn. Ik probeerde dat een beetje te imiteren. Later, toen ik die brieven terugvond, bleken dat eigenlijk al songs te zijn. Een soort liefdessongs, maar dan gericht aan een pop.

“Ook aan mijn teddybeer heb ik brieven geschreven. Ik wou eigenlijk met hen communiceren, ook al wist ik dat ze niet bestonden. Misschien geldt dat ook voor mensen. (lacht) Je communiceert in zekere zin met jezelf.

“Ik vind praten met mensen vaak een soort van vernielen van talent. Je vervalt zo snel in clichés. Loslaten, bijvoorbeeld. We moeten allemaal leren loslaten, maar niemand weet hoe dat moet. Ik zing in een nieuw nummer: ‘everyone is talking about letting go, but no one knows how it works’. Ik denk dus dat praten niet altijd de beste manier is. Daarom schrijf ik songs.

“Of ik dan een zwijger ben? (lacht) Neen. Ik praat veel te veel. Ik praat graag over het feit dat praten vreselijk is.”

6 Hebt u soms heimwee?

“Dat vind ik een heel moeilijke vraag. Ik weet niet goed wat dat is. Ik ben dan geneigd om te zeggen dat ik alleen maar heimwee heb. Of dat ik nooit heimwee heb. Maar dat zou ik het liefst antwoorden op alle vragen. (lacht) Ik heb wel de indruk dat muziek voor veel mensen een soort van heimwee is. Mensen willen een bepaalde periode herbeleven door muziek te beluisteren. Als artiest is dat soms moeilijk, want je bent het meest trots op je nieuwe werk en mensen willen dan toch die oude nummers horen. Het gaat altijd over associaties.

“Ik had in Amerika eerst mijn tweede album uitgebracht en dan pas mijn eerste. Het ‘eerste’, eigenlijk het tweede dus, vonden ze toch het beste, terwijl het hier omgekeerd was. Toen kreeg ik door dat heimwee ontstaat naar ‘het oorspronkelijke’ waar men mee in aanraking komt. Dat geldt ook in relaties. Men heeft heimwee naar hoe ze je leerden kennen en zo moet je blijven. Eigenlijk zitten we allemaal vol heimwee naar ‘het goede’. Maar ik denk dat heimwee op zich niet zo interessant is, omdat het een idealisering is, een fantasie. Heimwee is emotionaliteit en emotionaliteit vind ik totaal niet interessant. Gevoel wel, dat is iets anders.”

7 Is het leven voor u een cadeau?

“Het is een cadeau dat moeilijk te openen is. Je moet het telkens opnieuw proberen. Soms is het leven een cadeau en soms niet. Soms is dat erg en soms niet. Ik denk dat je veel druk op jezelf legt door te geloven dat het leven altijd een cadeau moet zijn. En het omgekeerde geloven is ook niet zo heilzaam. Dus het ligt ergens tussenin.”

8 Wat was de moeilijkste periode in uw leven?

“Dit vind ik de moeilijkste vraag. Ik heb de indruk dat het nu de mode is om te praten over moeilijke periodes in je leven en vooral over hoe je ze overwonnen hebt. Aangezien tegendraadsheid mijn kenmerkende eigenschap is, wil ik daar niet aan meedoen. Ik heb geen boodschap mee te delen. Ik merk wel soms wanneer ik optreed dat er veel hoop in mijn muziek zit. Een soort vrolijke wanhoop. Op een podium laat ik zien hoe ik omga met de moeilijke dingen in het leven. Falen als ambacht, noem ik dat. Vergelijk het met een trapezist in een circus. Heel de zaal denkt: misschien valt hij wel. Dat maakt het net spannend. Het maakt dat je je eigen problemen vergeet en je krijgt zin om ernaar te kijken. Ik hou niet van een affe show. Ik hou van een concert. Ik zie graag hoe mensen ermee omgaan als er een snaar springt. Ik word dan heel kwaad. (lacht)

'Als kind schreef ik lange brieven aan mijn lievelingspop, die ik ondertekende en in een doos verstopte.' Beeld © Stefaan Temmerman
'Als kind schreef ik lange brieven aan mijn lievelingspop, die ik ondertekende en in een doos verstopte.'Beeld © Stefaan Temmerman

“Ik vind het van een doorgeslagen maakbaarheid dat iedereen alles zou kunnen overwinnen. Ik herinner me een interview met een sportman in De wereld draait door. De interviewer zei: ‘Je hebt kanker overwonnen en nu heb je ook nog een gouden medaille.‘ Hij antwoordde: ‘Nee, ik had het eigenlijk opgegeven, maar ik ben er toch doorgekomen en nu ga ik verder met mijn passie: zwemmen.’ Ik vind dat heel mooi gezegd. In dat overwinnen zit ook altijd de notie dat lijden betekenis heeft, want je hebt er iets uit geleerd. Ik weet niet of alle lijden betekenis heeft. Lijden kan ook totaal zinloos zijn. Terwijl plezier soms veel kan betekenen.”

9 Welke kleine alledaagse dingen kunnen u blij maken?

“Na een griep weer de wijde wereld in gaan. Uit een raam kijken, een oude favoriete trui, de lach op het gezicht van een vriend als je hem in het station gaat afhalen, een vrouw van wie je houdt omhelzen... Maar dat laatste is misschien geen klein ding meer. Dat is iets heel groots. (lacht) Beleefdheid, setlists opstellen, de zee, alleen zijn na drukte, lang opblijven als je een album hebt gemixt.”

10 Wat biedt u troost?

“Dat soort kleine dingen. En muziek beluisteren. En romans lezen. Dostojevski en Tsjechov, bijvoorbeeld, slagen erin om mensen van allerlei pluimage neer te zetten zonder een oordeel te vellen. Dat vind ik het hoogste van het hoogste. Ik herken mijzelf en anderen daarin. Terwijl die werken al zo oud zijn. Dat vind ik troostend, dat die mannen ons toen al doorhadden.” (lacht)

11 Waar hebt u spijt van?

“Kierkegaard zei: ‘Doe het of doe het niet: je zult er spijt van hebben.’ Zo voel ik het ook. Ik heb spijt van alles en tegelijkertijd van niets. Je zou kunnen zeggen dat ik spijt heb van dromen die zijn uitgekomen. Je kunt ze eigenlijk beter niet waarmaken en nog groter dromen. Ik vind het interessanter om van iets te dromen dan om het te realiseren.”

12 Wat is uw grootste angst?

“Sterven natuurlijk, maar geboren worden vind ik ook wel heel heftig.” (lacht)

13 Wanneer hebt u het laatst gehuild?

“Ik huil nogal veel. Ik kan huilen bij een film die ik echt niet goed vind. Ik heb ook al gehuild omdat ik eten had gemaakt voor de muzikanten en zag dat ze het echt lekker vonden.”

14 Bent u ooit door het lint gegaan?

“Ik heb nog nooit een marathon gewonnen, dus nog nooit.” (lacht)

15 Wat is uw vroegste herinnering?

“Ik herinner mij heel weinig. Ik weet echt niet wat verzonnen is en wat echt gebeurd is.”

16 Wat hing er aan de muur van uw tienerkamer?

“Dat is makkelijk. Ik kom daar soms nog en ze hangen er nog steeds. Bob Dylan, John McEnroe en Fernando Pessoa. Ik vind ze alle drie nog altijd interessant.”

17 Hebt u ooit een religieuze ervaring gehad?

“Ik heb een moment gehad waarop ik doorhad dat ik geen hoofd heb. Ik heb mijn hoofd eigenlijk alleen nog maar in de spiegel en op foto’s gezien. Zelf heb ik het nog nooit gezien. Mijn hoofd is gewoon verzonnen door anderen, want eigenlijk zit er hier een gat.

Admiral Freebee live aan het werk. ‘Op een podium laat ik zien hoe ik omga met de moeilijke dingen in het leven. Falen als ambacht, noem ik dat.’ Beeld outré
Admiral Freebee live aan het werk. ‘Op een podium laat ik zien hoe ik omga met de moeilijke dingen in het leven. Falen als ambacht, noem ik dat.’Beeld outré

“In de kunstgeschiedenis is een zelfportret altijd een portret van een hoofd, maar dat klopt niet. Je kunt geen zelfportret maken zonder een spiegel of foto. Een zuiver zelfportret is een portret van je handen en je romp en je benen en een gat dat ernaar kijkt. Dat had ik ineens door. Zo ben je eigenlijk geen lichaam met een bewustzijn, maar een bewustzijn met een lichaam. Je ziet je eigen lichaam rondlopen. Ik heb dat nog al eens verteld, maar mensen vinden dat meestal niet zo interessant.” (lacht)

18 Waarover bent u de laatste tijd dieper gaan nadenken?

“Ik merk de laatste tijd op dat het aangeboren is dat de mens ergens bij wil horen, en zodra hij erbij hoort dat hij er bovenuit wil steken. En als hij er dan boven uitsteekt, wil hij opnieuw ergens bijhoren en er dan weer boven uitsteken. Enzovoort.”

19 Aan wie voelt u zich schatplichtig?

“Aan heel veel mensen. Eigenlijk aan iedereen die ik ooit heb ontmoet. Ook een man in een nachtwinkel met wie ik ooit tien minuten heb gepraat of iemand die ik de weg heb gevraagd in Frankrijk. Maar in de eerste plaats natuurlijk mijn ouders. Omdat die op een gegeven moment hun leven hebben opgegeven om kinderen te maken. En zij hebben mij het leven gegeven. Dat zijn dus mijn grootste helden. Maar natuurlijk ook iemand als Bob Dylan. Mijn tennisleraars. Mijn broer. Ook iedereen die andere meningen heeft dan ik of met wie ik ruzie heb gehad. Mensen die kwaad worden, zeggen net de dingen die je niet wilt horen. Dat is interessant. Die muur valt weg.

“En natuurlijk, ik val in herhaling, Dostojevski. Ik merk, wanneer ik die naam laat vallen, dat mensen reageren van: ‘O zo moeilijk'. Maar dat is niet zo. Hij is licht en grappig. Via zijn werk kan ik alleen zijn met een genie. Dat is mijn tijd met hem. Ik ben hem daar zo dankbaar voor. Ik heb ooit het dagboek van zijn vrouw gelezen, waaruit blijkt dat Dostojevski eigenlijk nooit tijd had om te schrijven. Hij had het heel moeilijk, maar toch heeft hij de moeite genomen. Voor mij dan. (lacht) Dus dat is prachtig.”

20 Welk boek heeft voor u een bijzondere betekenis?

“Dan zou ik Ik is een ander van Pessoa nemen, omdat ik dat gelezen heb toen ik nog heel jong was. Telkens als ik het herlees merk ik dat het toch steeds weer anders is dan ik dacht. Ik moet er ook nog altijd heel hard om lachen.

‘Heimwee is emotionaliteit en emotionaliteit vind ik totaal niet interessant. Gevoel wel, dat is iets anders.’ Beeld © Stefaan Temmerman
‘Heimwee is emotionaliteit en emotionaliteit vind ik totaal niet interessant. Gevoel wel, dat is iets anders.’Beeld © Stefaan Temmerman

“Een ander boekje waar ik vaak naar teruggrijp is Leonard Cohen: In His Own Words, dat ik ooit gekocht heb in een winkel van muziekpartituren. Hij praat daarin onder meer over songwriting en over hoe hij dat deed. Als ik een album opneem, zal ik daar altijd eens in teruglezen.”

21 Hoe definieert u liefde?

“Liefde vind ik een moeilijk woord. Ik heb daar een nummer over, ‘Look At What Love Has Done’, en daarin zing ik ook ‘look at what they call love’. Liefde wordt altijd gebruikt in positieve zin, maar in liefde zit ook heel veel geldingsdrang en opgekropte emotie. Ik vind het een woord dat te vaak gebruikt is om te kunnen definiëren. Wat ik interessanter vind, is aandacht. Als ik het moet definiëren, is het voor mij ‘met je volledige aandacht bij iemand kunnen zijn’. Je volledige aandacht schenken is voor mij het hoogste goed. Dat geldt voor vriendschap, dat geldt voor kunst. Waarom vind je een nummer, een schilderij of een film zo goed? Omdat je er met je volledige aandacht bij bent en niet nadenkt.”

22 Hoe voelt u zich in uw lichaam?

“Zoals een 16-jarige die naar zijn fiets kijkt en een brommer wil.” (lacht)

23 Wat vindt u erotisch?

“Dat gaat eigenlijk terug naar die aandacht. Ik merk dat wanneer ik voor iemand alle aandacht heb, ik alles erotisch vind wat die persoon doet. Dat is gewoon een totale fixatie.”

24 Wat is de speciaalste plek waar u ooit de liefde bedreven hebt?

“Ik zou zeggen in mezelf.” (lacht)

25 Hoe zou u willen sterven?

“Ik zou willen dat er een soort twijfel heerst. Dat ik ergens op een grasveld lig op een herfstdag terwijl kinderen rondom mij aan het voetballen zijn. Er is dus eigenlijk heel veel leven rond mij. De kinderen laten mij met rust omdat ze denken dat ik heel moe ben. En als ze dan eindelijk doorhebben dat ik dood ben, zien ze dat ik een valse baard heb, met daaronder een echte baard. (lacht) Ik zou willen dat er geheimen ontdekt worden.”

26 Wat zou u nog willen doen voor het te laat is?

“Het is al te laat, eigenlijk. (grinnikt) Bob Dylan zingt in een nummer over een cowboy die een bank overvalt. Hij zegt hem: ‘Let us not talk falsely now, because the hour is getting late.’ Dus wat zou ik nog willen doen? Een ongelooflijk goed nummer schrijven, maar dat probeer ik voortdurend. Ik vind een goede zin: ‘Je hebt niets te verliezen dat je niet al verloren hebt.’ Dat vind ik een goed antwoord.”(lacht)

27 Wat zou u wensen als laatste avondmaal?

“Iets West-Vlaams: kalfskoteletten met haricots verts, door mijn moeder gemaakt. En zij die zegt: ‘We goan der oan beginnen’ voor ze het klaarmaakt. Maar als ik echt eerlijk ben, ik denk niet dat ik nog zou kunnen eten. Ik zou wel nog eens willen tennissen, maar ik zou niet tegen mijn tegenspeler zeggen dat het mijn laatste keer is. Gewoon: ‘We spelen niet voor punten, want ik heb niet zoveel tijd'.” (lacht)

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234